De raad van de gemeente Opsterland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Opsterland 2018
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
- b.
algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
- c.
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
- d.
begraafplaats: de begraafplaats(en) te Beetsterzwaag, Gorredijk, Nij Beets en Tijnje die bij de gemeente in beheer zijn;
- e.
particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- -
het doen begraven en begraven houden van lijken;
- -
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- -
het doen verstrooien van as;
- f.
particulier kindergraf: een graf op een daartoe speciaal gereserveerd of aangewezen gedeelte van de begraafplaats, bestemd voor het begraven van doodgeborenen, als levenloos aangegeven kinderen en kinderen jonger dan 12 jaar.
- g.
particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:
- -
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- -
het doen verstrooien van as;
- h.
urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;
- i.
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen betreffende de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Vrijstellingen
De rechten worden niet geheven voor:
- a.
het begraven van lijken van onvermogenden;
- b.
het begraven van lijken, welke door de zorg van de burgemeester worden begraven;
- c.
voor het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;
- d.
voor het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Belastingtijdvak
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De rechten, als bedoeld in de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de toegezonden schriftelijke kennisgeving.
- 2.
In geval van uitreiking van de kennisgeving als bedoeld in artikel 7, tweede lid, moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de kennisgeving.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Hardheidsclausule
De heffingsambtenaar kan de bepalingen 2 t/m 8 van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing van die bepalingen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard ten nadele van de belastingplichtige
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.
Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
- 1.
De 'Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2017' van 21 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2018'.