Organisatie | Oirschot |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent schuldhulpverlening Beleidsregels Schuldhulpverlening 2016 |
Citeertitel | Beleidsregels Schuldhulpverlening 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels Schuldhulpverlening 2013.
artikel 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-09-2017 | nieuwe regeling | 05-09-2017 | . |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot;
gelet op artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
gezien het advies van het cliëntenplatform ISD de Kempen d.d. 5 maart 2016;
overwegende, dat het Beleidsplan schuldhulpverlening 2016-2019 ten behoeve van een eenduidige uitvoering van schuldhulpverlening een nadere uitwerking vraagt;
In deze regeling wordt verstaan onder:
schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op voorkomen, beheersbaar maken of aflossen van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon het risico loopt dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn financiële verplichtingen of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
Tijdens de uitvoering van een schuldregeling (door de kredietbank of door ISD de Kempen) wordt de financiële draagkrachtruimte voor de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand op nihil gesteld, mits de verzoeker zich houdt aan de bepalingen uit artikel 4 en er geen andere belemmeringen zijn.
Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.
Artikel 6. Beëindigingsgronden
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk), kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.
Aldus besloten in de vergadering van 5 september 2017,
Burgemeester en wethouders van gemeente Oirschot,
de secretaris,
Joost Michels
de burgemeester,
Ruud Severijns
Toelichting op Beleidsregels Schuldhulpverlening 2016
In het Beleidsplan Schuldhulpverlening is de visie van de gemeente neergelegd op het terrein van schuldhulpverlening. Onderhavige regeling is gebaseerd op het beleidsplan te weten, het opstellen van regels met betrekking tot toelating en recidive en het stellen van voorwaarden. Achterliggende gedachte is dat er behoefte is aan heldere spelregels. Daardoor weet de burger wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden. Daarnaast weet de gemeente hierdoor op haar beurt welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. De gemeentelijke schuldhulpverleningspraktijk valt sinds het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking is getreden (op 1 juli 2012) onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het is daardoor van belang om regels met betrekking tot toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in een juridisch vat te gieten.
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs).
In artikel 1 van de Wgs staat dat de schuldhulpverlening gericht is op het aflossen van schulden. Het begrip schuldhulpverlening is in de beleidsregels ruimer gedefinieerd, zodat integrale schuldhulpverlening kan worden geboden. De schuldhulpverlening kan zich richten zowel op het voorkomen, beheersbaar maken en/of aflossen van schulden.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Conform de visie staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder. Hieronder vallen ook kleine zelfstandigen. Zij worden wel geacht zich eerst bij het Bbz te melden. Het Bbz wordt als voorliggende voorziening gezien. Soms kan naast de hulpverlening vanuit het Bbz ondersteuning door schuldhulpverlening gewenst zijn. De medewerker Bbz stemt dit af met de medewerker schuldhulpverlening.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven.
Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden voorbeelden van factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt. De volgende voorbeelden zijn genoemd:
In lid 3 wordt geregeld dat het beleid van de kredietbank en de gedragsodes van de NVKK ook gelden voor de verzoeker die een product krijgt dat wordt geleverd door de kredietbank. ISD de Kempen heeft immers een overeenkomst gesloten met de kredietbank en zal zich conformeren aan dit beleid en de gedragscodes, tenzij er andere afspraken gemaakt zijn met de kredietbank. Lid 4 heeft betrekking op de draagkracht. Burgers die deelnemen aan een schuldregeling zijn bezig met afbetaling van hun schulden. Hierdoor blijft er een zeer laag inkomen beschikbaar voor het dagelijks leven, omdat al het meerdere bestemd is voor afbetaling van de schulden. Gedurende de looptijd van de schuldregeling komen zij voor bijzondere bijstand in aanmerking, omdat zij geen mogelijkheid hebben om te reserveren voor een bijzondere uitgave.
Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van burgers zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit geldt zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.
Artikel 5. Weigeren en beëindigen
Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4,leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.
Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient redelijk te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Het college behoudt zich het recht voor in tussentijdse crisissituaties niet actief te handelen. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.
Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 5 onaangetast. Van de gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder g en h bijzondere aandacht gelet op de visie zoals neergelegd in het Beleidsplan Schuldhulpverlening. Daar waar de Kempengemeenten staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. In dat licht bestaat ook een duidelijke link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels.
Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk en dit dient de medewerker schuldhulpverlening goed te motiveren in de rapportage en beschikking.
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
In dit artikel zijn regels gesteld wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten en/of contacten schuldhulpverlening.
Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd. Bij het gebruik van artikel 7 en dus de vraag wanneer welk type hulpverlening wordt geweigerd, is het van belang om de in artikel 7 genoemde begrippen / producten goed te onderscheiden. Schuldhulpverlening is een breed begrip en omvat alle producten zoals ISD de Kempen die kent. Een traject schuldregeling is één van de gemeentelijke producten, maar kan ook betrekking hebben op een schuldregeling ingevolge de Wsnp. De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig.
Artikel 8. Intrekking eerdere beleidsregels en inwerkingtreding
De Beleidsregels Schuldhulpverlening 2013 worden ingetrokken per de datum dat de nieuwe Beleidsregels Schuldhulpverlening 2016 in werking treden.