Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drechtsteden

Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Drechtsteden 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrechtsteden
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Drechtsteden 2015
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Drechtsteden 2015
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiwet, art. 47

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Nieuwe regeling

02-12-2014

Gemeentenieuws, 17-12-2014

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Drechtsteden 2015

DE DRECHTRAAD

 

Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 4 september 2014;

 

Gelet op het door de Stichting Cliëntenraad Regio Drechtsteden uitgebrachte advies;

 

Gelet op de behandeling in de Carrousel en het bijbehorend advies aan de Drechtraad

 

Gelet op artikel 47 van de Participatiewet,

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de navolgende:

Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Drechtsteden 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Bij de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Drechtraad: het algemeen bestuur van de bij de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden aangesloten gemeenten: Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.

  • b.

    Drechtstedenbestuur: het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling.

  • c.

    Portefeuillehouder: de wethouder in het Drechtstedenbestuur die verantwoordelijkis voor de Sociale Dienst Drechtsteden.

  • d.

    Sociale Dienst Drechtsteden: de uitvoeringsorganisatie van de GemeenschappelijkeRegeling voor het sociaal beleid.

  • e.

    Directie: directie van de Sociale Dienst Drechtsteden.

  • f.

    Cliëntenraad: stichting Cliëntenraad Regio Drechtsteden, bestaande uit personen behorende tot, dan wel vertegenwoordigers van, de doelgroep uit de onder lid a genoemde gemeenten met taken zoals in deze verordening omschreven.

  • g.

    Doelgroep: mensen die (potentieel) klanten zijn van de Sociale Dienst Drechtsteden op het gebied van werk en inkomen.

Artikel 2 Taken

  • 1.

    De cliëntenraad adviseert de Drechtraad, het Drechtstedenbestuur en de directie gevraagd en ongevraagd over alle onderwerpen die het beleid, de uitvoering, de controle, de evaluatie, de dienstverlening en kwaliteit betreffen met betrekking tot het sociale beleid op het gebied van Werk en Inkomen dat onder de verantwoordelijkheid valt van de Drechtraad.

  • 2.

    De cliëntenraad adviseert bij het ontwikkelen en aanpassen van de informatievoorziening aan de cliënt, zoals voorlichtingsmateriaal.

  • 3.

    De cliëntenraad krijgt tijdig en op verzoek alle informatie die het voor de uitoefening van haar taken nodig heeft.

  • 4.

    Een advies van de cliëntenraad wordt via de directie voor de eerstvolgende, uiterlijk dedaaropvolgende vergadering van het Drechtstedenbestuur uitgebracht.

  • 5.

    Wanneer de directie of het Drechtstedenbestuur afwijkt van het advies van de cliëntenraad, wordt dit bij het definitieve voorstel vermeld.

  • 6.

    De cliëntenraad ontvangt op ieder advies een schriftelijke en gemotiveerde reactie van hetDrechtstedenbestuur.

  • 7.

    De cliëntenraad kan ter uitvoering van haar taken een beroep doen op de deskundigheid bij de Sociale Dienst Drechtsteden, zelfstandig onderzoeken doen of laten doen, interne en externe deskundigen raadplegen, werkgroepen instellen waarin ook niet-leden kunnen deelnemen en activiteiten ontplooien om de betrokkenheid van cliënten te bevorderen.

  • 8.

    Tot in het eerste lid genoemde onderwerpen horen niet klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben.

  • 9.

    De cliëntenraad adviseert evenmin over de uitvoering van wettelijke voorschriften voor zover bij de uitvoering geen ruimte is gelaten voor gemeentelijk beleid.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De cliëntenraad bestaat uit de onafhankelijk voorzitter en minimaal 6 leden en maximaal 12 leden.

  • 2.

    De cliëntenraad bestaat uit personen behorende tot dan wel vertegenwoordigers van dedoelgroep uit de in artikel 1 onder a genoemde gemeenten.

  • 3.

    Van het lidmaatschap en voorzitterschap van de cliëntenraad zijn uitgesloten raadsleden van de onder artikel 1a genoemde gemeenten, medewerkers van de GR Drechtsteden en de daarbij aangesloten gemeenten, leden van het Drechtstedenbestuur en personen die op andere wijze bij het bestuur van de Drechtsteden zijn betrokken.

  • 4.

    Leden van de cliëntenraad die in een traject in het kader van arbeidsinschakeling ingevolge de Participatiewet, de lOAZ, of de IOAW zitten, of daar in geplaatst worden tijdens hun lidmaatschap, krijgen de gelegenheid dit traject te combineren met een volwaardig lidmaatschap van de cliëntenraad. Bij de inrichting van het traject wordt daarmee rekening gehouden.

  • 5.

    Voor de leden kunnen plaatsvervangers worden aangewezen.

  • 6.

    Het Drechtstedenbestuur benoemt op basis van een bindende voordracht van de cliëntenraad de leden van de cliëntenraad.

Artikel 4 De voorzitter

  • 1.

    De onafhankelijke voorzitter wordt op basis van een bindende voordracht door de cliëntenraad benoemd door het Drechtstedenbestuur.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de cliëntenraad en heeft geen stemrecht.

  • 3.

    Het voorzitterschap eindigt met onmiddellijke ingang op het moment dat de voorzitter daar zelf om verzoekt of naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van de cliëntenraad aan het Drechtstedenbestuur.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De leden en de voorzitter worden benoemd voor een periode van 4 jaar met een mogelijkheid tot verlenging tot maximaal een periode van 8 jaar.

  • 2.

    Na 4 jaar treedt 50% van de leden af volgens een door de cliëntenraad vast te stellen rooster. De voorzitter en de leden zijn éénmaal direct herbenoembaar. De maximale zittingsduur is 8 jaar.

  • 3.

    Het lidmaatschap eindigt indien:

    • a.

      het lid daar zelf om verzoekt;

    • b.

      artikel 3 lid 3 van toepassing wordt tijdens de zittingsduur;

    • c.

      het lid aftreedt;

    • d.

      het lid overlijdt;

    • e.

      het lid wordt ontslagen door het Drechtstedenbestuur naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van de voorzitter van de cliëntenraad aan het Drechtstedenbestuur.

  • 4.

    De benoeming in een tussentijdse vacature gebeurt zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de vacature.

Artikel 6 Vergaderingen, vergaderorde en besluitvorming

  • 1.

    1.De cliëntenraad vergadert minimaal 6 keer per jaar ter voorbereiding van het overleg zoalsgenoemd in artikel 7 lid 1 en 2 en verder zo vaak als de cliëntenraad het nodig oordeelt.

  • 2.

    De bijeenroeping gebeurt door de secretaris van de cliëntenraad door het sturen van eenschriftelijke uitnodiging aan de voorzitter en de leden.

  • 3.

    Besluiten worden genomen indien tenminste twee derde van de leden aanwezig is en op basis van meerderheid van stemmen. Elk lid heeft één stem.

  • 4.

    De vergaderingen zijn openbaar. De voorzitter kan besluiten een besloten vergadering te houden.

  • 5.

    De cliëntenraad legt in het huishoudelijk reglement de vergaderorde en de wijze vanbesluitvorming vast.

Artikel 7 Overleg tussen Sociale Dienst Drechtsteden en cliëntenraad

  • 1.

    De cliëntenraad overlegt tenminste 6 maal per jaar met de directie.

  • 2.

    De cliëntenraad overlegt tenminste 2 maal per jaar met de portefeuillehouder of zoveel vaker als partijen wenselijk vinden.

  • 3.

    De directie wordt bij de overleggen bijgestaan door een secretaris. Deze secretaris stelt de agenda op en maakt een verslag van het overleg. De agenda wordt tenminste 7 werkdagen voor het overleg en het verslag 14 dagen na het overleg aan alle deelnemers toegestuurd.

  • 4.

    De directeur Sociale Dienst Drechtsteden is contactpersoon voor de cliëntenraad en kan zich als zodanig laten vertegenwoordigen door een aangewezen medewerker.

Artikel 8 Facilitering en financiële middelen

  • 1.

    Het Drechtstedenbestuur draagt zorg voor het op lokaal niveau beschikbaar stellen van ruimten wanneer de cliëntenraad op lokaal niveau spreekuren of bijeenkomsten wil organiseren.

  • 2.

    Deze facilitering geldt niet voor de gemeente waarin het kantoor van de cliëntenraad zich bevindt.

  • 3.

    De cliëntenraad dient jaarlijks vóór 1 oktober een onderbouwde subsidieaanvraag in voor het daaropvolgende kalenderjaar. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een activiteitenplan en begroting.

  • 4.

    Op basis van de door de Drechtraad vastgestelde begroting van de Sociale Dienst Drechtsteden, kent het Drechtstedenbestuur jaarlijks een subsidie toe.

  • 5.

    Het Drechtstedenbestuur kan nadere regels stellen aan de subsidieverlening.

Artikel 9 Rekening en verantwoording

Jaarlijks vóór 1 april brengt de cliëntenraad aan het Drechtstedenbestuur verslag uit van haaractiviteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslagtevens verantwoording afgelegd over de besteding van de toegekende subsidie conform devoorwaarden die daaraan in het besluit tot subsidieverlening worden gesteld.

Artikel 10 Zorgplicht

Het Drechtstedenbestuur draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of zijn geweest van decliëntenraad, uit hoofde van hun lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld in hunpositie ten opzichte van de Sociale Dienst Drechtsteden.

Artikel 11 Evaluatie

Eens per jaar evalueert de cliëntenraad mondeling haar functioneren met de verantwoordelijkportefeuillehouder.

Artikel 12 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het Drechtstedenbestuur na decliëntenraad gehoord te hebben.

Artikel 13 Intrekken oude verordening

Met het inwerking treden van deze verordening wordt de verordening ‘cliëntenparticipatie Werk en Bijstand Drechtsteden’ ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomenDrechtsteden 2015'.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 december 2014

de coördinerend griffier, de voorzitter,

mr. M. van Hall drs. A.A.M. Brok

Toelichting op de verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Drechtsteden

Algemeen

Ten opzichte van de verordening cliëntparticipatie zoals deze door de Drechtraad is vastgesteld op 3 juni 2014 zijn inhoudelijk geen wijzigingen aangebracht. De grondslag is echter aangepast van de Wet Werk en Bijstand naar de Participatiewet. Ook is een toelichting toegevoegd.

 

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • ·

    die algemene bijstand ontvangen;

  • ·

    als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • ·

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • ·

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • ·

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • ·

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • ·

    personen zonder uitkering; en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

 

Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de Drechtsteden.

 

Artikelsgewijze toelichting

Alleen de artikelen die een toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze verordening.

 

Artikel 2 Taken

Cliëntenparticipatie geeft inhoud aan belangenbehartiging in algemene zin en de mogelijkheid om het Drechtstedenbestuur en de Directie gevraagd en ongevraagd van adviezen te voorzien. Het beleidsterrein voor advisering strekt zich uit van de Participatiewet, IOAW en IOAZ, tot de inrichting en uitvoering van lokaal beleid (zoals arbeidsmarktbeleid, participatiebeleid en minimabeleid). De adviezen kunnen worden gegeven in de fase van beleidsvoorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk beleid (bijvoorbeeld beleidsvoorstellen, verordeningen, nota’s, gevolgde procedures). Tegelijk heeft ze een adviserende rol in de uitingen naar de doelgroep aangaande dit beleid.

 

Het zevende lid regelt dat de cliëntenraad op onderdelen om nadere informatie kan verzoeken. Wanneer er bijvoorbeeld zaken onduidelijk zijn of zeer complex, kan de cliëntenraad zowel bij de Sociale Dienst Drechtsteden als via een externe expert aanvullende informatie inwinnen om zo een goed advies op de materie uit te kunnen brengen.

 

Dit artikel (achtste en negende lid) regelt tevens uitdrukkelijk dat de cliëntenraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken. Ook wanneer de Drechtsteden geen beleidsvrijheid hebben bij het uitvoering geven aan wetgeving, adviseert de cliëntenraad niet.

 

Artikel 3 Samenstelling

Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties (lid 1 en 2).

De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het Drechtstedenbestuur. Hiertoe draagt de cliëntenraad kandidaten voor (zesde lid).

 

Artikel 4 De voorzitter en artikel 5 zittingsduur

Er is uitdrukkelijk gekozen voor een onafhankelijke voorzitter, zonder stemrecht.

Alle leden worden benoemd voor een periode van telkens 4 jaar, met een maximum van 8 jaar. In dit artikel wordt tevens geregeld hoe een lid van de cliëntenraad zijn lidmaatschap neer kan leggen of verliezen.

 

Artikel 6 vergaderingen, vergaderorde en besluitvorming en artikel 7 overleg tussen de Sociale Dienst Drechtsteden en de cliëntenraad

In artikel 7 is bepaald hoe vaak het periodiek overleg tussen de cliëntenraad en de directie van de SDD en de portefeuillehouder moet plaatsvinden. Voorts is bepaald hoe de cliëntenraad zelf zorg draagt voor het uitbrengen van een advies aan het Drechtstedenbestuur. Bij de vergaderingen met de directie en/of de portefeuillehouder is een ambtelijk secretaris aanwezig die zorgt voor de agenda en verslaglegging.

 

Artikel 8 Facilitering en financiële middelen en Artikel 9 rekening en verantwoording

De cliëntenraad moet jaarlijks, voor 1 oktober, een begroting ter goedkeuring indienen. Ook moet de cliëntenraad jaarlijks achteraf verantwoording afleggen over de besteding van de middelen, zoals vastgelegd in artikel 9.

Het budget is ter besteding van de cliëntenraad. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten.

 

Artikel 10 Zorgplicht

Dit artikel borgt expliciet dat (oud)leden van de cliëntenraad niet anders dan andere cliënten van de Sociale Dienst Drechtsteden worden behandeld en bejegend door de SDD.

 

Artikel 11 Evaluatie

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting

 

Artikel 12 Onvoorziene gevallen

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting

 

Artikel 13 Intrekken oude verordening

De bestaande verordening ‘cliëntenparticipatie Werk en Bijstand Drechtsteden’ wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015. Aangezien er geen inhoudelijke wijzigingen zijn ten opzichte van de vastgestelde verordening ‘cliëntenparticipatie Werk en Bijstand Drechtsteden’ zijn er geen overgangbepalingen van toepassing.

 

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting