Nr. 016.015.0022
De raad van de gemeente Twenterand;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van
toeristenbelasting Twenterand 2017
Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor
het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een
vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met
een adres in de gemeenten in de basisregistratie personen zijn
ingeschreven.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
vakantie-onderkomens: woningen en andere
verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in
hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere
recreatieve doeleinden;
- b.
mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens,
kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke
voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor
vakantie en andere recreatieve doeleinden;
- c.
niet-beroepsmatig verhuurde
ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde
mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak zijn
bestemd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch
wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd
dan wel te huur worden aangeboden;
- d.
vaste standplaats: een terrein of
terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar
plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.
Artikel 2 Belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is degene die gelegenheid geeft tot verblijf als
bedoeld in artikel 1 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op
hem ter beschikking staande terreinen.
- 2.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op
degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd
wordt.
- 3.
Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan
te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde
in artikel 1 verblijf houdt.
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake;
- a.
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in
artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
- b.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de
Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de
zin van artikel 8, letters, c, d, f. g, h van de voornoemde wet,
onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang
Asielzoekers;
- c.
van het verblijf door degene, die verblijf houdt in een
gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het
ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is
verschuldigd;
- d.
als scout door leden van scoutingverenigingen aangesloten bij de
Vereniging Scouting Nederland in niet-beroepsmatig verhuurde
ruimten, die door scoutingverenigingen in de gemeente Twenterand ter
beschikking worden gesteld voor het houden van verblijf met
overnachten dan wel in mobiele kampeeronderkomens van
scoutingverenigingen.
Artikel 4 Belastinggrondslag
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Het aantal
overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen
vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houdt.
Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
- 1.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde
mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor
en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve
doeleinden;
- b.
mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s,
toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke
voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als
verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
- c.
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven,
of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of
stacaravans, welke niet in hoofdzaak zijn bestemd als verblijf voor
vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde
perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te
huur worden aangeboden;
- d.
vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is
voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde
mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.
- 2.
Voor vakantieonderkomens en niet beroepsmatig verhuurde ruimten,
mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste jaar- en
seizoenplaatsen en seizoenplaatsen kan het aantal overnachtingen
bedoeld in artikel 4 op een bij de aangifte gedaan verzoek van de
belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.
- 3.
Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking
tot:
- a.
vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten
wordt bepaald op 75% van het aantal slaapplaatsen;
- b.
mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste
standplaatsen wordt bepaald op 3 personen per onderkomen;
- c.
mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen wordt
bepaald op 3 personen per onderkomen.
- 4.
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is
overnacht wordt:
- a.
ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens,
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste
standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts
gebruikt mogen worden gedurende een jaarseizoen wordt
bepaald op 100.
- b.
ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele
kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen worden een
gedurende een jaarseizoen bepaald op 100.
- 5.
In afwijking van het tweede en derde lid, onder a en b, wordt het
forfait niet toegepast op verblijf in mobiele kampeeronderkomens en
stacaravans, die niet door dezelfde persoon of personen worden
gehuurd voor de gehele jaar-, of seizoen periode, doch steeds worden
gehuurd door wisselende verblijfhoudenden voor een korte
periode.
Artikel 6 Belastingtarief
Het tarief bedraagt per overnachting € 0,82.
Artikel 7 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffing
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 9 Aanslaggrens
Een belastingaanslag van minder dan € 10,- wordt niet opgelegd.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de
eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die
in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee
maanden later.
- 2.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van
de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde
beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 11 Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk
Belastingkantoor Twente
Het dagelijks bestuur van het gemeentelijk belastingkantoor Twente kan
nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van
toeristenbelasting.
Artikel 12. Kwijtschelding
Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 13 Aanmeldingsplicht
- 1.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden,
voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze
verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te
melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen
gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdelen a,
van de Gemeentewet.
- 2.
De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de
belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het
belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.
Artikel 14 Registratieplicht
- 1.
De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar verblijfhoudenden te
registreren in een vanwege de heffingsambtenaar kosteloos ter
beschikking gesteld nachtverblijfregister;
- 2.
Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie
gelegenheid tot overnachten wordt verschaft gegevens tenminste
betreffende:
- a.
naam, adres en woonplaats;
- b.
samenstelling van het gezin of de groep waarmee men reist;
- c.
datum van aankomst en datum van vertrek;
- d.
het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting
verschuldigd is;
- 3.
De in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, bedoelde
ambtenaar is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van
de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke
ontheffing te verlenen, zonodig onder door hen te stellen
voorwaarden;
- 4.
Met betrekking tot verblijf, ter zake waarvan de belasting wordt geheven
naar een forfaitaire regeling, is de in het eerste lid genoemde
verplichting beperkt tot de in het tweede lid, onder a, genoemde
gegevens.
Artikel 15 Overgangsrecht
De ‘Verordening toeristenbelasting 2016’ vastgesteld op 3 november 2015,
wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid genoemde datum
van ingang van heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op
belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 16 Inwerkingtreding
- 1.
Deze Verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Artikel 17 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening toeristenbelasting
2017”