Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden Opsterland 2016 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden Opsterland 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2016 | 01-07-2016 | 14-06-2019 | nieuwe regeling | 21-11-2016 Gemeenteblad, 2016, nr. 186367, 28-12-2016 | 2016-25257 |
Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden Opsterland 2016
De raad van de gemeenteOpsterland;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016;gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 2, 4 7a, vierde lid, 13, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
Overwegende dat er sinds juni 2016 een nieuwe modelverordening rechtspositie wethouders en raadsleden van de VNG bestaat,
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden Opsterland 2016.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: In deze verordening wordt verstaan onder:
Wethouder: een door de raad benoemd lid van het college.
HOOFDSTUK 2 VOORZIENINGEN VOOR RAADSLEDEN
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het maximum bedrag genoemd in tabel I bij dat besluit.
Aan een lid van de raad wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend van het bedrag genoemd in artikel 2, lid 3 van het Rechtpositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 4 Reis- en verblijfkosten
De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:
a) Voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling Rechtspositie wethouders bepaalde;
b) Voor wat betreft de verblijfskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.
Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komen altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.
Artikel 7 Computer en internetverbinding
Raadsleden ontvangen bij hun indiensttreding een tegemoetkoming van € 31,25 per maand voor het gebruik van een tablet/computer, bijbehorende apparatuur en software en de kosten van een internetverbinding.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
HOOFDSTUK 3 VOORZIENINGEN VOOR WETHOUDERS
Aan een wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten van het bedrag genoemd in artikel 25, lid 1 van het Rechtpositiebesluit wethouders.
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
2. Er bestaat maximaal twee keer per dag recht op een enkele reis vergoeding woon-werkverkeer.
3. De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.
1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het college. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 14 Computer en internetverbinding
Wethouders ontvangen bij hun indiensttreding voor de uitoefening van het ambt een tablet/computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen.
Artikel 15 Communicatieapparatuur
1. Wethouders ontvangen bij hun indiensttreding voor de uitoefening van het ambt een mobiele telefoon c.q. smartphone.
2. De kosten van de mobiele telefoon c.q. smartphone, de abonnementskosten en de gesprekskosten komen voor rekening van de gemeente.
3. Wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking is gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 16 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming
Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:
a. reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en
b. dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk III van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen drie maandenna factuurdatum of betaling door
wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris.
In gevallen waarin deze verordening niet of niet in redelijkheid voorziet kan afhankelijk van de bevoegdheid de raad of het college een aanvullende voorziening worden getroffen.
Artikel 20 Citeertitel en inwerkingtreding
1. Deze regeling treedt in werking op 1 december 2016 en werkt terug tot 1 juli 2016.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden gemeente Opsterland 2016".
3. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de "verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2015" ingetrokken.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de Gemeente Opsterland van 21 november 2016.