Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Aanwijsbesluit art. 5:6 Algemene Plaatselijke Verordening (Kampeermiddelen e.d.)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAanwijsbesluit art. 5:6 Algemene Plaatselijke Verordening (Kampeermiddelen e.d.)
CiteertitelAanwijsbesluit art. 5:6 Algemene Plaatselijke Verordening Kampeermiddelen e.d.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Per 1 januari 2018 van toepassing te verklaren voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Leeuwarden zoals dat per 1 januari 2018, op grond van de Wet van 8 maart 2017 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Súdwest-Fryslân, is ontstaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Plaatselijke Verordening, art. 5:6

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-12-2016Nieuwe regeling

27-09-2016

Gemeenteblad: 6 december 2016

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanwijsbesluit art. 5:6 Algemene Plaatselijke Verordening (Kampeermiddelen e.d.)

Besluit tot aanwijzing gebieden ter voorkoming van oneigenlijk gebruik openbare ruimte en schade aan het uiterlijk aanzien van de gemeente Leeuwarden

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden

 

Gelet op artikel 5:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

 

Besluit:

 

  • I.

    Aan te wijzen, alle wegen binnen de bebouwde kommen van de gemeente Leeuwarden, zoals aangeduid in artikel 1:1 sub a APV, als gebied waarin voertuigen die voor andere dan verkeersdoeleinden worden gebruikt, zoals beschreven in artikel 5:6 lid 1 APV, niet langer dan drie opeenvolgende dagen mogen worden gehouden of geplaatst;

  • II.

    In te trekken, het huidige aanwijs besluit inzake art. 5:6 Kampeermiddelen e.d.;

  • III.

    Dit besluit treedt na publicatie inwerking.

Gemeente Leeuwarden, 27 september 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden,

De burgemeester, drs. F.J.M. Crone

De secretaris, mr. drs. R.J. Hoek

Noodzaak herziening aanwijsbesluit art. 5:6 APV kampeermiddelen e.d.  

Inleiding

De gemeente Leeuwarden kent sinds januari 2001 een succesvol beleid inzake de verwijdering van geplaatste kampeermiddelen, aanhangers, opleggers e.d. De gemeente Leeuwarden heeft de afgelopen jaren tientallen kentekenhouders en eigenaren stafrechtelijk en bestuursrechtelijk aangespoord tot verwijdering en ook een klein aantal voertuigen eigenhandig verwijderd. Dit alles ten behoeve van een rechtmatig en proportioneel gebruik van de openbare ruimte.

De grondslag voor het tijdelijk plaatsen van kampeermiddelen is te vinden in artikel 5:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van gemeente Leeuwarden. Met de zinsnede ‘of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt’, welke in lid 1 van het genoemde artikel is opgenomen, is beoogd aan te geven dat alle soorten voertuigen, die niet ‘dagelijks’ worden gebruikt als vervoermiddel, onder deze bepaling kunnen vallen. Denk hierbij, naast kampeermiddelen, aan aanhangers, magazijnwagens, keetwagens etc.

 

Wettelijk kader

Voertuigen die niet ‘dagelijks’ gebruikt worden, kunnen zorgen voor een parkeerexces. Uit de jurisprudentie van de Raad van State valt op te maken dat in de eerste plaats sprake is van een parkeerexces als het gaat om excessief gebruik van de weg, welke strijdig is met de bestemming die de weg heeft. Voorts is volgens de Raad van State sprake van een parkeerexces in het geval dat parkeren op de weg gepaard gaat met ontsiering van het uiterlijk aanzien van de gemeente, beneming van uitzicht, stankoverlast of gevaar voor de veiligheid van personen. Al deze vormen van excessief, hinderlijk en ontsierend gebruik van de weg kunnen door de gemeentelijke wetgever aan regels worden gebonden.

 

Noodzaak herziening aanwijsbesluit

In het huidige aanwijsbesluit inzake kampeermiddelen is artikel 5:6 lid 1 sub a APV niet opgenomen. Met het oog op doelmatige en effectieve handhaving, de groter wordende druk op de parkeercapaciteit en de reeds volbrachte gemeentelijke herindeling, is het wenselijk dat artikel 5:6 lid 1 sub a wordt opgenomen in het aanwijsbesluit en de bebouwde kommen van de gemeente Leeuwarden als gebieden worden aangewezen, waarin voertuigen die voor andere dan verkeersdoeleinden worden gebruikt, niet langer dan drie opeenvolgende dagen op de weg mogen worden gehouden of geplaatst.

 

Inzet

Zoals bekend is handhaving geen doel maar een middel. Daarom zal handhaving in beginsel geschieden op basis van een piepsysteem (melddesk). Dit houdt in dat op basis van meldingen, welke afkomstig zijn van burgers of bedrijven, wordt gehandhaafd. Naast het piepsysteem wordt ook gehandhaafd op basis van de toezichthoudende taak. Dit houdt in dat, in het geval handhavers van de gemeente een voertuig aantreffen, zij uit eigenbeweging de overtreding oppakken.

 

Uitvoering

Er wordt onderscheid gemaakt tussen voertuigen met kenteken en zonder kenteken. Gezien de wijze waarop wordt gehandhaafd is dit van belang. Wanneer het kenteken bekend is, wordt het feit in eerste instantie strafrechtelijk afgedaan. Geeft een boete niet het gewenste effect of is het kenteken onbekend, dan wordt er bestuursrechtelijk gehandhaafd. In de gevallen dat er bestuursrechtelijk wordt gehandhaafd, dan wordt er eerst een waarschuwing afgegeven. In beide gevallen is het wenselijk om alvorens over te gaan tot handhaving, eerst een waarschuwing af te geven. Zijn er bijzondere feiten of omstandigheden zoals een zeer hinderlijk of spoedeisend geval, dan kan gehandhaafd worden zonder eerst een waarschuwing af te geven.

Eigenaar bekend Wanneer de eigenaar bekend is zal deze, alvorens een boete wordt opgelegd, een waarschuwing ontvangen. Indien het afgeven van een waarschuwing of het opleggen van een boete niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, dan kan een last onder dwangsom opgelegd worden. Dit zal als stimulans werken voor het verwijderen van het voertuig. Een sanctie als het laatste betreft een herstelsanctie. Een herstelsanctie mag in beginsel zowel gelijktijdig als na een bestraffende sanctie worden opgelegd, daar het karakter van de sancties van elkaar verschillen. Een herstelsanctie strekt ertoe de overtreding te beëindigen. Een bestraffende sanctie beoogd de overtreder te bestraffen.

Eigenaar onbekend Indien de eigenaar onbekend is wordt een sticker op het voertuig geplaatst. Middels de sticker wordt het besluit om te gaan handhaven bekend gemaakt (toepassing art. 3:41 lid 2 Awb). Alle vereisten van het besluit, waaronder de wettelijk grondslag en het begunstigingstermijn, staan op de sticker vermeldt. Is het voertuig niet verwijderd na de gegeven termijn, dan wordt bestuursdwang toegepast en het voertuig verwijderd.

Binnen/buiten blauwe zones In het verleden is er met de politie een afspraak gemaakt omtrent handhaving van voertuigen binnen en buiten de blauwe zones. Deze afspraak is nog altijd van kracht. De afspraak houdt in dat de politie alle overtredingen die gaan over voertuigen mét kenteken en buiten de blauwe zones staan, oppakt. Alle overige overtredingen worden door ons opgepakt. Mocht de politie de zaken niet oppakken, dan pakt de gemeente deze alsnog op. De burger mag immers niet de dupe worden van het niet nakomen van gemaakte afspraken.

 

Voorstel

Met in achtneming van het bovenstaande verzoek ik u alle wegen binnen de bebouwde kommen van de gemeente Leeuwarden, zoals aangeduid in artikel 1:1 sub a APV, aan te wijzen als gebied waarin voertuigen die voor andere dan verkeersdoeleinden worden gebruikt, zoals beschreven in artikel 5:6 lid 1 APV, niet langer dan drie opeenvolgende dagen mogen worden gehouden of geplaatst.