De raad van de gemeente Ouder-Amstel,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 mei 2016, nummer
2016/16,
BESLUIT :
de verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de
voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Participatie-en
Inspraakverordening Ouder-Amstel 2016) vast te stellen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
- a.
inspraak: het ten aanzien van gemeentelijke beleidsvoornemens
kenbaar maken van een zienswijze en daarover zo mogelijk van
gedachten wisselen met het betreffende bestuursorgaan;
- b.
participatie; het betrekken van ingezeten en belanghebbenden bij de
voorbereiding van gemeentelijk beleid;
- c.
procedure: de wijze waarop de inspraak of participatie gestalte
wordt gegeven;
- d.
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het
vaststellen of wijzigen van beleid.
- e.
Randvoorwaarden: aan de inspraak of participatie ten grondslag
liggende feiten, waarop het bestuursorgaan geen invloed heeft, dan
wel door het bestuursorgaan aan inspraak of participatie meegegeven
kaders.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak of participatie
- 1.
Elk bestuursorgaan kan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden besluiten
tot inspraak of participatie bij de voorbereiding van beleid van de
gemeente
- 2.
Inspraak of participatie wordt altijd verleend indien de wet daartoe
verplicht.
- 3.
Geen inspraak of participatie wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder
vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak of participatie bij of krachtens wettelijk
voorschrift is uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij
het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid
heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke
dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de
Gemeentewet;
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate
spoedeisend is dat inspraak of participatie niet kan worden
afgewacht;
- f.
indien het belang van inspraak of participatie niet opweegt
tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente
voor kwetsbare groepen in de samenleving;
- g.
indien het belang van inspraak of participatie niet opweegt
tegen het belang van handhaving van de openbare orde en
veiligheid.
- 4.
Cumulatie van participatie en inspraak wordt in beginsel vermeden.
- 5.
Een besluit tot het niet verlenen van inspraak of participatie wordt
gemotiveerd.
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
- 1.
Inspraak of participatie wordt verleend aan ingezetenen en
belanghebbenden.
- 2.
Het bestuursorgaan stelt vast aan welke kring van belanghebbenden
inspraak of participatie wordt verleend met inachtneming van hetgeen
hierover bij wet, provinciale- of gemeentelijke verordening is
voorgeschreven
Artikel 4 Inspraakprocedure
- 1.
Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet
bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
- 3.
Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere
inspraakprocedure vaststellen.
Artikel 5 Eindverslag
- 1.
Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag
op.
- 2.
Het eindverslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
- b.
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak
mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c.
een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed
wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van
het beleidsvoornemen wordt overgegaan.
- 3.
Het verslag maakt deel uit van het voorstel dat ter besluitvorming wordt
aangeboden.
- 4.
Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze
openbaar.
Artikel 6 Procedure participatie
- 1.
Het bestuursorgaan stelt voor elk onderwerp waarop participatie wordt
verleend een procedure vast. Het bestuursorgaan maakt daarbij een keuze uit
de participatietreden:
Informeren, raadplegen +, coproduceren of meebeslissen. Deze keuze wordt
gemotiveerd.
- 2.
De participatieprocedure bevat in elk geval:
- a.
Het onderwerp van participatie, als bedoeld in artikel
2;
- b.
Een aanduiding van de kring van belanghebbenden als bedoeld
in artikel 3.
- 3.
In aanvulling op het tweede lid bevat deze procedure, voor zover
mogelijk:
- a.
De randvoorwaarden, als bedoeld in artikel 1 onder e
- b.
De wijze van vormgeving van het participatieproces
- c.
Een tijdpad met termijnstelling
- d.
Een communicatieparagraaf
- e.
Een financiële paragraaf.
- 4.
Indien aan een adviesraad, wijkteam, klankbordgroep of platform voor
(on)bepaalde tijd een participatierecht is toegekend, wordt de
participatieprocedure, in overleg met hen, voor (on)bepaalde tijd
vastgelegd in een protocol. Een procedure voor (on) bepaalde tijd
komt niet in de plaats van specifieke afspraken per onderwerp.
- 5.
Het bestuursorgaan kan de procedure wijzigen in die gevallen waarin
de vaststelling van het beleidsvoornemen dit vereist. Het
bestuursorgaan maakt een besluit tot wijziging van de procedure aan
de participanten bekend.
Artikel 7 Voorbereiding participatie
- 1.
Het bestuursorgaan informeert voorafgaand aan de participatie
belanghebbenden hierover op geschikte wijze.
- 2.
Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de kring van belanghebbenden
voldoende tijd en informatie krijgt voor een goede voorbereiding.
Artikel 8 Vastlegging en eindverslag participatie
- 1.
Het bestuursorgaan draagt zorg voor verslaglegging van door haar in het
kader van participatie gehouden bijeenkomsten.
- 2.
Deze verslagen worden aan alle aanwezigen bij de in lid 1 bedoelde
bijeenkomsten toegezonden.
- 3.
Ter afronding van de participatieprocedure maakt het bestuursorgaan een
eindverslag op.
- 4.
Het eindverslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde participatieprocedure;
- b.
een weergave van de opbrengst die tijdens de
participatieprocedure mondeling of schriftelijk naar voren is
gebracht;
- c.
een reactie op deze opbrengst, waarbij met redenen omkleed wordt
aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het
beleidsvoornemen wordt overgegaan;
- d.
een beoordeling achteraf of de gemaakte keuzen, als genoemd in
artikel 6, gelet op het verloop van de participatieprocedure de
juiste zijn geweest.
- 5.
Het verslag maakt deel uit van het voorstel dat ter besluitvorming wordt
aangeboden.
- 6.
Na besluitvorming krijgen alle deelnemers het voorstel en het besluit
ter informatie toegezonden.
Artikel 9 Reikwijdte verordening
Deze verordening is niet van toepassing op aangelegenheden, waarvoor een
specifieke inspraak-of participatieverordening is vastgesteld.
Artikel 10 Intrekking oude verordening
Bij het in werking treden van deze verordening vervalt de
Inspraakverordening Ouder-Amstel 2004. Inspraakprocedures die op basis van
deze verordening zijn gevoerd of gestart blijven van kracht.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking acht dagen na de dag van
bekendmaking.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Participatie-en Inspraakverordening
Ouder-Amstel 2016.