Organisatie | Zwartewaterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Bouw- en Slooplawaai 2016 Gemeente Zwartewaterland |
Citeertitel | Beleidsregels Bouw- en Slooplawaai 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2016 | Nieuwe Regeling | 22-11-2016 | Onbekend |
Titel Beleidsregel Bouw- en slooplawaai 2016
Concept vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland op 12 juli 2016
Concept ter inzage concept 6 weken conform Awb van 25-08-2016 tot 07-10-2016
vastgesteld op door het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland op 22-11-2016
Regelmatig vinden er binnen de gemeente bouw- en sloopwerkzaamheden plaats waarbij geluidhinder plaats vindt voor de omgeving. Binnen de gemeente Zwartewaterland is tot op heden geen specifiek beleid vastgesteld hoe om te gaan met bouw- en slooplawaai. De aanleiding om deze nota op te stellen zijn o.a. de werkzaamheden bij de Meppelerdiepsluis te Zwartsluis waarbij veel bouw- en slooplawaai over een langere periode plaats heeft gevonden en herstructurering (rioleringswerkzaamheden en bestrating) in verschillende woonwijken. Op de voorpagina is een foto opgenomen van de situatie Meppelerdiepsluis te Zwartsluis (foto auteur, mei 2016)
De bescherming tegen geluid van bouwen en slopen is op verschillende wijzen gereguleerd. Over het algemeen geldt het Bouwbesluit 2012 voor het bedrijfsmatig (ver)bouwen van bouwwerken en sloopwerkzaamheden. Voor een mobiele installatie waarmee bouw- en sloopafval wordt gebroken, geldt het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval. Verder kan een gemeente in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voorschriften opnemen voor het niet-bedrijfsmatig bouwen en slopen.
Het doel van deze beleidsregel Bouw- en slooplawaai 2016 is om invulling te geven aan de mogelijkheid die in het Bouwbesluit 2012 is opgenomen om beleidsregels op te stellen (met in acht neming van artikel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht) zodat geen ontheffing is vereist voor het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden. Een tweede doel is dat duidelijkheid wordt gegeven voor zowel de mogelijk gehinderden als ook de aanvrager voor een ontheffing in het kader van de APV waaraan voldaan moet worden en onder welke voorwaarden de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd.
In hoofdstuk 2 wordt het wettelijk kader kort toegelicht evenals een doorkijk naar de Omgevingswet. Vervolgens zijn in hoofdstuk 3 regels opgenomen waaruit blijkt wanneer er wel of geen ontheffing noodzakelijk is en welke maatregelen/voorzieningen moeten worden uitgevoerd tijdens of vooraf aan de werkzaamheden. In hoofdstuk 4 is de beoordeling van een omgevingsvergunning onderdeel bouw- en sloopwerkzaamheden weergegeven en hoe de controle op de werkzaamheden gedaan moeten worden. De handhaving is in hoofdstuk 5 opgenomen. Aangezien er twee mogelijkheden zijn voor het afhandelen van een ontheffing bouw- en slooplawaai, is in hoofdstuk 6 de procedure opgenomen voor een eenvoudige situatie (waarbij voldaan wordt aan deze nota) en een normale ontheffingen procedure. In de bijlage is een lijst opgenomen van voorbeelden van geluidvermogens en afstanden om een beeld te krijgen van geluidniveaus bij woningen en toegepast materieel.
In Nederland is er in toenemende mate aandacht voor (bouw)lawaai. Met het van kracht worden van het Bouwbesluit 2012 en de wijzigingen in het Bouwbesluit 2014 zijn wettelijke geluidnormen geïntroduceerd waardoor het beheersen van bouwlawaai een belangrijke randvoorwaarde geworden is voor de uitvoering van bouw- en sloop projecten. Voor een mobiele puinbreker gelden separate geluidvoorwaarden welke zijn opgenomen in het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval. Hierbij is het wel van belang of het gaat om een mobiele breker welke opgenomen is in een milieuvergunning (dan gelden de voorschriften zoals opgenomen in de milieuvergunning) of binnen een inrichting (maar geen onderdeel van de inrichting) of buiten een inrichting. Verder zijn er nog bouw- en sloopwerkzaamheden die niet bedrijfsmatig worden uitgevoerd en waarvoor de APV van toepassing is. In de volgende paragraven wordt dit nader uitgewerkt.
Op 1 april 2012 is het Bouwbesluit 2012 in werking getreden (met een wijziging 1 april 2014) waarin onder andere het onderdeel bouw- en sloopwerkzaamheden is opgenomen (hoofdstuk 8). Specifiek voor het onderdeel geluidhinder zijn de volgende artikelen van toepassing:
Indien het bevoegd gezag met betrekking tot het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden beleidsregels als bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht heeft vastgesteld, is in afwijking van het derde lid geen ontheffing vereist indien het uitvoeren van de werkzaamheden voldoet aan die beleidsregels en het bevoegd gezag ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van die werkzaamheden in kennis is gesteld van de aanvang van de werkzaamheden.
Trillingen veroorzaakt door het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden bedragen in de geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en in verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel e, van het Besluit geluidhinder niet meer dan de trillingssterkte, genoemd in tabel 4 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B «Hinder door personen in gebouwen» 2006.
2.3 Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval
Sinds januari 2004 is het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval van toepassing op het bewerken van bouw- en sloopafval met een mobiele puinbreker buiten een inrichting (artikel 2 lid 1) en ook binnen een inrichting indien dat volgens de omgevingsvergunning van die inrichting is toegestaan om met een mobiele puinbreker van buiten de inrichting afkomstig te mogen werken. In het besluit zijn voorschriften opgenomen waaraan moet worden voldaan (in de bijlage van het besluit). De maximale periode dat een mobiele puinbreker op een locatie in gebruik is, is maximaal een aaneengesloten periode van drie maanden. In de bijlage van het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval zijn maximale waarden (LlA,rt) en de bijbehorende blootstellingsduur (in dagen) opgenomen. In tabel 2.3.1 is een samenvatting opgenomen. Het van toepassing zijnde artikel uit het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval, bijlage behorende bij artikel 3, is ook in de tabel opgenomen. De waarden gelden op de gevel van een woning of andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen
Specifiek voor scholen, verpleeg- of ziekenhuis geld 60 dB(A) op de gevel (artikel 1.1.4, onbeperkte blootstellingsduur).
In artikel 1.1.5 is opgenomen dat het bewerken van bouw- en sloopafval uitsluitend geschiedt gedurende de dagperiode (07:00 uur tot 19:00 uur) en niet op zaterdagen, zondagen en feestdagen.
Door de gemeente Zwartewaterland is in 2013 de Algemene plaatselijke verordening vastgesteld (in werking op 23 mei 2013) met daarin in hoofdstuk 4, bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente, afdeling 1. Geluidhinder en verlichting.
In artikel 4.6 overige geluidhinder is opgenomen dat het verboden is buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor de omwonenden of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen (artikel 4:6 lid 3). Er zijn in de APV geen geluidwaarden opgenomen. In de praktijk worden veelal de normen toegepast zoals in tabel 2.4.1 zijn weergegeven. Deze tabel komt overeen met de geluidvoorwaarden zoals deze in het Activiteitenbesluit zijn opgenomen. Indien de te verwachten geluidhinder boven de waarde, zoals opgenomen in tabel 2.4.1., uitkomt is een ontheffing van het college noodzakelijk om die werkzaamheden te mogen uitvoeren.
Bij een eventuele ontheffing kan de beleidsregel Bouw- en slooplawaai 2016 worden toegepast als handvat. Daarbij is specifieke aandacht voor situaties met een geluidniveau hoger dan 80 dB(A), bij werkzaamheden in de avond/nacht periode en voor zondagen . Voor deze situaties is speciaal maatwerk noodzakelijk.
De verwachting is dat de nieuwe wetgeving, de Omgevingswet pas medio 2019 in werking zal treden. Naast deze wet worden een viertal besluiten opgenomen te weten Bal, Bol, BbL en Bkl (Besluit algemene regels leefomgeving, Besluit omgevingsrecht leefomgeving, Besluit bouwwerken leefomgeving en Besluit kwaliteit leefomgeving). Zoals het nu (anno 2016) lijkt worden de aspecten met betrekking tot bouw- en slopen opgenomen in de Bbl.
De omgevingswet is gericht op het, met het oog op duurzame ontwikkeling en in onderlinge samenhang:
Vanuit de Omgevingswet wordt de gemeente verplicht een omgevingsvisie op te stellen waarin is opgenomen welke ontwikkelingen en ambities de gemeente heeft voor haar grondgebied. Daarin zijn de hoofdlijnen opgenomen van het integrale beleid voor de fysieke leefomgeving. Geluid maakt daar een belangrijk onderdeel van uit. In het Besluit bouwwerken leefomgeving komen voorschriften omtrent kleinschalige hinder en overlast. Dit besluit biedt de gemeente ruime mogelijkheden voor lokaal maatwerk. De voorliggende nota beleidsregel bouw- en slooplawaai 2016 sluit bij dit principe aan.
De beleidsregel Bouw- en slooplawaai 2016 geeft een concrete invulling aan de doelstelling om hinder voor de woonomgeving door hei-, bouw- en sloopwerkzaamheden zoveel mogelijk te beperken en/of te voorkomen. Tevens geeft deze beleidsregel duidelijkheid aan betrokken partijen (zoals aannemers, vergunninghouders en omwonenden) hoe de gemeente Zwartewaterland omgaat met ontheffing van de reguliere geluidwaarden en wanneer er geen ontheffing noodzakelijk is.
3.2 Beleidsregel ontheffing Bouwbesluit 2012
Zoals aangegeven in artikel 8.3 lid 4 van het Bouwbesluit 2012 kan het bevoegd gezag voor het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden beleidsregels vaststellen waardoor ontheffing niet noodzakelijk is. De gemeente Zwartewaterland maakt hier middels deze nota gebruik van. De algemene ontheffing met bijbehorende regels zijn niet van toepassing voor werken op zondag. Indien er werkzaamheden op zondag plaats moeten vinden is er altijd een aparte beoordeling van het college noodzakelijk. Voorgenomen geluidmakende werkzaamheden welke plaats vinden op een zondag zullen zeer goed gemotiveerd moeten worden en de aanvrager zal een ontheffing bij het college van burgemeester en wethouders moeten aanvragen.
De gemeente Zwartewaterland staat op voorhand geluidmakende bouw- en sloopwerkzaamheden op een zondag niet toe. Indien aantoonbaar kan worden gemaakt dat deze werkzaamheden noodzakelijkerwijs op een zondag moeten worden uitgevoerd, zal eerst een ontheffing moeten worden aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland.
Bij werkzaamheden die niet kunnen voldoen aan lid 1 of lid 2 van artikel 8.3 Bouwbesluit 2012, de blootstellingsduur of het geluidniveau, moeten altijd de best beschikbare stille techniek worden toegepast en zijn opgenomen in een akoestisch rapport (artikel 8.3 lid 3 Bouwbesluit 2012). In de onderbouwing voor het werken buiten de dagperiode moet duidelijk zijn beargumenteerd waarom afgeweken moet worden binnen de dagperiode. Hierbij speelt het doelmatigheidsbegrip een belangrijke factor. Met het doelmatigheidsbegrip wordt bedoeld dat de noodzaak om de ontheffing aan te vragen moet worden onderbouwd met kosten van een maatregel om de geluidbelasting op de gevel te verlagen dan wel een andere maatregel in relatie met de geluidhinder en de duur. Een andere maatregel kan bestaan uit een compensatie (tijdelijk ander verblijf) van de betrokken gehinderde.
Bij afwijking van artikel 8.3 lid 1 of 2 Bouwbesluit 2012 moet bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning een akoestisch rapport worden ingediend met daarin opgenomen de akoestische situatie, een motivatie waarom er afgeweken moet worden en welke compenserende maatregelen er worden getroffen.
oor het onderdeel trillingen zijn geen aparte beleidsregels opgenomen.
Indien er werkzaamheden plaats gaan vinden waarbij de verwachting is dat niet kan worden voldaan aan het gestelde in artikel 8.4 lid 1 Bouwbesluit 2012 moet altijd akoestisch onderzoek plaats vinden en is een ontheffingsaanvraag noodzakelijk.
De gemeente Zwartewaterland staat op voorhand niet toe dat er trillingshinder wordt veroorzaakt door bouw- of sloopwerkzaamheden welke niet kunnen voldoen aan het gestelde in artikel 8.4 lid 1 van het Bouwbesluit 2012. Als deze norm wordt overtreden dan zal eerst een ontheffing moeten worden aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland
Een verzoek om een ontheffing (behalve indien de werkzaamheden zijn gepland op een zondag) is niet noodzakelijk indien wordt voldaan aan de volgende regels:
Regel 1, akoestisch onderzoek bij geluidbelasting > 60 dB(A)
Een akoestisch onderzoek is bij de aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend waaruit blijkt wat de geluidbelasting wordt op de omliggende woningen (of onderwijsgebouw).
Regel 2, communicatie met omwonenden
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning is een communicatieplan ingediend.
Regel 3, woning of onderwijsgebouw niet in gebruik tijdens werkzaamheden
De werkzaamheden vinden plaats bij een woning of onderwijsgebouw welke tijdens de bouw- en sloopwerkzaamheden niet in gebruik is.
Bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning is een overzicht gegeven waaruit blijkt dat de eigenaar/bewoner van het pand of de gebruiker van het onderwijsgebouw niet aanwezig/in gebruik is tijdens de bouw- en sloopwerkzaamheden. Bij het overzicht is een schriftelijke verklaring van de eigenaar/bewoner of gebruiker toegevoegd.
Regel 4, er is vervangende woonruimte aan de bewoner(s) aangeboden
Regel 5, omgevingsgeluid is in de dagperiode hoger dan het bouw- en slooplawaai
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning is een akoestisch onderzoek toegevoegd waaruit blijkt dat het omgevingslawaai ten gevolge van het verkeerslawaai op de woninggevels (of onderwijsgebouw) gelijk of hoger is dan het te verwachten geluidniveau ten gevolge van de bouw- en sloopwerkzaamheden.
Regel 6, het binnen geluidniveau in de woningen is lager dan 55 dB(A) in de dagperiode
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning is een bouwakoestisch onderzoek toegevoegd waaruit blijkt dat de gevelgeluidwering bij gesloten ramen en deuren dusdanig is dat het binnenniveau in de woonkamer niet hoger is dan 55 dB(A) in de dagperiode ten gevolge van de bouw- en sloopwerkzaamheden.
Regel 7, bouw- en sloopwerken in de avondperiode < 60 dB(A) en maximaal 5 avonden
Het geluidniveau ten gevolge van de bouw- en sloop werkzaamheden in de avondperiode (19:00 uur en 23:00 uur) is lager dan 60 dB(A) op een woninggevel en deze werkzaamheden duren maximaal 5 avonden.
Regel 8, bouw en sloopwerkzaamheden in de nachtperiode voor maximaal 6 nachten
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning is een bouwakoestisch onderzoek toegevoegd waaruit blijkt dat de gevelgeluidwering bij gesloten ramen en deuren dusdanig is dat het binnenniveau in de slaapkamer(s) niet hoger is dan 45 dB(A) in de nachtperiode ten gevolge van de bouw- en sloopwerkzaamheden en maximaal 6 nachten duren.
Indien uit de aanvraag voor een omgevingsvergunning blijkt dat kan worden voldaan aan de regels 1 tot en met 8 is ontheffing niet noodzakelijk en worden er geen nadere voorwaarden gesteld.
Bouw- en sloopwerkzaamheden op een zondag.
Voor de zondag geld de zondagsrust. In principe wordt er geen medewerking gegeven aan bouw- en sloopactiviteiten op een zondag. Indien de Zondagswet in acht wordt genomen mogen er slechts bij hoge uitzondering werkzaamheden plaats vinden op een zondag waarbij het maximale geluidniveau voor de dagperiode 50 dB(A) bedraagt. Hiervoor is echter altijd een ontheffing van het college noodzakelijk.
Indien niet kan worden voldaan aan de regels 1 tot en met 8 en/of er vinden werkzaamheden plaats op een zondag moet er altijd een ontheffing worden aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland.
3.3 Beleidsregel Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval
Het besluit kent geen vrijstellingen van de voorschriften. De eisen van geluidniveau en bedrijfsduur staat vast. Deze nota kent dan ook geen nadere regels voor dit besluit.
Voor werkzaamheden aan wegen (herbestrating, aanleg riolering e.d.) kan de gemeente Zwartewaterland ontheffing geven in het kader van de Algemene plaatselijke verordening voor wat betreft geluidhinder (artikel 4:6 lid 3 APV). Indien er sprake is van een ontheffingsverzoek op grond van de APV dan wordt getoetst op de beleidsregels zoals opgenomen in paragraaf 3.2.
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning waarbij bouw- en of sloopwerkzaamheden plaatsvinden en waarbij niet kan worden voldaan aan artikel 8.3 lid 1 of 2 van het Bouwbesluit 2012 moet een duidelijke omschrijving van de werkzaamheden en akoestisch onderzoek zijn toegevoegd. De beoordeling van deze aanvraag vindt plaats zoals aangegeven in de volgende paragraaf.
4.2 Beoordeling bouw- en of slooplawaai
Een aanvraag om een omgevingsvergunning kan op basis van onderstaande stappen worden beoordeeld:
Is er een degelijk geluidrapport bij de aanvraag ingediend waaruit blijkt wat de akoestische situatie is op de geluidgevoelige gebouwen? Worden er ervaringscijfers gebruikt (vanuit bronmetingen van andere locaties) of literatuurgegevens? Is het onderliggende model een recent model (o.a. GBKN, hoogte lijnen, gebouwen e.d.)? Zijn de juiste beoordelingspunten en hoogten opgenomen?
Controle op de uitvoering bouw- en sloopwerkzaamheden
Er zijn regels en voorwaarden opgenomen om geluidhinder te voorkomen of te beperken, maar dan is het nog niet zeker dat ook conform de voorwaarden wordt gewerkt. Verder kan een rustige manier van werken (geen gooi- en smijtwerk) moeilijk in richtlijnen worden vastgelegd. Een goede controle door de aannemer op het werk is daarom noodzakelijk.
De inzet van bouwmaterieel conform de Regeling geluidemissie buitenmaterieel wordt steekproefsgewijs gecontroleerd. Controle metingen worden uitgevoerd bij twijfel over de opgegeven geluidniveaus en bij klachten.
Het is vaste rechtspraak dat een bestuursorgaan handhavend dient op te treden, indien het een overtreding constateert (de zogeheten beginselplicht tot handhaving). Ook is het vaste rechtspraak dat uitzondering bestaat op deze beginselplicht, indien het gaat om een overtreding van geringe omvang. De standaardoverweging zoals deze in de rechtspraak is geformuleerd, luidt:
"Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet uitzicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien."
Bij iedere concrete overtreding dient daarom eerst – alvorens daadwerkelijk tot handhaving wordt besloten en wordt overgegaan - te worden bezien of er een concreet zicht op legalisatie van de overtreding bestaat of dat er sprake is van een bijzondere omstandigheid die het afzien van handhaving rechtvaardigt.
Ingeval van handhaving kan het bevoegde bestuursorgaan besluiten, een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom uit te vaardigen. Bij een last onder bestuursdwang kan bijvoorbeeld worden besloten om de werkzaamheden stil te leggen.
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning waarbij bouw- en/of sloopwerkzaamheden worden voorzien zijn er drie mogelijkheden te weten:
Geen ontheffing Bouwbesluit 2012 noodzakelijk maar wel akoestische onderbouwing: de bouw- en/of sloopwerkzaamheden vinden plaats op werkdagen, in de avondperiode of op een zaterdag en kunnen niet voldoen aan de in het Bouwbesluit opgenomen waarden of aantallen dagen (artikel 8.3 lid 2) maar wel aan de beleidsregels 1 tot en met 8 (paragraaf 3.2). Ingeval van trillingen wordt voldaan aan het gestelde in artikel 8.4 lid 1.
Ontheffing Bouwbesluit 2012 noodzakelijk: de bouw- en/of sloopwerkzaamheden vinden plaats in de avondperiode of nachtperiode dan wel op een zondag en kunnen niet voldoen aan de beleidsregels 1 tot en met 8 (paragraaf 3.2) of er is sprake van trillinghinder waarbij niet voldaan kan worden aan artikel 8.4 lid 1.
Voor geluidmakende werkzaamheden in het kader van de APV waarbij mogelijke hinder voor de omwonenden kan ontstaan is altijd een ontheffing noodzakelijk.
In paragraaf 6.2 wordt de procedure bij een omgevingsvergunning nader omschreven en in paragraaf 6.3 bij een ontheffingsaanvraag in het kader van de APV.
Voor het onderdeel trillingen zijn geen aparte beleidsregels opgenomen. Indien er werkzaamheden plaats gaan vinden waarbij de verwachting is dat niet kan worden voldaan aan het gestelde in artikel 8.4 lid 1 Bouwbesluit 2012 moet altijd akoestisch onderzoek plaats vinden en is een ontheffing noodzakelijk.
Bij een eventuele vergunningverlening zijn de procedure bepalingen van de Wabo van toepassing.
6.2.1 Geen ontheffing noodzakelijk
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning, waarbij bouw- en sloopwerkzaamheden worden voorzien en welke alleen in de dagperiode (maandag tot en met zaterdag tussen 07:00 uur en 19:00 uur) plaats vinden en kunnen voldoen aan artikel 8.3 lid 2 Bouwbesluit 2012 is geen ontheffing nodig.
Bij de omgevingsvergunningsaanvraag zal een beschrijving van de geluidmakende activiteiten moeten worden toegevoegd (kan het bestek zijn). Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de indicatieve gegevens uit bijlage 1. De vergunningverlener toetst of uit de aanvraag duidelijk blijkt dat kan worden voldaan aan het Bouwbesluit 2012 artikel 8.3 lid 1 en 2 en voor trillinghinder artikel 8.4 lid 1. Bij twijfel wordt de geluidspecialist ingeschakeld. Bij de vergunningverlening wordt in de brief een korte verwijzing opgenomen naar het betreffende artikel uit het Bouwbesluit 2012 in verband met het voorkomen van geluid- of trillinghinder.
6.2.2 Algemene ontheffing Bouwbesluit 2012, voldoen aan de beleidsregels 1 tot en met 8
Bij de omgevingsvergunningaanvraag is een akoestische rapportage ingediend (beleidsregel 1) waaruit blijkt welke werkzaamheden op welke momenten met welke geluidbelasting en blootstellingsduur op de omgeving geeft. Tevens is een communicatieplan ingediend waarin duidelijk is aangegeven wie (en door wie) , wanneer en hoe de omgeving wordt geïnformeerd (beleidsregel 2). Naast deze twee verplichte onderdelen is toepassing gegeven aan één of meerder overige regels ( 3 tot en met 8) waardoor deze algemene ontheffing conform deze beleidsnota van toepassing is.
De vergunningverlener raadpleegt de geluidspecialist om na te gaan of er een deugdelijke akoestische onderbouwing is aangeleverd. Bij de vergunningverlening wordt in de brief een korte verwijzing opgenomen naar de betreffende beleidsregels in verband met het voorkomen van geluid- of trillinghinder.
6.2.1 Geen ontheffing noodzakelijk
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning, waarbij bouw- en sloopwerkzaamheden worden voorzien en welke alleen in de dagperiode (maandag tot en met zaterdag tussen 07:00 uur en 19:00 uur) plaats vinden en kunnen voldoen aan artikel 8.3 lid 2 Bouwbesluit 2012 is geen ontheffing nodig.
Bij de omgevingsvergunningsaanvraag zal een beschrijving van de geluidmakende activiteiten moeten worden toegevoegd (kan het bestek zijn). Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de indicatieve gegevens uit bijlage 1. De vergunningverlener toetst of uit de aanvraag duidelijk blijkt dat kan worden voldaan aan het Bouwbesluit 2012 artikel 8.3 lid 1 en 2 en voor trillinghinder artikel 8.4 lid 1. Bij twijfel wordt de geluidspecialist ingeschakeld. Bij de vergunningverlening wordt in de brief een korte verwijzing opgenomen naar het betreffende artikel uit het Bouwbesluit 2012 in verband met het voorkomen van geluid- of trillinghinder.
6.2.2 Algemene ontheffing Bouwbesluit 2012, voldoen aan de beleidsregels 1 tot en met 8
Bij de omgevingsvergunningaanvraag is een akoestische rapportage ingediend (beleidsregel 1) waaruit blijkt welke werkzaamheden op welke momenten met welke geluidbelasting en blootstellingsduur op de omgeving geeft. Tevens is een communicatieplan ingediend waarin duidelijk is aangegeven wie (en door wie) , wanneer en hoe de omgeving wordt geïnformeerd (beleidsregel 2). Naast deze twee verplichte onderdelen is toepassing gegeven aan één of meerder overige regels ( 3 tot en met 8) waardoor deze algemene ontheffing conform deze beleidsnota van toepassing is.
De vergunningverlener raadpleegt de geluidspecialist om na te gaan of er een deugdelijke akoestische onderbouwing is aangeleverd. Bij de vergunningverlening wordt in de brief een korte verwijzing opgenomen naar de betreffende beleidsregels in verband met het voorkomen van geluid- of trillinghinder.
De bouw- en/of sloopwerkzaamheden vinden plaats in de avondperiode of nachtperiode dan wel op een zondag en kunnen niet voldoen aan de gestelde beleidsregels (paragraaf 3.2) waardoor een ontheffing noodzakelijk is. Ook indien niet kan worden voldaan aan artikel 8.4 lid 1 Bouwbesluit (trillingshinder) is een ontheffing noodzakelijk. Bij de omgevingsvergunningsaanvraag moet een akoestisch rapport worden ingediend met een duidelijke onderbouwing waaruit de noodzaak blijkt waarom niet kan worden voldaan aan het Bouwbesluit 2012 en aan de beleidsregels. De vergunningverlener raadpleegt de geluidspecialist en stelt een college advies op.
Bij bouw- en sloopwerkzaamheden die vallen onder de APV en die mogelijk geluidhinder kunnen veroorzaken is altijd een verzoek om ontheffing van artikel 4.6 van de Apv Zwartewaterland noodzakelijk.
Bij het verzoek kan gebruik gemaakt worden van het aanvraag formulier zoals in bijlage II is opgenomen. De ingediende aanvraag wordt in het gemeentelijke registratie systeem opgenomen en behandeld door een vergunningverlener. De beoordeling en afhandeling vindt plaats op dezelfde werkwijze zoals omschreven in paragraaf 6.2 met dien verstande dat de beleidsregels zoals opgenomen in paragraaf 3.2 als voorwaarde in de ontheffing worden opgenomen. Indien uit de aanvraag blijkt dat niet kan worden voldaan aan de beleidsregel Bouw- en slooplawaai 2016 en er is een deugdelijke motivatie bij de aanvraag waarom er vanaf wordt geweken, dan wordt de aanvraag met voorwaarden aan het college voorgelegd ter advisering. In andere gevallen wordt de ontheffingsaanvraag voorgelegd aan het college met het advies om geen ontheffing af te geven.
Bijlage I Geluidvermogens en richtafstanden
Bijlage II Aanvraagformulier bouw- en slooplawaai
Bijlage I Geluidvermogens en richtafstanden
Met de te onderscheiden bouwfasen zoals slopen, bouwrijp maken, fundatie, ruwbouw, gaan verschillende geluidemissies gepaard. In tabel 1 is de gemiddelde geluidemissie van materieel gegeven dat bij de diverse bouwfasen wordt ingezet. Bovendien is de gemiddelde afstand opgenomen waarop per brontype voldaan wordt aan de geluidgrenswaarden. Uitgangspunt is een 8- urige werkdag (overdag).
Mobiele kraan met hydraulische sloophamer | ||||||
Heistelling hydraulisch heiblok (betonpalen) Heistelling (hydraulisch) stalen buispalen | ||||||
Uit deze tabel blijkt dat met name bij sloop- en funderingswerkzaamheden pas op relatief grote afstand wordt voldaan aan de geluidgrenswaarden. In onderstaande grafiek is op de x-as de afstand weergegeven en op de y-as het geluidniveau. De lijnen betreffen de geluidniveaus van heien prefab, intrillen damwanden en betonwerk (bron Bouwlawaai; hoe om te gaan in de praktijk, Maarl W. van der, april 2013, bureau Peutz.
Bijlage II Aanvraagformulier bouw- en slooplawaai
Algemene Plaatselijke Verordening voor Zwartewaterland, artikel 4.6
aanvinken indien van toepassing
In welke periode en aantallen vinden er aan- en afvoerbewegingen van vrachtwagens of ander groot materieel plaats? Tekening aan en afvoerroute toevoegen. | ||
*. Indien vervangende woonruimte is aangeboden, tevens een kopie van de aanbiedingsbrief aan de bewoner(s) toevoegen.