Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeeland

Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade gedeputeerde staten van de provincie Zeeland aan BIJ12

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeeland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingMandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade gedeputeerde staten van de provincie Zeeland aan BIJ12
CiteertitelMandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade gedeputeerde staten van de provincie Zeeland aan BIJ12
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 10:4
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 10.1.1
  3. Provinciewet, art. 158
  4. Procedurebesluit bezwaar, beroep en klachten provincie Zeeland 2015, art 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017Nieuwe regeling

20-09-2016

Provinciaal Blad, 2016. 5996

16013543

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade gedeputeerde staten van de provincie Zeeland aan BIJ12

Besluit van gedeputeerde staten van 20 september 2016, kenmerk 16013543, houdende vaststelling van het Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade gedeputeerde staten van Zeeland aan BIJ12.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat het voor een efficiëntere uitvoering van taken gewenst is enkele bevoegdheden te mandateren;

  • overwegende dat uit hoofde van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht de directeur van BIJ12 en diens waarnemer, de unitmanager en diens waarnemer, de coördinator en diens waarnemer en de juristen en administratief medewerkers hebben ingestemd met de betreffende mandaatverlening;

  • gelet op artikel 158 van de Provinciewet en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • gelet op artikel 3, tweede lid aanhef en onder b van het Procedurebesluit bezwaar, beroep en klachten provincie Zeeland 2015;

besluiten vast te stellen het navolgende:

Mandaatbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade gedeputeerde staten van de provincie Zeeland aan BIJ12

Artikel 1. Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • -

    administratief medewerkers: de administratief medewerkers van BIJ12;

  • -

    BIJ12: uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies, zijnde onderdeel van de Vereniging het Interprovinciaal Overleg;

  • -

    coördinator: de coördinator faunazaken van BIJ12, Unit Faunafonds

  • -

    directeur: de directeur van BIJ12;

  • -

    juristen: de adviseurs juridische zaken van BIJ12;

  • -

    unitmanager: de unitmanager van BIJ12, Unit Faunafonds.

Artikel2.Directeur
  • 1.

    De directeur, of diens waarnemer, is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om namens gedeputeerde staten:

    • a.

      betalingen te verrichten in verband met tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onder a en b van de Wet natuurbescherming;

    • b.

      het bezwaarschrift te behandelen en te beslissen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten op grond van artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming;

    • c.

      te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom bij niet tijdig beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift, wettelijke rente en terugvordering bij onverschuldigde betaling in verband met besluiten als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming;

    • d.

      (beslis)termijnen te verdagen, op te schorten, en te verlengen;

    • e.

      overige correspondentie te voeren in verband met het verlenen

      van tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onder a en b van de Wet natuurbescherming, niet zijnde besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en niet zijnde besluiten waaraan een financiële verplichting is verbonden;

    • f.

      een formulier vast te stellen voor het indienen van een aanvraag om een tegemoetkoming.

  • 2.

    De directeur is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om namens gedeputeerde staten medewerkers te machtigen om gedeputeerde staten te vertegenwoordigen in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter in verband met besluiten als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming.

  • 3.

    De directeur is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om in verband met besluiten als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming namens gedeputeerde staten:

    • a.

      (hoger) beroep of verzet in te stellen;

    • b.

      de inhoud van het te voeren verweer te bepalen en het verweerschriften te ondertekenen;

    • c.

      te verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen of om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening.

Artikel 3. Unitmanager
  • 1.

    De unitmanager, of diens waarnemer, is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om namens gedeputeerde staten:

    • a.

      a. betalingen te verrichten in verband met tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onder a en b van de Wet natuurbescherming;

    • b.

      het bezwaarschrift te behandelen en te beslissen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten op grond van artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming;

    • c.

      te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom bij niet tijdig beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift, wettelijke rente en terugvordering bij onverschuldigde betaling in verband met besluiten als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming;

    • d.

      (beslis)termijnen te verdagen, op te schorten en te verlengen;

    • e.

      overige correspondentie te voeren in verband met het verlenen van tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onder a en b van de Wet natuurbescherming, niet zijnde besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en niet zijnde besluiten waaraan een financiële verplichting is verbonden.

  • 2.

    De unitmanager is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om in verband met besluiten als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming namens gedeputeerde staten:

    • a.

      (hoger) beroep of verzet in te stellen;

    • b.

      verweerschriften te ondertekenen;

    • c.

      te verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen of om opheffing of schorsing van een voorlopige voorziening.

Artikel 4. Coördinator

De coördinator, of diens waarnemer, is gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om namens gedeputeerde staten:

  • 1.

    te beslissen op aanvragen om het verlenen van een tegemoetkoming in geleden schade, aangericht door natuurlijk in het wilde levende beschermde dieren als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onder a en b van de Wet natuurbescherming en deze beslissingen te ondertekenen;

  • 2.

    betalingen te verrichten in verband met tegemoetkomingen zoals bedoeld onder a;

  • 3.

    te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom bij niet tijdig beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift, wettelijke rente en terugvordering bij onverschuldigde betaling in verband met besluiten als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming;

  • 4.

    (beslis)termijnen te verdagen, op te schorten en te verlengen;

  • 5.

    overige correspondentie te voeren in verband met het verlenen van tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onder a en b van de Wet natuurbescherming, niet zijnde besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en niet zijnde besluiten waaraan een financiële verplichting is verbonden.

Artikel 5. Juristen en administratief medewerkers

De juristen en de administratief medewerkers, zijn gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om namens gedeputeerde staten:

  • a.

    (beslis)termijnen te verdagen, op te schorten en te verlengen;

  • b.

    overige correspondentie te voeren in verband met het verlenen van tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onder a en b van de Wet natuurbescherming, niet zijnde besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en niet zijnde besluiten waaraan een financiële verplichting is verbonden.

Artikel 6. Instructies en informatieplicht
  • 1.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij het te nemen besluit een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De gemandateerde stelt gedeputeerde staten in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan zij moet aannemen dat kennisneming door gedeputeerde staten gewenst is. Hiervan is in ieder geval sprake als de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 3.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende volmachten of machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 4.

    Op een bezwaarschrift wordt niet besloten door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt in mandaat heeft genomen of bij de voorbereiding daarvan betrokken is geweest.

  • 5.

    De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden instructies van gedeputeerde staten in acht. Partijen lichten elkaar over en weer in over de uitvoering van een instructie op een zodanig tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 6.

    De directeur informeert gedeputeerde staten over de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden via de Planning en Control-cyclus van BIJ12.

Artikel 7. Ondertekening

De ondertekening, bedoeld in artikel 2, luidt:

‘het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland,

voor deze,'

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 20 september 2016.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Uitgegeven 9 november 2016

De secretaris, A.W. Smit

TOELICHTING

Ter uitvoering van de taak tegemoetkomingen te verlenen in faunaschade zoals bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming, wordt mandaat verleend aan de directeur van BIJ12, de unitmanager, de coördinator en de juristen en administratief medewerkers. Deze uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies gaat de daadwerkelijke uitvoering doen c.q. aanvragen afhandelen en hierop beschikken. BIJ12 maakt onderdeel uit van de Vereniging het Interprovinciaal Overleg en is daarmee in bestuursrechtelijke zin niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van gedeputeerde staten in de zin van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Juridisch gezien is mandaat aan een dergelijke niet-ondergeschikte slechts mogelijk indien duidelijke instructies worden meegegeven, ofwel de mandaatgever feitelijke invloed kan uitoefenen op hoe met haar bevoegdheden wordt omgegaan. Hiertoe worden beleidsregels over het verlenen van tegemoetkomingen in faunaschade vastgesteld door gedeputeerde staten.

De Planning en Control-cyclus van BIJ12 houdt onder meer in dat kwartaalrapportages, een jaarverslag en een jaarrekening worden uitgebracht via de BIJ12-raad aan het IPO-bestuur waarin alle provincies vertegenwoordigd zijn.