De raad van de gemeente Alblasserdam;
gelezen het voorstel van het presidium van 16 februari 2016,
registratienummer Raad 2016-05;
gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;
B E S L U I T :
vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie.
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Raad: de gemeenteraad van Alblasserdam.
- b.
Commissie: de raadscommissie Bestuur als bedoeld in artikel 49, lid
5, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van
de gemeente Alblasserdam 2014.
- c.
Presidium: het presidium van de raad als bedoeld in artikel 4 van
het Reglement van Orde 2014.
- d.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Alblasserdam.
- e.
Rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente
Alblasserdam.
Artikel 2. Rekenkamercommissie
- 1.
Er is een rekenkamercommissie.
- 2.
De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de
(maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de
rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het
gemeentelijke beleid, van het gemeentelijk beheer en van de
gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het
gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en
doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of
in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.
- 3.
De rekenkamercommissie bestaat uit één lid.
- 4.
Het lid zoals bedoeld in het vorige lid legt, alvorens hij de
functie kan uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen
van de voorzitter van de raad de eed (verklaring en belofte)
af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd
te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk
voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en
beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch
middellijk, enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik
zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal
nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer
en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar
en beloof ik!)”
- 5.
De Voorzitter van de Rekenkamercommissie Dordrecht wordt benoemd als
voorzitter en enig lid van de rekenkamercommissie.
- 6.
De rekenkamercommissie wordt benoemd voor een periode van vier
jaar.
- 7.
De bevoegdheden, genoemd in artikel 183 en 184 van de gemeentewet
betrekking hebbende op de Rekenkamer, zijn van overeenkomstige
toepassing op deze verordening.
- 8.
Het lidmaatschap van het lid eindigt:
- a.
- b.
bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het
lidmaatschap van de rekenkamercommissie;
- c.
wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk
een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheids-beneming tot gevolg heeft;
- d.
indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van
faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld.
- e.
Het lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden
ontslagen wanneer deze door ziekte, gebreken of
ongeschiktheid niet in staat is de functie naar behoren te
vervullen.
Artikel 3. Secretariaat en onderzoek
Het secretariaat ten behoeve van de Rekenkamercommissie wordt gevoerd door
de griffie Alblasserdam.
Artikel 4. Selectie onderzoeksonderwerpen
- 1.
Iedere twee jaar zal één groot onderzoek worden uitgevoerd
- 2.
Van lid 1 kan worden afgeweken als de raad daarom verzoekt.
- 3.
De rekenkamercommissie onderhoudt op basis van haar kennis van en
ervaring met de gemeentelijke organisatie, gedurende het jaar een
groslijst bij van potentiële onderzoeksonderwerpen.
- 4.
De rekenkamercommissie doet in oktober van elk tweede jaar een oproep
aan de raad en het college om geschikte onderzoeksonderwerpen aan te
dragen.
- 5.
De rekenkamercommissie houdt bij haar werkzaamheden rekening met de
onderzoeken die worden ingesteld door het college en de externe
accountant en overlegt hierover met hen om dubbele onderzoeken te
voorkomen.
- 6.
Het college wordt jaarlijks in oktober schriftelijk verzocht, onder
verwijzing naar artikel 213a van de Gemeentewet, een opgave te doen van
de krachtens dit artikel uitgevoerde en voor het komende jaar geplande
onderzoeken en de resultaten van uitgevoerde onderzoeken.
- 7.
De rekenkamercommissie maakt in november van elk tweede jaar een top
vijf van onderzoekswaardige onderwerpen en doet van die vijf onderwerpen
een kort oriënterend onderzoek naar het belang en de
uitvoerbaarheid.
- 8.
Het opiniërend onderzoek genoemd in lid 6 wordt vóór 1 december van dat
jaar ter kennis van de raad gebracht, waarbij de raad zijn voorkeur voor
twee onderwerpen uitspreekt.
- 9.
Op basis van het opiniërend onderzoek genoemd in lid 6 en de voorkeur
van de raad, bepaalt de rekenkamercommissie haar keuze en stelt aan het
einde van het kalenderjaar het onderzoeksplan voor het eerstvolgende
twee jaar vast en stuurt het plan uiterlijk in december naar de raad en
het college.
Artikel 5. Rapporten
- 1.
De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen
een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun
zienswijze op het conceptonderzoeks-rapport aan de rekenkamercommissie
kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taak-uitoefening (mede)
onderwerp van onderzoek is of is geweest.
- 2.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport
en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van
betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een
afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.
Artikel 6. Reglement van orde
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar werkzaamheden
vast. Dit reglement wordt na vaststelling ter kennisname naar de raad
gezonden.
Artikel 7. Contact met de raad
De rekenkamercommissie is aanwezig bij de bespreking van de uitgebrachte
onderzoeksrapporten in de commissie en de raad.
Artikel 8. Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van
bekendmaking.
- 2.
Deze verordening werkt terug tot 1 januari 2016.
Artikel 9 Citeerartikel
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie
2016.