Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijke beleid worden betrokken |
Citeertitel | Inspraakverordening 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet art.150
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-02-2004 | 23-04-2004 | Intrekken Inspraakverordening 1998 van 14-01-1998 | 21-12-2005 Harlinger Courant 12-01-2006 | fysiek |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2005;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
I. in te trekken zijn besluit van 14 januari 1998, tot vaststelling van “de verordening over de wijze, waarop ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke- en rechtspersonen bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken” (de Inspraakverordening);
II. vast te stellen de “Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken” (Inspraakverordening 2005);
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.
2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
3. Geen inspraak wordt verleend:
a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.
1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.
2. Het eindverslag bevat in elk geval:
a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.
3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.
4. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.