Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Harlingen

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHarlingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlageTarieventabel afvalstoffenheffing 2010

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 229d, aanhef, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, en 255a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011Onbekend.

11-11-2009

Harlinger Courant

Onbekend.
01-01-200931-12-2009Onbekend.

06-11-2008

Harlinger Courant

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Raad : 6 november 2008

Agendanr. : 7

Besluitnr. :

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2008;

 

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 229d, aanhef, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, en 255a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009”.vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009”.

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

a een afvalstoffenheffing;

b reinigingsrechten.

 

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

 

 

Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

1 Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

1 De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

a degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

b ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 1 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in zes gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval de gemeente is gemachtigd tot automatische incasso moeten de aanslagen worden betaald in acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3. In afwijking van in zoverre van het eerste en tweede lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen of belastingen gelijk of minder is dan € 80,-- of gelijk of meer is dan € 4.540,-- dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn welke vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

4 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

 

Hoofdstuk 3 Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

 

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 13 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 14 Wijze van heffen

De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende nota waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

 

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

Artikel 16 Termijnen van betaling

De rechten als bedoeld in artikel 11 van deze verordening, moeten worden betaald:

a. ingeval van uitreiking van de nota:

op het tijdstip van uitreiking;

b. ingeval van toezending van de nota:

binnen één maand na de dagtekening.

2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

 

Artikel 17 Kwijtschelding

Bij de invordering van afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend.

Bij de invordering van het reinigingsrecht wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Hoofdstuk 4 Aanvullende bepalingen

Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

 

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

1 De ‘Verordening reinigingsheffingen 2008’ van 8 november 2007 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

4 Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening reinigingsheffingen 2009’.

 

 

 

 

 

Vastgesteld door de raad in zijn

vergadering van 6 november 2008.

 

 

 

 

, de voorzitter.

 

 

 

 

, de raadsgriffier.