Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent percentages beeldende kunst in openbare ruimte (Verordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent percentages beeldende kunst in openbare ruimte (Verordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte)
CiteertitelVerordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpkunst en cultuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-12-2019artikel 3, 5, 8, 9

25-12-2019

gmb-2019-295346

0637470293
28-11-201419-12-2019wijziging, artt. 1, 3, tweede lid, 4, tweede lid, 6, 7, eerste lid, 9, 10 en 11

03-11-2014

13 november 2014

Doc-2014-003251
03-09-200902-12-2014Onbekend

11-05-2009

Postiljon 20-08-2009

090097
03-09-200919-12-2019Onbekend

11-05-2009

Postiljon 20-08-2009

090097

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent percentages beeldende kunst in openbare ruimte (Verordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte)

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

gemeenteraad: gemeenteraad van Zoetermeer;

college: college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer;

bouwproject: een bouwwerk in de ruimste zin van het woord (gebouw, wijk, infrastructuur, weg- en waterbouwprojecten, herinrichting van (delen van) de openbare ruimte etc);

beeldende kunst in de openbare ruimte: artistieke uiting(en) op het gebied van beeldende kunst en vormgeving door professionele beeldende kunstenaars en vormgevers in de openbare ruimte;

projectgroepen: incidentele samenwerkingsverbanden die zich bezig houden met de realisatie van beeldende kunsttoepassing bij bouwprojecten;

betrokkenen en belanghebbenden: direct omwonenden en omwerkenden van de locatie waarop de kunsttoepassing is voorzien en de gebruikers van het bouwproject.

Artikel 2 Toepassing

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op ieder binnen de begripsomschrijving passend bouwproject, dat door de gemeente voor 50% of meer wordt bekostigd.

  • 2.

    Medebekostigers van het bouwproject wordt gevraagd een deel bij te dragen in de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte in het kader van de regeling.

  • 3.

    Bij andere bouwprojecten wijst het college op de verordening en stelt zij de betrokkenen voor om op vrijwillige basis over te gaan tot toepassing hiervan.

Artikel 3 Berekeningsgrondslag
  • 1.

    De berekeningsgrondslag voor de gelden die ten behoeve van de toepassing van beeldende kunst in de openbare ruimte bij bouwprojecten worden gevormd is als volgt:

    • a.

      Bij gebiedsontwikkeling 1%, berekend over het budget voor grondexploitatie (kosten voor het bouw- en woonrijp maken), exclusief BTW.

    • b.

      Bij herinrichting van het openbaar gebied 1%, berekend over de kosten van investeringen in de infrastructurele sfeer, zoals de aanleg van wegen, bruggen, viaducten, parkeergarages, tunnels, groenvoorzieningen, waterbouwkundige werken en verkeersinstallaties, exclusief BTW.

    • c.

      Bij nieuwbouw, renovatie, verbouw en/of modernisering van openbare gebouwen 1%, berekend over de bouwkosten, exclusief BTW, uitgezonderd de kosten van installaties en inrichting. Interne verbouwingen van onderwijsaccommodaties, niet zijnde renovaties, zijn hiervan uitgezonderd.

  • 2.

    Bij renovatie, verbouw en/of modernisering van openbare gebouwen en bij herinrichting van openbaar gebied geldt een ondergrens van € 250.000.

  • 3.

    Door de gemeente niet te beïnvloeden budgetonderdelen (zoals subsidiebudgetten van hogere overheden) vallen buiten de berekeningsgrondslag.

  • 4.

    De volgens artikel 3, lid 1, letter a vastgestelde bedragen worden via de algemene baten en lasten grondbedrijf verwerkt als onderdeel van het resultaat van de grondbedrijfactiviteiten en in een door de gemeente aangehouden reserve gestort.

  • 5.

    De volgens artikel 3, lid 1, letter b en artikel 3, lid 1, letter c vastgestelde bedragen worden opgenomen in de kredietvotatie van het betreffende bouwproject en in een door de gemeente aangehouden reserve gestort.

Artikel 4 Reserve Beeldende kunst in de openbare ruimte
    • 1.

      De gelden uit de reserve Beeldende kunst in de openbare ruimte worden besteed aan de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte. Richtlijn hierbij is dat 70 % van het gegenereerde budget besteed word aan de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte.

    • 2.

      De reserve Beeldende kunst in de openbare ruimte wordt gevoed met de inleg van de gemeente in het kader van deze regeling.

    • 3.

      Het college is beheerder van de reserve Beeldende kunst in de openbare ruimte.

Artikel 5 Reserve Onderhoud beeldende kunst in de openbare ruimte

[vervallen]

Artikel 6 Kosten
  • Uit de gelden die door toepassing van de percentageregeling ontstaan, worden de volgende kosten betaald:

    • voorbereidende kosten die verbonden zijn aan de inzending van ontwerpen en de beoordeling daarvan;

    • het honorarium van de kunstenaar en de kosten van het vervaardigen van de kunsttoepassing;

    • bouwkundige kosten voor fundering en bevestiging, alsmede transportkosten;

    • kosten voor het verkrijgen van vergunningen en keurmerken;

    • onderhoudskosten;

    • kosten voor P.R.;

    • kosten verbonden aan tijdelijke uitbreiding van de projectmatige begeleiding;

    • alle niet genoemde kosten die op basis van een directe relatie kunnen worden toegerekend aan de realisering van de betreffende beeldende kunsttoepassing.

Artikel 7 Realisatie
    • 1.

      Het college verleent opdracht voor realisatie van een beeldende kunsttoepassing, nadat daartoe door de gemeenteraad en ten laste van de reserve het benodigde budget beschikbaar is gesteld.

    • 2.

      De kunsttoepassing krijgt een plaats in of heeft plaats in de openbare ruimte en is naar gelang de vorm van het project tijdelijk, semi- permanent of permanent van aard. De toepassing kan resulteren in:

      • de neerslag van een onderzoeksopdracht aan een professionele beeldende kunstenaar; gerelateerd aan of in plaats van een kunsttoepassing;

      • een autonoom of geïntegreerd beeldend kunstwerk;

      • toegepaste kunst of vormgeving;

      • een (reeks) kunstgebeurtenis(sen) gerelateerd aan of in plaats van een kunsttoepassing.

    • 3.

      De gelden voor beeldende kunst in de openbare ruimte kunnen worden ingezet op de locatie vanuit welke het budget is gegenereerd of kunnen, indien wenselijk en mogelijk, geclusterd per buurt of wijk worden ingezet.

Artikel 8 Participatie

[vervallen]

Artikel 9 Advisering en samenspraak
  • 1.

    Voor de uitvoering van deze verordening laat het college zich adviseren door de projectgroepen.

  • 2.

    Het college verzorgt tevens samenspraak voor de betrokkenen en belanghebbenden, waarbij zij zoveel mogelijk in de gelegenheid worden gesteld om keuzes te maken inzake de te realiseren kunsttoepassing.

  • 3.

    Bij de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte wordt de Samenspraakverordening in acht genomen.

  • 4.

    Per project wordt bezien welke mate van samenspraak gewenst en mogelijk is, waarbij de keuze voor de vorm en mate van samenspraak onder meer afhankelijk is van de locatie, de reikwijdte en vorm van de opdracht en van de aanwezigheid en organisatiegraad van gebruikers, omwonenden en andere belanghebbenden.

Artikel 10 Verantwoording  

Het college legt over het gevoerde beleid ter uitvoering van deze verordening jaarlijks verantwoording af als onderdeel van de planning- en controlcyclus.

Artikel 11 Onvoorzien
  • In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 12 Inwerkingtreding en overgangsbepalingen
    • 1.

      Deze verordening treedt in werking twee weken na de bekendmaking hiervan, tenzij over de verordening een referendum wordt begonnen. In dat geval wordt over de inwerkingtreding een nieuw besluit genomen.

    • 2.

      Met ingang van het in het eerste lid genoemde tijdstip komt de Percentageregeling Beeldende Kunstopdrachten (vastgesteld 16 september 1980) te vervallen.

Artikel 13 Citeertitel
  • Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte’.

     

    Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van 11 mei 2009