Paragraaf 3. Verlening of weigering van de tegemoetkoming
Artikel 3 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming
Het college besluit over de aanvraag binnen de gestelde termijnen genoemd in de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 4 Toepassing
Deze regeling is van toepassing op een ouder/verzorger en het kind, die volgens de Basisregistratie personen woonachtig zijn in de gemeente Zwartewaterland, en:
- a.
Waarvan de ouder/verzorger en/of het kind behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking en voor wie op advies van het Centrum voor Jeugd en Gezin of het Algemeen Maatschappelijk Werk is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of
- b.
Ten aanzien van wie door het Centrum voor Jeugd en Gezin of het Algemeen Maatschappelijk Werk is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is.
Artikel 5 Weigeringsgronden
- 1.
Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder geen Sociaal medische indicatie kan overleggen.
- 2.
Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet voldoet aan de eisen voor bijzondere bijstand genoemd in artikel 35 van de Participatiewet.
- 3.
Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening.
- 4.
Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend:
- a.
de wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
- b.
een vergoeding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
- c.
een vergoeding op grond van de Wet langdurige zorg;
- d.
een mogelijkheid voor informele opvang;
- e.
een persoonsgebonden budget;
- f.
een bijdrage van de werkgever.
Artikel 6 Ingangsdatum van de tegemoetkoming
- 1.
De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.
- 2.
Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.
- 3.
De te verstrekken tegemoetkoming bedraagt 100% van de eigen bijdrage voor de noodzakelijke kinderopvang (kosten van kinderopvang tot de maximum uurprijs -/- tegemoetkoming Rijk), voor ieder kind, te bekostigen vanuit de bijzondere bijstand.
Artikel 7 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend
- 1.
De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een tegemoetkomingsjaar.
- 2.
In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.
Artikel 8 Omvang van de kinderopvang
- 1.
Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd, met een maximum van 10 dagdelen.
- 2.
In afwijking van het eerste lid verleent het college de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.
Artikel 9 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:
- a.
de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;
- b.
de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;
- c.
de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;
- d.
de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;
- e.
de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;
- f.
de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;
- g.
de verplichtingen van de ouder.
Artikel 10 De bevoorschotting van de tegemoetkoming
- 1.
De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald aan de organisatie die de kinderopvang uitvoert.
- 2.
Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.
Paragraaf 4. Vaststelling van de tegemoetkoming
Artikel 11 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming
- 1.
De ouder of de kinderopvang verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.
- 2.
Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.
Artikel 12 Verrekening voorschotten - terugvordering
- 1.
De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.
- 2.
Indien blijkt dat het college teveel heeft betaald kunnen zij een terugvordering instellen.
Paragraaf 6. Slotbepalingen
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.
Artikel 15 Citeertitel
De beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels Bijzondere bijstand Wet kinderopvang gemeente Zwartewaterland 2016 e.v.’