Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Binnenhavengeldverordening 2016 |
Citeertitel | Binnenhavengeldverordening 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Binnenhavengeldverordening 2015 per 1 januari 2016.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-01-2016 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 16-12-2015 | Onbekend. |
Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam binnenhavengeld wordt een recht geheven ter zake van het gebruik met een vaartuig overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere wateren en voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente dan wel terzake van het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.
Voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening wordt verstaan onder:
de Algemene wet inzake rijksbelastingen van 2 juli 1959 (Stb. 301);
het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschepen-documenten);
Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van een van dezen optreedt.
Voor de toepassing van de tarieven:
wordt de termijn geschorst gedurende de tijd, nodig voor het wachten buitengaats op een volgende ligplaats, het dokken, of het ondergaan van een herstelling op een binnen de haven gelegen scheepswerf, mits vooraf van het voornemen tot het dokken of het uitvoeren van de herstelling en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan burgemeester en wethouders schriftelijk kennis is gegeven; de laatste kennisgeving dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepswerf afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigd;
Binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van:
Het gebruik van de haven ter zake waarvan zeehavengeld wordt geheven; of van vaartuigen welke onder de Precarioverordening vallen;
Indien het vaartuig in de loop van een termijn, die in de tabel is aangeduid als een termijn per reis, uit de haven vertrekt en daar in de loop van die termijn terugkeert begint bij de terugkeer een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van de haven opnieuw een aanvang;
Bij voortgezet verblijf in de haven, na afloop van de termijn waarover binnenhavengeld is betaald, begint een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van de haven opnieuw een aanvang. Alsdan moet opnieuw aangifte en betaling overeenkomstig het 2e lid plaatsvinden.
Artikel 11 Restitutie en overschrijving
Van het binnenhavengeld dat is voldaan bij abonnement voor een jaar wordt, indien het gebruik van de haven is beëindigd voor het verstrijken van het einde van die termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, het jaarabonnement omgezet in kwartaal-abonnementen en ontheffing verleend van een bedrag gelijk aan het verschil tussen het voor de verstreken kwartalen te betalen binnenhavengeld en het betaalde binnenhavengeld voor het jaarabonnement. Voor de verstreken kwartalen wordt een gedeelte van een kwartaal voor een vol kwartaal gerekend;
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders heeft de discretionaire bevoegdheid om in die gevallen waar sprake is van een kennelijke onredelijkheid, dan wel onevenwichtigheid in termen van concurrentieverhoudingen, in de tariefstelling zoals bedoeld in artikel 5 van deze verordening, van deze tarieven af te wijken.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van Binnenhavengeld 2015’ van 4 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
TARIEVENTABEL behorende bij de ‘Binnenhavengeldverordening 2016’
Datum inwerkingtreding en heffing is 1 januari 2016
** Inclusief 21% BTW. Na betaling van het na 5 dagen verschuldigde liggeld kan een pleziervaartuig maximaal twee daaropvolgende dagen gratis aanmeren.