Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van het recht voor het gebruik maken van het door de gemeente Harlingen beschikbaar stellen van de zwemaccomodatie voor het schoolzwemmen 2016 |
Citeertitel | Verordening schoolzwemmen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 augustus 2016.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2015 | 01-08-2017 | Nieuwe regeling | 11-11-2015 | Onbekend. |
De Raad van de gemeente Harlingen
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2015
gezien het advies van de Commissie Mens en Bestuur
• De ‘Verordening op de heffing en de invordering van het recht voor het gebruik maken van het door de gemeente Harlingen beschikbaar stellen van de zwemaccomodatie voor het schoolzwemmen 2016’ vast te stellen;
‘Verordening op de heffing en de invordering van het recht voor het gebruik maken van het door de gemeente Harlingen beschikbaar stellen van de zwemaccomodatie voor het schoolzwemmen 2016’
De door de gemeente beschikbaar te stellen zwemaccommodatie. Hiervoor wordt een recht geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Degene, die pleegouderlijke zorg vervult in plaats van de ouderlijke macht of de voogdij van de vader of moeder. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor onderhoud en opvoeding van het kind van anderen, als ware het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor.
Het belastingjaar is gelijk aan het schooljaar en loopt van 1 augustus 2016 tot en met 31 juli 2017.
Artikel 5 Heffingsgrondslag/tarief
Voor het gebruik maken van de in artikel 1 omschreven faciliteit bedraagt het recht per jaar: € 21,-
de belastingplichtige aan wie niet binnen één maand na afloop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd dan wel geen aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen 14 dagen van die maand bij het college van Burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet het recht betaald worden in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid van dit artikel geldt dat ingeval de gemeente is gemachtigd tot automatische incasso, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
Artikel 10 Nakoming van verplichtingen
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.
Bij de invordering van het recht voor het gebruik maken van de door de gemeente Harlingen beschikbaar gestelde zwemaccomodatie kan wordt kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Toepasselijkverklaring renteregels Invorderingswet 1990
Het bepaalde in hoofdstuk 5 van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van het recht.
De ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing.
De 'Verordening schoolzwemmen 2015' van 6 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.