De raad van de gemeente Eersel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015,
nummer R 15-81
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen deVerordening op de heffing en invordering van
precariobelasting 2016 inclusief de daarbij behorende
tarieventabel
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
maand: een kalendermaand;
- b.
- c.
vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een
gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een
persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare
dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake
van het hebben van voorwerpen op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij
behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de
voorwerpen op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond
heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die
voorwerpen op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond
aanwezig zijn.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een
vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens
rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij
blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven
voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
- 1.
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor
de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de
voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229,
eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een
privaatrechtelijke vergoeding of concessie is overeengekomen;
- 2.
voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom,
bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in
gebruik zijn bij een derde;
- 3.
brievenbussen, telefooncellen, postzegelautomaten en niet tot
reclame dienende aanwijzingen voor het publiek wegwijzers of
soortgelijke voorwerpen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond
ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;
- 4.
buizen, kabels of draden welke rechtstreeks aansluiten aan buizen,
kabels of draden van de gemeente;
- 5.
voorwerpen, welke ingevolge wettelijk voorschrift kosteloos of tegen
een bij of krachtens dat voorschrift bepaalde vergoeding moeten
worden gedoogd;
- 6.
naamborden en naamplaten, niet meer vermeldende dan de naam van de
bewoner en het beroep of bedrijf, aangebracht plat tegen de gevel
van de percelen; deze gevelborden mogen echter niet meer dan 5 cm
buiten het gevelvlak uitsteken en een maximum oppervlakte hebben van
40 cm bij 60 cm;
- 7.
voorwerpen waarvan de verwijdering, verplaatsing of verandering
wegens op de Monumentenlijst verboden is;
- 8.
borden, aangebracht in verband met de verkiezingen van
publiekrechtelijke lichamen;
- 9.
voorwerpen ten behoeve van door stichtingen en verenigingen
georganiseerde niet-commerciële evenementen, waarvan de inkomsten
worden aangewend om de continuïteit van de eigen activiteiten voor
een goed doel te waarborgen en bij kleinschalige niet-commerciële
buurtactiviteiten;
- 10.
voorwerpen, gebruikt voor activiteiten met een politiek,
godsdienstig, geestelijk, wereldbeschouwelijk, sociaal of weldadig
doel;
- 11.
de onder 1.1 tot en met 2.1.2 in de tarieventabel opgenomen
voorwerpen welke niet vergunningplichtig zijn;
- 12.
bloemen- en of plantenbakken;
- 13.
een winterterras, voor terrasmeubilair tot maximaal één meter diep
vanaf de voorgevel en over de breedte van de voorgevel, in de
maanden november tot en met februari.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven
opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met
inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
- 1.
Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een
in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte
daarvan als een volle eenheid aangemerkt.
- 2.
Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de
precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale
projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
- 3.
De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op
het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp
geplaatste denkbeeldige rechthoek.
- 4.
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het
voorwerp of de voorwerpen op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting
aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat
het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan.
In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van
overeenkomstige toepassing is.
- 5.
Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende
tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de
voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.
- 6.
In afwijking van het bepaalde in artikel 1
wordt voor de berekening van de precariobelasting:
- a.
indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief,
maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week
gelijkgesteld met een week;
- b.
indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een
maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een
gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.
- 7.
Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een maandtarief is
opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een maand
omvat, gelden deze tarieven per maand van het belastingtijdvak.
Artikel 7 Belastingtijdvak
- 1.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het
hebben van het voorwerp of de voorwerpen op of boven voor de openbare
dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode
waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een
kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het
belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
- 2.
In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het
belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het
belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
Artikel 8 Wijze van heffing
- 1.
De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.
- 2.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde
precariobelasting geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke
kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde
bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de
schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
In de gevallen bedoeld in artikel 7 is de precariobelasting verschuldigd
bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de
aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt
is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor
zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde
belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht,
nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven
precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak
verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van
de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
Conform het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet
1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, vervallende zes
weken na dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande
lid gestelde termijn.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 Overgangsrecht
De verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015 van
18 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede
lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij
van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 3.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening
precariobelasting 2016, inclusief bijhorende tarieventabel'.
Tarieventabel behorende bij de 'Verordening precariobelasting
2016'
Nummer | Omschrijving voorwerp | Tarief per dag | Tarief per maand | Tarief per jaar |
| Hoofdstuk 1 Terrassen
| | | |
3.1 | Het tarief bedraagt voor voorwerpen op of boven een
terras: | | | |
3.1.1 | in gebied A ·Nieuwstraat 1 t/m 43 (oneven) ·Nieuwstraat 2 t/m 74 (even) ·Markt 1 t/m 37 (oneven) ·Markt 2 t/m 38 (even) ·Hint 1 t/m 29 (oneven) ·Hint 2 t/m 26a (even) per m2 ingenomen oppervlakte | | € 3,16 | |
3.1.2 | in gebied B ·Overig gemeentelijke grondgebied per m2 ingenomen oppervlakte | | € 2,17 | |
| Hoofdstuk
2 Standplaats | | | |
4.1 | Het tarief bedraagt voor het innemen van een standplaats
met een frontlengte per dag | | | |
4.1.1 | per m1: | € 1,69 | | € 62,25 |
Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Eersel d.d. 15 december
2015
Mij bekend,
de griffier van Eersel,
H.J. Broekman