Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Opsterland 2016 |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 2015-34154 |
De 'Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2015' van 15 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gemeentewet, art. 147, art. 229
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 30-11-2015 Gemeenteblad, 2015, 116943, 07-12-2015 | 2015-34154 |
Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2016
De raad van de gemeente Opsterland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Opsterland 2016
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
– het doen begraven en begraven houden van lijken;
– het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen betreffende de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten, als bedoeld in de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
De heffingsambtenaar kan de bepalingen 2 t/m 8 van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing van die bepalingen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard ten nadele van de belastingplichtige
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.
behorende bij de “Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2016”.
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten
1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf
1.1.1 voor een periode van 20 jaar € 2.047,00
1.1.2 voor een periode van 30 jaar € 2.998,00
1.2 voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf of
particulier kindergraf wordt geheven:
1.2.1 voor een periode van 20 jaar € 877,00
1.2.2 voor een periode van 30 jaar € 1.199,00
1.3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht om asbussen in een door
de gemeente verstrekte urn te plaatsen in een urnengalerij wordt geheven:
1.3.1 voor een periode van 5 jaar € 308,00
1.3.2 voor een periode van 10 jaar € 490,00
1.3.3 voor een periode van 30 jaar € 1.096,00
1.4 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met
10 jaar wordt geheven € 1.121,00
1.5 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 met
10 jaar wordt geheven € 511,00
1.6 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met
Hoofdstuk 2 Begraven, herbegraven of opgraven
2.1 Voor het begraven van een lijk van een persoon met een leeftijd van
2.2 Voor het begraven van een lijk van een persoon met een leeftijd van
meer dan één jaar, maar minder dan 12 jaar € 220,00
2.3 Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder € 437,00
2.4 Voor het opgraven of herbegraven van een lijk van een persoon,
ongeacht de leeftijd bij begraven, wordt geheven € 2.389,00
2.5 Voor het plaatsen van een asbus in een urnengalerij of in een graf
en voor het verstrooien van de as, wordt geheven € 336,00
2.6 Voor een door de gemeente te verstrekken sierurn wordt geheven € 644,00
2.7 Voor een door de gemeente te verstrekken naamplaat op een sierurn
2.8 Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in
2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met 75% van de in de leden 2.1, 2.2 en 2.3
2.9 Onder buitengewone uren wordt verstaan: uren die vallen buiten de uren
van 10:00 uur tot 16.00 uur en uren die vallen op een zaterdag, een zondag,
en op een algemeen erkende feest- of gedenkdag.
Hoofdstuk 3 Grafkelders, graven, grafbedekking en onderhoud
3.1 Voor het stichten van een grafkelder wordt geheven € 1.634,00
3.2 Voor het stichten van een gemetseld of uit beton vervaardigd graf
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning
voor het plaatsen of aanbrengen van gedenktekens, hekwerken,
afscheidingen, beplantingen enzovoort, op of om:
3.3.1 een enkele grafruimte wordt geheven € 38,00
3.3.2 een dubbele grafruimte wordt geheven € 58,00
Hoofdstuk 4 Overboeken van een uitsluitend recht
4.1 Voor het overboeken van het uitsluitend recht van begraven en van het uitsluitend
recht om een urn te plaatsen in een urnengalerij, op naam van een ander in het daartoe
bestemde register, wordt een recht per graf geheven van: € 30,00
5.1 Voor het luiden van de klok wordt geheven: € 36,00
Aldus samen met de “Verordening lijkbezorgingsrechten Opsterland 2016” vastgesteld in de openbare vergadering van 30 november 2015.