Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Harlingen 2016 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Harlingen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | Nieuwe regeling | 11-11-2015 | Onbekend. |
Gelezen het voorstel van het raadspresidium d.d. 6 oktober 2015
gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid, 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid van het Rechtspositiebesluit wethouders, de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid en 14 eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,
overwegende dat de plaatselijke regelgeving aangepast dient te worden aan het Besluit Harmonisering en modernisering rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers,
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 in te trekken.
de Verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Harlingen 2016 zodanig te wijzigen dat in de tekst van Hoofdstuk II, Artikel 3, lid 1, het woord ‘raadsleden’ wordt vervangen door ‘raads- en commissieleden’.
Verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Harlingen 2016.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;
lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden
Artikel 2 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen
Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die op grond van de Verordening op de Rekenkamercommissie en de Commissie voor Klachten- en Bezwaarschriftenals commissielid een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96, tweede lid van de Gemeentewet ontvangt.
Artikel 3 Reis- en verblijfkosten
De vergoeding als bedoeld in het eerste en tweede lid is:
voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;
Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.
Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 8 Reiskosten woon-werkverkeer
Wethouders hebben recht op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 9 Zakelijke reiskosten
Wethouders hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 12 Communicatieapparatuur
De wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 13 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming
De wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders, en
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Hoofdstuk IV De procedure van declaratie
Artikel 15 Betaling vaste vergoedingen
De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.
Artikel 17 Declaratie van vooruit betaalde kosten
Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling cq de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door het raads- of het commissielid respectievelijk de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.
Verantwoording van de betaling met de creditcard vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier, volledig in te vullen en te ondertekenen door de wethouder voor wie de kosten zijn gemaakt. Het formulier wordt binnen één maand na afloop van de kalendermaand van inhouding door de creditcardmaatschappij ter goedkeuring ingediend bij de gemeentesecretaris.