Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Sociaal domein 2016 |
Citeertitel | Subsidieregeling Sociaal domein gemeente Harlingen 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
In december 2014 is door het college van burgemeester en wethouders een aparte subsidieregeling voor Voorschoolse educatie vastgesteld. Daarmee is dit onderwerp voldoende geregeld.
Na de eerstvolgende wijziging van de subsidieregeling voor Voorschoolse educatie wordt deze subsidieregeling integraal opgenomen in de Subsidieregeling sociaal domein.
Onbekend.
Subsidieregeling
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-10-2015 | Nieuwe regeling | 30-06-2015 | Onbekend. |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen,
de raad van de gemeente Harlingen in zijn besluitvorming van 3 december 2014 ter vaststelling van de Algemene subsidieverordening van de gemeente Harlingen aan het college van burgemeester en wethouders de opdracht heeft verstrekt tot het bij nadere regeling vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;
het college van burgemeester en wethouders van mening is dat het gewenst is nadere regels vast te stellen voor de volgende beleidsterreinen:
vast te stellen de Subsidieregeling sociaal domein gemeente Harlingen 2016.
In december 2014 is door het college van burgemeester en wethouders een aparte subsidieregeling voor Voorschoolse educatie vastgesteld. Daarmee is dit onderwerp voldoende geregeld.
Na de eerstvolgende wijziging van de subsidieregeling voor Voorschoolse educatie wordt deze subsidieregeling integraal opgenomen in de Subsidieregeling sociaal domein.
Via een maatschappelijke stage maken leerlingen in het voortgezet onderwijs kennis met het vrijwilligerswerk en met het leveren van een onbetaalde bijdrage aan de samenleving.
Artikel 2 Beoogde maatschappelijke effecten
Met een maatschappelijke stage worden de volgende effecten beoogd:
Artikel 3 Te subsidiëren activiteiten
In het kader van deze sub-regeling kunnen de volgende activiteiten voor een subsidie in aanmerking komen:
In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.
1.2.3 VAKLEERKRACHT GYMNASTIEK
De inzet van de vakleerkracht gymnastiek levert een bijdrage aan de doelstellingen van het gemeentelijke beleid op het gebied van gezond opgroeien van jeugdigen.
Artikel 8 Beoogde maatschappelijke effecten
Jongeren groeien op in een gezonde omgeving en doen minder beroep op curatieve gezondheidsvoorzieningen.
Artikel 9 Te subsidiëren activiteiten
Behoud en inzet van de vakleerkracht gymnastiek in het basisonderwijs.
De bibliotheekvoorziening heeft als doel het bevorderen van het vrije verkeer van informatie in de gemeente Harlingen door het beschikbaar stellen van collecties boeken, dagbladen, periodieken en audiovisuele materialen in een voor eenieder bestemde en toegankelijke ruimte.
Artikel 14 Beoogde maatschappelijke effecten
Een voor een ieder toegankelijke openbare bibliotheekvoorziening draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling en verbetering van de maatschappelijke kansen van het algemene publiek door:
Artikel 15 Te subsidiëren activiteiten
Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten of resultaten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:
Artikel 20 Beoogde maatschappelijke effecten
Met het actief deelnemen aan cultuur worden de volgende effecten beoogd:
Artikel 21 Te subsidiëren activiteiten
Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen.
In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.
Het beleid op het gebied van cultuureducatie heeft een brede doelstelling:
Cultuureducatie voor jongeren – cultuurnetwerk – cultuurmenu:
Artikel 26 Beoogde maatschappelijke effecten
Het ondersteunen van cultuureducatie beoogt de volgende maatschappelijk effecten:
Artikel 27 Te subsidiëren activiteiten
Cultuureducatie voor jongeren – cultuurnetwerk – cultuurmenu
Activiteiten die een bijdrage leveren aan de hierboven benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen.
Er is er aandacht voor brede oriëntatie op kunst en cultuur via bijvoorbeeld deelname aan het programma cultuurmenu (met o.a. ook aandacht voor beeldende kunst en erfgoed) en aansluiting bij het cultuurnetwerk; dat zijn activiteiten van Akte2 Cultuur in bedrijf.
Naast reguliere activiteiten in de sfeer van kunst- en cultuureducatie voor jongeren neemt de gemeente Harlingen samen met de andere gemeenten in de regio Súdwest Fryslân deel aan Kek! Kek! staat voor Kultueredukaasje mei kwaliteit, het landelijke programma Cultuureducatie met Kwaliteit van het Fonds voor Cultuurparticipatie.
In het kader van Kek! zijn drie speerpunten geformuleerd om het curriculum voor cultuureducatie in het basisonderwijs te verdiepen, waarop de subsidieverlening is geënt:
Muzikale vorming is één van de kernactiviteiten binnen cultuureducatie. Een bijzondere uitdaging ligt daarbij in de muzikale vorming in alle groepen van het basisonderwijs. Daarvoor worden nieuwe plannen ontwikkeld in samenwerking tussen de gemeente, Ritmyk Sintrum foar kuenst yn Fryslân en Akte2 Cultuur in bedrijf.
In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.
1.2.4 KLEINSCHALIGE CULTURELE EVENEMENTEN EN CULTURELE INITIATIEVEN
Het beleid op het gebied van kleinschalige culturele evenementen en culturele initiatieven heeft een tweeledig doel:
Artikel 32 Beoogde maatschappelijke effecten
Met het ondersteunen van kleinschalige culturele evenementen en culturele initiatieven worden de volgende maatschappelijk effecten beoogd:
Artikel 33 Te subsidiëren activiteiten
Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen.
In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.
De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.
Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.
1.3 SUB-REGELING SPORT EN BEWEGEN
Artikel 39 Beoogde maatschappelijke effecten
Met deze sub-regeling worden de volgende maatschappelijke effecten beoogd:
Artikel 40 Te subsidiëren activiteiten
Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in artikel 39 benoemde maatschappelijke effecten of resultaten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:
In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.
2.1 SUB-REGELING DORP-, WIJK-, BUURTGERICHTE EN BEWONERSINITIATIEVEN
Deze sub-regeling heef tot doel het versterken van de leefbaarheid door het vergroten van de directe betrokkenheid van inwoners bij hun eigen leef- en woonomgeving.
Artikel 45 Beoogde maatschappelijke effecten
Met het ondersteunen van dorp-, wijk- en buurtgerichte bewonersinitiatieven worden de volgende maatschappelijke effecten beoogd:
Artikel 46 Te subsidiëren activiteiten
Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:
In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.
Artikel 51 Beoogde maatschappelijke effecten
Met het ondersteunen van mantelzorgers worden de volgende maatschappelijke effecten beoogd:
Artikel 52 Te subsidiëren activiteiten
Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten of resultaten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:
In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.
Artikel 57 Beoogde maatschappelijke effecten
Met het ondersteunen van vrijwilligers worden de volgende maatschappelijke effecten beoogd:
Artikel 58 Te subsidiëren activiteiten
De volgende activiteiten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:
In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.
Artikel 63 Beoogde maatschappelijke effecten
Het ondersteunen van ouderenwerk is gericht op de volgende maatschappelijke effecten:
Artikel 64 Te subsidiëren activiteiten
Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:
In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.
Hoofdstuk 2.4 SUB-REGELING BEGELEIDING ASIELMIGRANTEN EN NIEUWKOMERS
Deze sub-regeling is gericht op het bevorderen en leveren van een bijdrage aan de integratie in, en deelname aan het maatschappelijke verkeer van de gemeente Harlingen door asielmigranten en nieuwkomers.
Artikel 69 Beoogde maatschappelijke effecten
Met deze sub-regeling worden de volgende maatschappelijk effecten beoogd:
Artikel 70 Te subsidiëren activiteiten
Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen, in het bijzonder rondom vraagstukken op het gebied van:
2.5 SUB-REGELING COLLECTIEVE VOORZIENINGEN EN ACTIVERENDE DAGBESTEDING
Deze sub-regeling heeft tot doel het bevorderen van het zelfstandig functioneren en deelnemen aan de samenleving van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem.
Artikel 75 Beoogde maatschappelijke effecten
Met deze sub-regeling worden de volgende maatschappelijk effecten beoogd:
Artikel 76 Te subsidiëren activiteiten
Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:
In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.
3 DEELREGELING EENMALIGE SUBSIDIES
De Deelregeling eenmalige subsidies heeft tot doel het ondersteunen van activiteiten die vallen binnen het toepassingsbereik van de Deelregeling educatie, cultuur en sport, respectievelijk de Deelregeling maatschappelijke ontplooiing en die niet behoren tot de reguliere activiteiten van organisaties en instellingen.
Artikel 81 Te subsidiëren activiteiten
Alleen activiteiten die vallen binnen de omschrijving van doelen, beoogde maatschappelijke effecten en activiteiten in de onderscheiden Deelregelingen en sub-regelingen van de Subsidieregeling sociaal domein van de gemeente Harlingen 2016 en die niet behoren tot de reguliere activiteiten van aanvragers kunnen voor een subsidie in het kader van deze Deelregeling in aanmerking komen.
Voor de beoordeling van een aanvraag in het kader van deze Deelregeling worden de volgende criteria gehanteerd:
Artikel 88 Hoogte van reserveringen of voorzieningen
De hoogte van een reservering of voorziening dient in een naar maatschappelijk algemeen aanvaardbare verhouding te staan tot het totaal aan lasten en te verwachten kosten van de organisatie. Dit is van toepassing bij de verlening jaarlijkse subsidies.
Artikel 89 Beperking recht op reservering en voorzieningen bij eenmalige subsidies
Het vormen van reserves of het aanleggen van voorzieningen is niet toegestaan bij verleende eenmalige subsidies.
Artikel 90 Vermogen ondergebracht bij steunstichtingen
Vermogen dat in strijd met artikel 105 is ondergebracht bij een vrienden- of steunstichting wordt geacht te behoren tot vermogen van de instelling en wordt bij de subsidieberekening betrokken op basis van het bepaalde in artikel 88.
Artikel 91 Vergoeding van met subsidie behaald vermogensvoordeel
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat bij verlies of beschadiging van eigendommen wordt uitgegaan van het bedrag, dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger is ontvangen.
4.2 HET VORMEN VAN EEN ALGEMENE RESERVE
Onder algemene reserves worden verstaan bestandsdelen van het vermogen van een subsidieontvanger die door hem vrij besteedbaar zijn.
Artikel 93 Verrekening overschotten of tekorten algemene reserve
Overschotten en tekorten uit de exploitatie komen ten gunste c.q. ten laste van de subsidieontvanger en worden verrekend met de algemene reserve.
4.3 HET VORMEN VAN EEN BESTEMMINGSRESERVE
Onder bestemmingsreserve worden verstaan bestanddelen van het vermogen van een subsidieontvanger die door hem worden of zijn gevormd voor een of meer specifieke doeleinden.
4.4 HET VORMEN VAN EEN EGALISATIERESERVE
Egalisatiereserves zijn bestanddelen van het vermogen van een subsidieontvanger die door hem zijn of worden gevormd om schommelingen in de exploitatie te kunnen opvangen.
4.5 HET VORMEN VAN VOORZIENINGEN
Onder voorzieningen worden verstaan bestanddelen van het vreemd vermogen van een subsidieontvanger die door hem zijn of worden gevormd met het oog op toekomstige verplichtingen of nog niet bestede, van derden verkregen, middelen waarop een specifieke betalingsverplichting rust of moet worden terugbetaald.
5 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met behulp van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.
Artikel 104 Bijzondere verplichtingen
Aan de subsidieontvanger kunnen bijzondere verplichtingen worden opgelegd, daaronder begrepen het leveren van een bijdrage aan of aanwezigheid bij door of namens gemeente georganiseerde activiteiten of evenementen en de bereidheid tot het meewerken aan een (culturele) evenementenagenda voor de gemeente Harlingen.
Artikel 105 Goede doelen, vrienden- en steunstichtingen
De subsidie wordt niet aangewend voor het ondersteunen van goede doelen of hulp aan vrienden- of steunstichtingen die direct of indirect aan de subsidieontvanger zijn verbonden.
Het college van burgemeester en wethouders kunnen deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van de bepalingen uit deze subsidieregeling voor de subsidieaanvrager of subsidieontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doel.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen op
de secretaris,
J.S.W. Ozenga
de burgemeester,
W.R. Sluiter
TOELICHTING SUBSIDIEREGELING SOCIAAL DOMEIN GEMEENTE HARLINGEN 2016
1 De rechtsgrondslag van de Subsidieregeling sociaal domein
De raad van de gemeente Harlingen heeft op 3 december 2014 een nieuwe Algemene subsidieverordening vastgesteld (Asv). Deze Asv is op 1 januari 2015 in werking getreden.
In artikel 3 van de Asv is een zogenaamde ‘delegatiebepaling’ opgenomen. Daarmee heeft de raad een deel van zijn bevoegdheid op het terrein van het gemeentelijk subsidiebeleid en de uitvoering ervan overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders:
“Burgemeester en wethouders stellen bij nadere regeling (hierna te noemen Subsidieregeling) vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.”
2 Opbouw Subsidieregeling sociaal domein gemeente Harlingen 2016
Eén van de beleidsterreinen waarvoor het college van burgemeester en wethouders een nadere uitwerking van de Asv noodzakelijk en wenselijk acht, is het sociaal domein. De Subsidieregeling sociaal domein gemeente Harlingen 2016 voorziet daarin.
In deze subsidieregeling zijn niet alle beleidsonderdelen van het sociaal domein uitgewerkt. Voor verschillende beleidsonderdelen binnen het sociaal domein heeft de gemeente Harlingen op regionaal niveau (uitvoerings)afspraken gemaakt met andere gemeenten. Het betreft de volgende gemeenschappelijke regelingen:
De inhoudelijke uitwerking van de door de raad aan het college van burgemeester en wethouders gedelegeerde bevoegdheid in de Subsidieregeling sociaal domein sluit aan bij de programmabegroting van de gemeente Harlingen, te weten bij:
Daarnaast zijn betere regels opgesteld voor het verlenen van eenmalige subsidies (Deelregeling eenmalige subsidies).
Ten slotte is een aparte regeling opgesteld waarin is vastgelegd of organisaties die een gemeentelijke subsidie ontvangen reserveringen en voorzieningen mogen doen vanuit subsidiemiddelen. (Deelregeling reserveringen en voorzieningen).
3 Opbouw van de deelregelingen
3.1 Deelregeling Educatie, Cultuur en Sport
Deze deelregeling is in de lijn van de programmabegroting uitgewerkt in drie subregelingen en waar nodig nog uitgesplitst in beleidsonderwerpen:
3.2 Deelregeling Maatschappelijke ontplooiing
Deze deelregeling is in de lijn van de programmabegroting uitgewerkt in vijf subregelingen en waar nodig nog uitgesplitst in beleidsonderwerpen:
3.3 Deelregeling eenmalige subsidies
De deelregeling eenmalige subsidies kent geen onderverdeling in sub-regelingen.
3.4 Deelregeling reserveringen en voorzieningen
Deze deelregeling kent geen onderverdeling in sub-regelingen, maar omvat 5 paragrafen:
4 Opbouw en inhoud van de sub-regelingen
4.1/4.2 De sub-regelingen onder de Deelregeling Educatie, Cultuur en Sport en de Deelregeling Maatschappelijke ontplooiing
De sub-regelingen onder de twee meest inhoudelijke deelregelingen kennen een vaste opbouw:
In de uitwerking is gestart met de beschrijving van het maatschappelijk doel dat (mede) moet worden bereikt met het verlenen van subsidie. Een doel is uitgedrukt in controleerbare en zoveel als mogelijk ook meetbare termen.
Beoogde maatschappelijke effecten
Daarna is aangegeven welk maatschappelijk effect er moet worden bereikt. Onder effecten verstaan we het gevolg van gerealiseerd of uitgevoerd beleid. Het benoemen van beoogde effecten sluit aan bij de lijn die door de raad is uitgezet bij het vaststellen van de Asv om meer prestatiegericht beleid te voeren. In het verlengde van de gekozen aanpak kan in de toekomst worden gewerkt aan de ontwikkeling van een instrument waarmee de effecten kunnen worden gemeten en geanalyseerd.
Er is - zoveel als nu al mogelijk is - aangegeven welke activiteiten kunnen worden uitgevoerd om de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. De concrete invulling van activiteiten gebeurt door subsidieaanvragers zelf.
Hier is vermeld om welke soort subsidie het gaat. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt onderscheid in twee soorten subsidie:
In deze subsidieregeling wordt deze tweedeling gevolgd. Op die manier wordt duidelijk welke activiteiten de gemeente over een langere periode wil subsidiëren (jaarlijkse subsidie) en welke activiteiten incidenteel worden ondersteund (eenmalige subsidie).
Jaarlijkse subsidie wordt verleend voor het leveren van een product of prestatie door de subsidieontvanger. De subsidieaanvrager geeft in een activiteiten- of werkplan aan welke activiteiten hij/zij gaat uitvoeren en welke maatschappelijke effecten daarmee worden beoogd. Op die manier wordt aansluiting gevonden bij de gemeentelijke beleidsdoelen op het terrein waarvoor een subsidie wordt gevraagd.
Jaarlijkse subsidie wordt niet alleen verleend aan professionele instellingen en organisaties, die met hun producten of prestaties een bijdrage leveren aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid. Ook met vrijwilligersorganisaties kunnen product- of prestatieafspraken worden gemaakt. Dat kan met name gebeuren als blijkt dat meerdere organisaties dezelfde (soort) activiteiten aanbieden waardoor overlap ontstaat en ‘dubbel op’ wordt gesubsidieerd. Dat kan ook gebeuren als bepaalde activiteiten nog niet worden aangeboden of als activiteiten elkaar kunnen versterken als ze beter op elkaar worden afgestemd.
Een eenmalige subsidie kan worden aangevraagd voor eenmalige activiteiten, voor nieuwe initiatieven of activiteiten die niet behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager. De achterliggende gedachte is dat de subsidie in principe tijdelijk is om de nieuwe, eenmalige of bijzondere activiteiten te stimuleren en mogelijk te maken.
Ook hier moet de aanvrager duidelijk maken welke maatschappelijke effecten met de activiteit moeten worden bereikt en wat de activiteit dus bijdraagt aan gemeentelijke beleidsdoelen. Bij grootschalige activiteiten die de Subsidieregeling sociaal domein te boven gaan wordt de besluitvorming daarover voorgelegd aan de raad.
In deze aanpak wordt de soort subsidie dus niet gekoppeld aan de hoogte van de subsidie, maar aan de doelstelling en strekking van de subsidie; dat is wel zo zuiver. De hoogte van een subsidie is vooral relevant voor de manier waarop de besteding van de subsidie moet worden verantwoord door de subsidieontvanger.
De subsidiegrondslag is de ‘meeteenheid’ waarop een subsidie wordt gebaseerd. Die grondslag wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.
De verdeelsleutel is de verdelingsmethodiek. In het kader van de Subsidieregeling sociaal domein kunnen de volgende verdeelsleutels worden gehanteerd:
In deze methode worden subsidieaanvragen die aan de formele eisen voldoen toegewezen, totdat het subsidieplafond is bereikt: ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’.
Verdeling in gelijke delen / pond-pondsgewijs
In deze methode wordt het beschikbare subsidiebudget (het plafond) over alle aanvragen verdeeld: bij 5 aanvragen krijgt elke aanvrager 20% van het budget, en bij 10 aanvragen 10%.
Verdeling naar rato / evenredige delen
In deze methode wordt het beschikbare budget naar evenredigheid van de omvang van de aanvraag in verhouding tot de beschikbare subsidie verdeeld.
De verdeelsleutel wordt vastgesteld bij vaststelling van de subsidiegrondslag.
4.3 Deelregeling eenmalige subsidies
Inhoudelijk sluit de Deelregeling eenmalige subsidies aan bij Deelregeling Educatie, Cultuur en Sport en bij de Deelregeling Maatschappelijke ontplooiing. Dat wil zeggen dat alleen eenmalige activiteiten kunnen worden gesubsidieerd die passen binnen de (beleids)doelen en beoogde maatschappelijke effecten die zijn geformuleerd in de Deelregelingen en sub-regelingen.
Beschikbaar stellen van middelen
Eenmalige subsidies kunnen gedurende het hele jaar worden aangevraagd.
Een aanvraag die wordt afgewezen omdat ze niet voldoet aan de beoordelingscriteria mag niet in dezelfde vorm en met eenzelfde inhoud opnieuw worden ingediend.
Uiteraard is het een aanvrager toegestaan om de voorbereidingsfase overleg te voeren over de haalbaarheid van een subsidieaanvraag voor een eenmalige activiteit.
Het belangrijkste onderdeel van deze Deelregeling is de beoordeling aan de hand van een aantal criteria waaraan een aanvraag moet voldoen.
Uiteraard moet een aanvraag zicht richten op maatschappelijke effecten zoals die zijn geformuleerd in de verschillende sub-regelingen. Maar er wordt ook gekeken naar aspecten als samenwerking tussen partijen en de te bereiken doelgroep.
Ook moet een activiteit een vernieuwend karakter hebben en de aanvrager moet zorgen voor andere inkomsten dan alleen subsidie. Tenslotte wordt beoordeeld of een project bijdraagt aan de promotie van de gemeente Harlingen.
4.4 Deelregeling Reserveringen en voorzieningen
Wenselijkheid tot vermogensvorming
Bij subsidieverlening is het uitgangspunt dat de subsidie wordt gebruikt voor het doel waarvoor ze is verleend. Subsidie mag dus in beginsel niet worden gebruikt om vermogen op te bouwen. Toch kan het in de praktijk wenselijk zijn om ruimte te beiden aan een subsidieontvanger voor het aanleggen van reserves of voor het treffen van voorzieningen.
Voor eenmalige subsidie geldt dat deze subsidie in haar geheel moet worden aangewend voor het doel waarvoor zij is verleend: het realiseren van de activiteit. Wel wordt uiteraard bij de beoordeling van een subsidieaanvraag de hele financiële positie van de aanvrager meegewogen bij het beantwoorden van de vraag of de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd uit eigen middelen of middelen van derden kan worden betaald.
Voor organisaties die een jaarlijkse subsidie ontvangen is het soms wenselijk dat zij een vermogen kunnen opbouwen in de vorm van het aanleggen van reserves of het treffen van voorzieningen. Dat speelt vooral bij grote c.q. professionele organisaties.
Zij opereren vaak in een complexe omgeving met bijbehorende bedrijfsrisico’s. Vermogensopbouw geeft deze organisaties de mogelijkheid om die risico’s te kunnen opvangen.
Reserves maken deel uit van het eigen vermogen van de subsidieontvanger. Hij kan daar over beschikken binnen de doelstellingen van de organisatie en binnen de met de gemeente te maken afspraken over reservevorming. Reserves worden gevormd vanuit overschotten in de exploitatie van de organisatie. Er zijn drie soorten reserves:
Algemene reserves hebben een algemeen karakter en kunnen door de subsidieontvanger naar eigen inzicht worden aangewend. Zij zijn bedoeld als noodzakelijke buffer voor het opvangen van onvoorziene tegenvallers.
Bestemmingsreserves en egalisatiereserves
Dit zijn reserves die met een specifieke en van te voren vastgesteld oogmerk worden aangelegd; zij hebben een van te voren vastgestelde bestemming. Zij kunnen bijvoorbeeld worden aangelegd om schommelingen in de jaarlijkse exploitatie te kunnen opvangen; dat heet dan een egalisatiereserve.
Onder voorzieningen worden verstaan bestanddelen van het vreemd vermogen van een subsidieontvanger die door hem zijn of worden gevormd met het oog op toekomstige verplichtingen of nog niet bestede, van derden verkregen, middelen waarop bijvoorbeeld een specifieke betalingsverplichting rust of moet worden terugbetaald. Voorzieningen kunnen ook worden aangelegd voor bijvoorbeeld toekomstig onderhoud van gebouwen of vervanging van inventaris. Voorzieningen worden gevormd ten laste van het resultaat en zijn niet vrij aan te wenden. Ze worden aangewend voor het doel of risico waarvoor ze zijn gevormd.
Beperking aanleg reserves en vormen van voorzieningen
Reserves mogen niet onbeperkt worden aangelegd; subsidie moet voor het overgrote deel worden gebruikt voor het uitvoeren van de overeengekomen activiteiten en het bereiken beoogde maatschappelijke effecten.
De basisregel is dat de omvang van algemene reserves en bestemmingsreserves is beperkt tot maximaal 15% van het totaal van de jaarexploitatie van de subsidieontvangende instelling. In bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders hiervan afwijken. Die afwijking moet worden vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening of in een uitvoeringsovereenkomst die wordt gesloten met de subsidieontvanger.
De subsidieontvanger geeft bij het aanvragen van subsidie via een plan inzicht in de gewenste of noodzakelijk geachte reserves en voorzieningen. De feitelijke beoordeling vindt plaats met behulp van de jaarrekening van de subsidieontvanger.
Vergoeding bij vermogensvoordeel
Als een subsidieontvanger vermogensvoordeel heeft behaald met subsidie, dan is het redelijk dat hij daarover een vergoeding betaalt aan de subsidieverlener. Die vergoeding is verschuldigd als:
De vergoeding betreft het aandeel van de gemeentelijke subsidie in de totale jaarexploitatie van de subsidieontvanger. Deze verhouding vermenigvuldigd met de vermogenstoename is de maximale vergoeding.
De Subsidieregeling sociaal domein sluit af met een aantal specifieke bepalingen.
Vanaf 2006 zijn subsidies verstrekt onder de werking van de Deelverordening Welzijn 2006. Die verordening wordt bij raadsbesluit ingetrokken. De overgangsbepaling regelt de besluitvorming en bezwaar op subsidies die nog onder Deelverordening Welzijn 2006 zijn ingediend of verleend.
Door het college van burgemeester en wethouders zijn nieuwe aanvraagformulieren vastgesteld. Zij sluiten aan bij de inhoud en opbouw van de nieuwe subsidieregeling.
Als het college van burgemeester en wethouders van mening is dat voor een bepaalde subsidie extra verplichtingen aan de subsidieontvanger moeten worden opgelegd dan geeft dit artikel het college die bevoegdheid. Bijzondere verplichtingen worden vermeld in de beschikking tot subsidieverlening of in een met de subsidieontvanger te sluiten uitvoeringsovereenkomst.
Goede doelen, vrienden- en steunstichtingen
In vooral de culturele sector worden organisaties zoals musea ondersteund door ‘vrienden van’. Met de geformuleerde bepaling wordt voorkomen dat subsidie toevloeit naar dergelijke steunorganisaties. Ook mag een subsidieontvanger de verleende subsidie niet gebruiken voor het steunen van goede doelen; dat zou een oneigenlijk gebruik van subsidie zijn.
Betaalbaar stellen van subsidie
In dit artikel is geregeld volgens welk ritme de subsidie wordt uitbetaald.
Deze clausule geeft het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid om in afwijking van deze subsidieregeling te besluiten.
Dit artikel regelt de naamgeving van deze subsidieregeling.
Dit artikel regelt de wijze waarop deze subsidieregeling bekend wordt gemaakt.
Dat artikel bepaalt op welke dag de Subsidieregeling sociaal domein in werking treedt.