Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Samenwerkingsregeling Noordwest-Veluwe |
Citeertitel | Samenwerkingsregeling Noordwest-Veluwe |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is tevens vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten. De gemeente Harderwijk is aangewezen als penvoerder.
Deze versie van de regeling is de 16e wijziging van de Samenwerkingsregeling Noordwest-Veluwe.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-07-2015 | nieuwe regeling | 01-06-2015 | Onbekend. |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde;
overwegende dat de Wet gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2015 is gewijzigd;
dat op basis daarvan de Samenwerkingsregeling Noord-Veluwe moet worden aangepast;
gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van Regio Noord-Veluwe d.d. 11 maart 2015;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Samenwerkingsregeling Noord-Veluwe;
vast te stellen de navolgende regeling, houdende de zestiende wijziging van de Samenwerkingsregeling Noord-Veluwe.
De Samenwerkingsregeling Noord-Veluwe komt na wijziging te luiden als volgt:
SAMENWERKINGSREGELING NOORD-VELUWE
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde.
BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Deze regeling wordt getroffen om een samenwerkingsverband in het leven te roepen met als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen en taken uit te voeren voor de deelnemende gemeenten en eventuele andere overheidsorganisaties, op het gebied van algemeen bestuurlijke aangelegenheden, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, sociaal-economische ontwikkeling, recreatie en toerisme, natuur en landschap, verkeer en vervoer, sociale zaken, arbeidsvoorziening, maatschappelijke zorg en welzijn, onderwijs en cultuur en milieuhygiëne en afvalstoffenverwijdering.
Het samenwerkingsverband voert daarnaast onder meer de volgende taken uit:
het in stand houden en coördineren van de onderlinge samenwerking van de deelnemende gemeenten bij de milieu-hygiënische taakuitoefening en de verdeling van de door het rijk en de provincie aan het samenwerkingsverband toegekende algemene en projectgebonden subsidies en structurele financieringsstromen en de daaruit voortvloeiende rapportages;
In afwijking van het eerste en het tweede lid kan het college van een deelnemende gemeente het samenwerkingsverband verzoeken een of meerdere taken, bedoeld in het eerste en tweede lid, voor hem niet uit te voeren. Op een dergelijk verzoek is artikel 26, tweede lid, tweede volzin en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.
Ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 4, tweede lid, onder i, genoemde taak kan aan het bestuur van het samenwerkingsverband in mandaat worden opgedragen de bevoegdheid, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Leerplichtwet, indien de burgemeester van een deelnemende gemeente deze bevoegdheid in mandaat heeft opgedragen aan het college van de betreffende deelnemende gemeente.
Het algemeen bestuur of een college van een deelnemende gemeente kan een voorstel doen voor verandering van de overgedragen bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, zonder dat hiertoe de regeling hoeft te worden gewijzigd. Een dergelijk voorstel treedt pas in werking nadat de colleges van de deelnemende gemeenten hierover bij unanimiteit positief hebben besloten en treedt vervolgens in de plaats van het eerste lid.
Het algemeen bestuur kan, als feitelijk met de uitvoering van de taken in het kader van de sociale werkvoorziening belast orgaan, een private rechtspersoon aanwijzen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet sociale werkvoorziening. Het algemeen bestuur stelt daartoe een aanwijzingsbesluit op.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, aangesteld door of vanwege een deelnemende gemeente of het samenwerkingsverband, met uitzondering van onderwijzend personeel. Met ambtenaar worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij, die op arbeidscontract naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Het algemeen bestuur kan vertegenwoordigers van andere dan aan de regeling deelnemende gemeenten, alsmede vertegenwoordigers van andere instellingen, toelaten tot de vergaderingen van het algemeen bestuur. In de vergaderingen kunnen zij van hun gevoelens ten aanzien van de te behandelen onderwerpen doen blijken.
Paragraaf 2. DE WERKWIJZE VAN HET ALGEMEEN BESTUUR
Artikel 19 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de openbare kennisgeving op verzoek van de voorzitter geschiedt door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten op de aldaar gebruikelijke wijze. De voorzitter draagt er voorts zorg voor dat, spoedeisende gevallen uitgezonderd, het tijdstip en de plaats van de vergadering in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in het werkgebied van het samenwerkingsverband worden verspreid, worden bekend gemaakt.
Paragraaf 3. DE BEVOEGDHEDEN VAN HET ALGEMEEN BESTUUR
Het algemeen bestuur besluit slechts tot oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen. Het besluit wordt genomen bij meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.
Het algemeen bestuur kan voor uitoefening van de overgedragen bevoegdheden als bedoeld in het derde lid beleidsregels geven aan het dagelijks bestuur, overeenkomstig artikel 4:81 en artikel 10:16, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Het algemeen bestuur kan het dagelijks bestuur niet overdragen de bevoegdheid tot:
Paragraaf 1. DE SAMENSTELLING VAN HET DAGELIJKS BESTUUR
Het dagelijks bestuur bestaat, naast de voorzitter, uit ten hoogste het aantal leden dat gelijk is aan het aantal deelnemende gemeenten dat alle taken, bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, juncto artikel 4, derde lid, heeft opgedragen aan het samenwerkingsverband. Daarbij geldt dat het aantal leden van het dagelijks bestuur nimmer de meerderheid van het algemeen bestuur kan uitmaken.
De leden van het dagelijks bestuur worden door het algemeen bestuur uit zijn midden benoemd, met dien verstande dat elke deelnemende gemeente die alle taken, bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, heeft opgedragen aan het samenwerkingsverband, is vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur, voor zover het aantal leden van het dagelijks bestuur dan niet de meerderheid in het algemeen bestuur uitmaakt.
Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur vacant komt, wijst het algemeen bestuur een nieuw lid aan. Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan stelt het algemeen bestuur het aanwijzen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uit, totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur wederom zal zijn bezet, doch voor niet langer dan drie maanden.
Paragraaf 2. DE WERKWIJZE VAN HET DAGELIJKS BESTUUR
In de eerste vergadering van elke zittingsperiode regelen de leden van het dagelijks bestuur onderling de werkzaamheden. Deze taakverdeling geschiedt op een zodanige wijze, dat voor ieder onderdeel van de taak een plaatsvervanger wordt aangewezen. Deze taakverdeling wordt medegedeeld aan het algemeen bestuur en aan de deelnemende gemeenten.
Paragraaf 3. DE BEVOEGDHEDEN VAN HET DAGELIJKS BESTUUR
Aan het dagelijks bestuur is opgedragen:
te besluiten namens het samenwerkingsverband, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.
De voorzitter vertegenwoordigt het samenwerkingsverband in en buiten rechte. Indien hij behoort tot het bestuur van een deelnemende gemeente die partij is in een geding waarbij het samenwerkingsverband is betrokken, wordt hij vervangen overeenkomstig artikel 18, tweede lid. De voorzitter kan de vertegenwoordiging aan een door hem aan te wijzen gemachtigde toevertrouwen.
De voorzitter van een commissie als in het tweede lid bedoeld, is het lid van het dagelijks bestuur tot wiens portefeuille het belang behoort. Hij heeft in de commissie een adviserende stem. De commissie dient het dagelijks bestuur desgevraagd of uit eigen beweging van advies met betrekking tot de belangen waarvoor zij is ingesteld.
UITOEFENING BEPERKT TAKENPAKKET
Het college van een gemeente kan het algemeen bestuur verzoeken deel te nemen aan een bepaalde door het samenwerkingsverband uit te voeren taak, indien dit in verband met de aard van het te behartigen belang, of in verband met de schaal waarop dit belang behartigd moet worden, bijzonder aangewezen is.
Aan het algemeen bestuur wordt, onder overlegging van een jaarrekening en jaarverslag, verantwoording afgelegd over het gevoerde beheer binnen het dienstonderdeel als bedoeld in het eerste lid.
De bepalingen van deze regeling betreffende de vaststelling van de jaarrekening van het openbaar lichaam zijn van overeenkomstige toepassing op de jaarrekening van het dienstonderdeel.
Het algemeen bestuur kan bij verordening een vergoeding vaststellen voor de werkzaamheden van de in het eerste lid bedoelde personen, voor zover die niet de functie van wethouder, burgemeester of secretaris vervullen.
De hoogte van de vergoeding staat in redelijke verhouding tot de aan het lidmaatschap verbonden werkzaamheden, mede rekening houdende met de vergoeding voor werkzaamheden welke het bestuurslid ontvangt uit hoofde van zijn lidmaatschap van het gemeentebestuur, dan wel met de bezoldiging die hij ontvangt als secretaris.
Paragraaf 2. ARCHIEFBEPALINGEN
Ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het samenwerkingsverband, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is, onder leiding van het dagelijks bestuur, met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet 1995 belast de archivaris. Met betrekking tot dit toezicht stelt het algemeen bestuur een verordening vast, die aan Gedeputeerde Staten wordt medegedeeld.
De kosten van de werkverbanden van de sociale werkvoorziening, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder d, worden verdeeld onder de deelnemende gemeenten waar werknemers wonen die zijn geplaatst in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, naar rato van het aantal werkdagen in het betreffende kalenderjaar. Bij de berekening van het nadelig saldo wordt rekening gehouden met een jaarlijks te bepalen aandeel van subsidie, dat betaalbaar wordt gesteld voor de sociale werkvoorziening.
De kosten van de milieu-hygiënische taakuitoefening, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder f, worden voor wat betreft de technische dienstverlening op uurtarief doorberekend aan de deelnemende gemeenten. Bij onderbezetting van deze technische dienstverlening staan de gemeenten elk voor een gelijk deel garant voor de ontbrekende uren.
De kosten van de bijzondere controle, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder h, waaronder begrepen de personele kosten en huisvestingskosten, worden betaald door de deelnemende gemeenten, naar rato van de op 31 december van het voorafgaande kalenderjaar bestaande verhouding tussen het aantal uitkeringsgerechtigden van een deelnemende gemeente enerzijds en van de gemeenten tezamen anderzijds.
De overige kosten, die niet behoren tot het tweede tot en met zesde lid, worden betaald naar rato van de verhouding tussen het aantal inwoners van een deelnemende gemeente enerzijds en van de gemeenten tezamen anderzijds. Het betreft hierbij de aantallen inwoners per 1 januari van het betreffende jaar. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers.
Het dagelijks bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Het dagelijks bestuur, daarin geadviseerd door de portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten, zendt de ontwerpbegroting, vergezeld van een aanbiedingsbrief, waarin het voorgenomen beleid voor het komende begrotingsjaar in grote lijnen wordt uiteengezet, acht weken voordat deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan de aan de raden van de deelnemende gemeenten.
De ontwerpbegroting met de bijbehorende stukken wordt bij de deelnemende gemeenten en het samenwerkingsverband voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Het dagelijks bestuur doet van de terinzagelegging mededeling in één of meer dag- en nieuwsbladen, die in het gebied worden verspreid. Artikel 190, tweede en derde lid, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
Terstond na de vaststelling van de begroting wordt hiervan schriftelijk mededeling gedaan aan de raden van de gemeenten. De begroting wordt, zo nodig, ter kennisneming gezonden aan de raden van de deelnemende gemeenten. De raden kunnen Gedeputeerde Staten van hun gevoelen omtrent de vastgestelde begroting doen blijken.
Het tweede, zesde, zevende en achtste lid zijn van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, met uitzondering van die wijzigingen waarbij geen verandering wordt gebracht in de bijdragen van een of meerdere deelnemende gemeenten in de kosten, bedoeld in artikel 33. Artikel 192 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
De daartoe door het algemeen bestuur aangewezen functionaris dient de jaarrekening over het afgelopen jaar vóór 1 maart in bij het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur, daarin geadviseerd door de portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten, zendt de voorlopige jaarrekening, na toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de jaarrekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 32, tweede lid, aangewezen deskundige en van hetgeen het dagelijks bestuur te zijner verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende bescheiden jaarlijks vóór 15 april aan de raden van de deelnemende gemeenten.
De deelnemende gemeenten staan gezamenlijk garant voor de juiste betaling van rente, aflossing, boeten en kosten van de door het samenwerkingsverband gesloten en af te sluiten kasgeldleningen, langlopende leningen en in rekening-courant opgenomen kredieten, voor zover ter zake door andere overheidsorganen geen garantie is of wordt gegeven.
Het college van een deelnemende gemeente die van mening is dat door een besluit tot wijziging van de regeling de belangen van die deelnemende gemeente ernstig zullen worden geschaad, kan binnen twee maanden na de in het vijfde lid bedoelde mededeling over zijn bezwaren de zienswijze van Gedeputeerde Staten vragen. Gedeputeerde Staten delen hun zienswijze mee aan het algemeen bestuur en aan de raad van de betrokken deelnemende gemeente.
Besluiten, van welke aard ook, door de bestuursorganen van de respectievelijke gemeenschappelijke regelingen en de deelnemende gemeenten genomen krachtens:
-de ‘gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Noordwest-
Veluwe’, aangegaan in 1972 als gemeenschappelijke regeling Gewest Noordwest-Veluwe en
gewijzigd in 1979 in gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijk Samenwerkingsverband
-de ‘gemeenschappelijke regeling Sociale Werkvoorziening Noordwest-Veluwe’, aangegaan in
1970 en laatstelijk gewijzigd in 1985;
worden geacht te zijn besluiten overeenkomstig deze regeling. Zij blijven in stand totdat zij door andere zijn vervangen c.q. zijn vervallen.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van
de gemeente Elburg op 17 maart 2015.
De secretaris, De burgemeester,
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van
de gemeente Ermelo op 14 april 2015.
De secretaris, De burgemeester,
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van
de gemeente Harderwijk op 1 juni 2015.
De secretaris, De burgemeester,
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van
de gemeente Nunspeet op 31 maart 2015.
De secretaris, De burgemeester,
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van
de gemeente Oldebroek op 14 april 2015.
De secretaris, De burgemeester,
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van
de gemeente Putten op 31 maart 2015.
De secretaris, De burgemeester,