Organisatie | Twenterand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Twenterand 2015 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning |
Vastgesteld door | College van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Gelijktijdig met de vaststelling van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Twenterand 2015 wordt het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2014 ingetrokken.
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-03-2015 | Nieuwe beleidsregel | 10-03-2015 Gemeenteblad 16-3-32015 | Onbekend |
De kosten van het treffen van een woonvoorziening moet worden terugbetaald indien de woning binnen 10 jaar na gereed melding van de woonvoorziening wordt verkocht en de kosten meer bedroegen dan € 7.500,-.
De hoogte van het terug te betalen bedrag wordt vastgesteld overeenkomstig onderstaand afschrijvingsschema:
1.Het bedrag voor een verhuiskostenvergoeding bedraagt € 1100,00.
Het bedrag waarboven het primaat van de verhuizing wordt gehanteerd bedraagt € 1100,00.
Het bedrag dat in het kader van het zogenaamde bezoekbaar maken van de woning wordt verstrekt bedraagt maximaal € 225,00.
De hoogte van het persoonsgebonden budget in de vervoerskosten wordt mede bepaald aan de hand van de mogelijkheden van een persoon om zich zelf te verplaatsen.
Voor echtgenoten en partners, die beiden in aanmerking komen voor een persoonsgebonden budget bedraagt het persoonsgebonden budget aan een ieder 50% van de bedragen zoals genoemd in lid 1 onder a, b of c. Indien de vervoersbehoefte van echtgenoten en partners niet samenvalt, kan het persoonsgebonden budget verhoogd worden tot maximaal 150% van de in lid 1onder a, b of c genoemde bedragen voor het echtpaar en partners.
Het persoonsgebonden budget in de vervoerskosten bij gebruik van een scootmobiel, een driewielfiets of een andere vervoersvoorziening bedraagt 50% van de normbedragen zoals genoemd in lid 1 onder a, b of c.
Aan personen van 0 tot 5 jaar wordt geen vervoersvoorziening verstrekt. Personen in de leeftijd van 5 tot 12 jaar hebben recht op een vervoersvoorziening gebaseerd op 50% van de normbedragen zoals genoemd in lid 1 onder a, b en c.
Het bedrag voor het aanschaffen en onderhouden van een sportrolstoel voor 3 jaar bedraagt maximaal € 2450,00.
Artikel 6 Weigering toekenning PGB
Het college weigert de toekenning van een PGB, behoudens bijzondere omstandigheden,
de ontvanger van het budget onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en verstrekking van de juiste gegevens tot een andere beslissing had geleid;
de cliënt het PGB niet heeft gebruikt of gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het is bestemd.
Onverminderd het bepaalde in artikel 12 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Twenterand 2015 vindt de vaststelling van de hoogte van het PGB plaats op de wijze zoals in de leden 1 t/m 6 opgenomen, behoudens onder bijzondere omstandigheden waarin zorg niet ingekocht kan worden voor deze tarieven. In die gevallen worden de reële kosten vergoed, gebaseerd op de kosten voor de goedkoopst adequate voorziening.
1.De hoogte van het persoonsgebonden budget is een afgeleide van het vastgestelde tarief van zorg in natura.
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor ondersteuning zelfstandig leven, ondersteuning maatschappelijke deelname, kortdurend verblijf en huishoudelijke ondersteuning bedraagt bij inzet van professionele hulp ten hoogste het tarief van de goedkoopste adequate zorg in natura min 10%.
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor ondersteuning zelfstandig leven en ondersteuning maatschappelijke deelname bij niet-professionele hulp bedraagt maximaal € 20,- per uur/per dagdeel per persoon.
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf bij niet-professionele hulp bedraagt maximaal € 30,- per etmaal per persoon.
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor de inzet van huishoudelijke ondersteuning bij niet-professionele hulp is ten hoogste het tarief van de goedkoopste adequate zorg in natura min 15%.
De hoogte van het persoonsgebonden budget van een vervoersvoorziening bij ondersteuning maatschappelijke deelname is ten hoogste het tarief van de goedkoopst adequate voorziening zorg in natura min 10%.
De bedragen die een cliënt per 4 weken verschuldigd is voor een maatwerkvoorziening dan wel voor een PGB, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdragen zijn gelijk aan die genoemd in Hoofdstuk 3 van het uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
De kostprijs van een maatwerkvoorziening wordt berekend op basis van de prijs waarvoor de gemeente deze in natura aanschaffen kan, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering van de maatwerkvoorziening.
Voor een maatwerkvoorziening of PGB ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is door de onderhoudsplichtige ouder(s) en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over deze minderjarige een eigen bijdrage verschuldigd.
Door de opvanginstelling zelf wordt de bijdrage voor een maatwerkvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget voor opvang vastgesteld en geïnd.