Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten |
Citeertitel | Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
nvt
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-01-2015 | Onbekend | 03-12-2014 Gemeenteblad 2015, 1924 | nvt |
De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Achtkarspelen, Ameland, Het Bildt, Dantumadeel, Dongeradeel, Ferwerderadiel, Franekeradeel, De Friese Meren, Harlingen, Heerenveen, Kollumerland c.a., Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel, Ooststellingwerf, Opsterland, Schiermonnikoog, Smallingerland, Súdwest-Fryslân, Terschelling, Tytsjerksteradiel, Vlieland, Weststellingwerf, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft
De Friese gemeenten het van belang vinden samen te werken in het sociale domein;
Er in het sociale domein terreinen zijn waarop de Friese gemeenten de wettelijke plicht hebben om samen te werken;
hoofdstuk I van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
afdelingen 10.1.1 en 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
de toestemming die de raden van de aan de regeling deelnemende bestuursorganen toestemming hebben verleend voor het treffen van deze gemeenschappelijke regeling, overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
De regeling wordt getroffen om de beleidsvoorbereiding ten behoeve van wettelijke taken op het terrein van jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en participatie en de inkoop ten behoeve van wettelijke taken op het terrein van jeugdzorg en maatschappelijke ontwikkeling doelmatig en kwalitatief hoogwaardig te organiseren met de gezamenlijke Friese gemeenten.
De gemeente Leeuwarden wordt aangewezen als centrumgemeente als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
1. Het college en de burgemeester van de centrumgemeente voeren voor het college en de burgemeester van de gastgemeenten de inkoop en daarmee samenhangende beleidsvoorbereiding op de volgende wettelijke taken uit:
a. beschermd wonen als bedoeld in artikel 2.3.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
b. opvang als bedoeld in artikel 2.3.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
c. advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling als bedoeld in artikel 4.1.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
d. residentiële zorg inclusief gesloten zorg als bedoeld in artikel 6.1.2, vijfde lid juncto artikel 6.1.4 van de Jeugdwet;
e. jeugdbescherming als bedoeld in artikel 2.4 juncto artikel 6.1.2, vijfde lid juncto artikel 6.1.4 van de Jeugdwet;
f. jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4 juncto artikel 6.1.2, vijfde lid juncto artikel 6.1.4 van de Jeugdwet;
g. spoedeisende zorg als bedoeld in artikel 6.1.2, vijfde lid juncto artikel 6.1.4 van de Jeugdwet;
h. jeugd geestelijke gezondheidszorg als bedoeld in artikel 2.7 en hoofdstuk 10 van de Jeugdwet, en
i. jeugd Algemene wet bijzondere ziektekosten – intramuraal en jeugd Algemene wet bijzondere ziektekosten – behandeling en vervoer als bedoeld in hoofdstuk 10 van de Jeugdwet.
j. pleegzorg als bedoeld in artikel 6.1.2, vijfde lid juncto artikel 6.1.4 van de Jeugdwet.
2. Het college en de burgemeester van de centrumgemeente voeren voor het college en de burgemeester van de gastgemeenten de beleidsvoorbereiding uit op de taak Afspraken Werkbedrijf als bedoeld in artikel 10a van de Wet SUWI.
3. Het college en de burgemeester van de centrumgemeente vervullen de volgende functies ten aanzien van inkoop op de taken, bedoeld in het eerste lid:
a. Het bepalen van de inkoopstrategie, te weten:
i. het opstellen en bijstellen van het algemene inkoopbeleid, en
ii. het opstellen van een strategie voor een specifieke uitvraag, indien nodig.
b. Het uitvoeren van het inkoopproces, te weten:
i. het uitvoeren van marktverkenningen;
ii. het opstellen van een aanbestedingsdocument dan wel document voor subsidie uitvraag, conform beleid of strategie, bedoeld onder a;
iii. het verzorgen van het complete administratieve proces van een aanbestedingsprocedure of subsidietraject;
iv. het beoordelen en selecteren op basis van inschrijvingen naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure of subsidietraject;
v. het leveren van inkoopadvies;
vi. Het opstellen van de overeenkomst met een aanbieder dan wel de verleningsbeschikking;
vii. het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten met aanbieders namens de gemeenten of het verlenen van beschikkingen, en
viii. het sluiten van de contracten met de aanbieders namens gemeenten of verlenen van beschikkingen.
c. De monitoring en sturing op de aanbieders, te weten:
i. verkrijgen van informatie over prestaties van de aanbieders bij aanbieder en waar nodig gastgemeente;
ii. analyse van de verkregen informatie, conform i, in relatie tot de afspraken uit de overeenkomst of de beschikking, en
iii. aanspreken van de aanbieder op zijn prestaties indien deze niet conform overeenkomst of beschikking presteert.
d. Het voeren van beheer van overeenkomsten met de aanbieders of de verleende beschikkingen, te weten:
i. registeren en archiveren van inkoopdocumenten, overeenkomsten, beschikkingen en andere relevante documenten;
ii. onderhouden van de relatie met de aanbieders;
iii. analyseren van informatie en rapportages over de uitvoering van de dienstverlening door de aanbieders, en
iv. voeren van gesprekken met aanbieders.
e. Het voeren van financieel beheer van de overeenkomsten met aanbieders dan wel verleende beschikkingen, te weten:
i. beoordelen van de facturen van de aanbieders op de afspraken daaromtrent, en
ii. betalen van de facturen van de aanbieders namens elke gastgemeente.
4. De functies, bedoeld in het derde lid, onder c, d en e, worden in het kalenderjaar 2015 slechts door de centrumgemeente uitgevoerd na een uitdrukkelijk schriftelijk daartoe strekkend verzoek van een gastgemeente.
5. Ten behoeve van de beleidsvoorbereiding, bedoeld in het eerste en het tweede lid, vervult de centrumgemeente de volgende functies:
a. het signaleren en analyseren van beleidsontwikkelingen en maatschappelijke tendensen op het terrein van de taken genoemd in het eerste en tweede lid;
b. het voorbereiden en opstellen van concept beleidsstukken, gelijkluidend voor alle gemeenten, voor de taken, genoemd in het eerste en het tweede lid;
c. de inhoudelijke voorbereiding van het portefeuillehouders-overleg en de verslaglegging ervan;
d. de planning, agendavorming, inhoudelijke voorbereiding en verslaglegging voor de ambtelijke werkgroepen, bedoeld in artikel 9, vierde lid, en
e. de inhoudelijke coördinatie en afstemming tussen enerzijds de ambtelijke werkgroepen, bedoeld in artikel 9, vierde lid, onderling en anderzijds de ambtelijke werkgroepen, bedoeld in artikel 9, vierde
Het college en de burgemeester van de centrumgemeente wordt bij dezen mandaat, volmacht en machtiging verleend om namens het college en de burgemeester van elke gastgemeente alle besluiten te nemen, privaatrechtelijke rechtshandelingen, en feitelijke handelingen te verrichten ter uitvoering van de functies, genoemd in artikel 4, derde en vijfde lid, ten behoeve van de taken, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met j, en het tweede lid, ieder voor zover bevoegd.
Ten aanzien van de bevoegdheden die in dit artikel in mandaat, volmacht en machtiging worden opgedragen aan het college respectievelijk de burgemeester van de centrumgemeente, kan dit college respectievelijk de burgemeester ondermandaat, volmacht of machtiging verlenen aan medewerkers van de centrumgemeente.
De bevoegdheid van het college en de burgemeester van de centrumgemeente, op basis van het eerste lid, om een overeenkomst met een aanbieder aan te gaan of een beschikking af te geven voor inkoop, strekt ten hoogste tot het bedrag dat elke gemeente aangeeft als budget voor inkoop beschikbaar te hebben in het portefeuillehoudersoverleg.
Het college en de burgemeester van de centrumgemeente stellen jaarlijks voorafgaand aan het jaar waarvoor deze geldt een begroting op met de integrale kosten voor haar dienstverlening ten behoeve van gemeenten. Deze begroting wordt vastgesteld in het portefeuillehoudersoverleg en vormt een apart hoofdstuk van de begroting van de centrumgemeente, zoals deze wordt vastgesteld door de raad van de centrumgemeente.
Indien gedurende een kalenderjaar blijkt dat de werkelijke kosten de begrote kosten lijken te gaan overstijgen en dit gevolgen heeft voor de kosten die een gastgemeente dient te vergoeden, neemt de centrumgemeente zo spoedig mogelijk contact op met de betreffende gastgemeente dan wel het portefeuillehoudersoverleg als het meerdere gemeenten betreft.
De kosten voor uitvoering van taken worden verdeeld onder gemeenten op basis van het percentuele aandeel dat een gemeente toekomt in het totaal van aantallen cliënten op basis van de Jeugdwet, zoals meest recentelijk vastgesteld door het Centraal Bureau voor Statistiek, op peildatum 1 januari van jaar t-1.
Indien op basis van een jaarrekening, bedoeld in het twaalfde lid, sprake is van enig tekort, dan draagt elke gemeente bij in de kosten bedoeld in het tweede respectievelijke het derde lid, op basis van de kostenverdeelsleutel, bedoeld in het zevende respectievelijk het achtste lid. Indien sprake is van een overschot ten aanzien van de kosten, bedoeld in het tweede respectievelijk het derde lid, wordt dit op basis van de kostenverdeelsleutel, bedoeld in het zevende respectievelijk het achtste lid, verrekend met de bijdrage voor het daaropvolgende kalenderjaar.
De communicatie over de uitvoer van deze regeling vindt plaats in het portefeuillehoudersoverleg en het secretarissenoverleg. Slechts indien sprake is van een uitvoeringskwestie die slechts één gastgemeente en centrumgemeente betreffen kan direct individueel contact tussen de centrumgemeente en betreffende gastgemeente plaatsvinden.
Het college respectievelijk de burgemeester van de centrumgemeente geeft het college respectievelijk de burgemeester van de gastgemeente schriftelijk de door een of meer leden van het college respectievelijk de burgemeester van de gastgemeente gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
Het college respectievelijk de burgemeester van elke gastgemeente geeft het college respectievelijk de burgemeester van de centrumgemeente alle inlichtingen die het college of een medewerker van de centrumgemeente voor de uitoefening van zijn taak, nodig heeft. Onder de informatie, bedoeld in de eerste volzin, wordt tevens verstaan de besluiten/indicaties van een individuele cliënt en de hoogte van het budget, bedoeld in artikel 5, derde lid.
1. Gemeenten nemen jegens derden die niet bij de uitvoering van deze regeling zijn betrokken zorgvuldigheid en geheimhouding in acht van alle vertrouwelijke gegevens dan wel anderszins gevoelige informatie van een andere gemeente die hem in het kader van deze regeling ter kennis is gekomen, tenzij
a. op gemeente een wettelijke of beroepsplicht rust tot openbaarmaking;
b. een gemeente zich voor de rechter moet verdedigen;
c. de ene gemeente de andere gemeente van de geheimhoudingsplicht heeft ontheven, of
d. de informatie via openbare bronnen beschikbaar is.
2. Gemeenten mogen, zonder toestemming van de andere gemeente, aan derden geen mededeling doen over de aanpak, de werkwijze, de inhoud van de diensten van een andere gemeente, noch zijn rapportage of ander al dan niet schriftelijk materiaal ter beschikking stellen of anderszins openbaar maken, tenzij op de andere gemeente een wettelijke of beroepsplicht tot openbaarmaking rust.
3. Gemeenten nemen intern alle maatregelen die noodzakelijk zijn ter nakoming van de in dit artikel genoemde verplichtingen.
4. In geval gegevens als bedoeld in dit artikel, toch bij onbevoegde derden terecht zijn gekomen, stellen gemeenten elkaar daar onverwijld van in kennis en worden in overleg de maatregelen genomen die noodzakelijk zijn om schade te voorkomen.
Indien het overleg, bedoeld in het tweede lid, niet tot een oplossing leidt, benoemen de colleges van de gemeenten waarop het geschil betrekking heeft elk een onafhankelijke deskundige. Beide deskundigen benoemen gezamenlijk een derde deskundige, die als voorzitter van de adviescommissie optreedt. De colleges van de betreffende gemeenten treden gezamenlijk op als opdrachtgever van de adviescommissie. De colleges van de betreffende gemeenten zetten in hun opdracht aan de adviescommissie in ieder geval het probleem uiteen, formuleren de te beantwoorden vragen en bepalen de termijn waarbinnen de adviescommissie haar advies uitbrengt.
Na ontvangst van het advies, bedoeld in het vierde lid, treden de afvaardigingen, bedoeld in het tweede lid, nogmaals in overleg om te trachten, gelet op het advies van de adviescommissie, bedoeld in het vierde lid, tot een oplossing van het geschil te komen. Indien dat overleg niet tot een oplossing leidt, kan het college van elk van de betreffende gemeenten het geschil, overeenkomstig artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, voorleggen aan gedeputeerde staten van de provincie Friesland.
Deze regeling wordt opgeheven bij gelijkluidend besluit van de colleges en de burgemeesters van de gemeenten. Opheffing kan niet plaatsvinden zolang voor een van de taken bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, een wettelijke verplichting tot samenwerking bestaat, met uitzondering van de situatie waarin de deelnemende bestuursorganen voor die verplichte samenwerking reeds een ander samenwerkingsverband zijn aangegaan.
Deze regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat:
In afwijking van sub a, de colleges en burgemeester kunnen besluiten, naar aanleiding van de evaluatie, bedoeld in artikel 19, de taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, waarop geen wettelijke plicht tot samenwerking bestaat, ook na 31 december 2017, aan de centrumgemeente op te dragen, en
Het college van de centrumgemeente is belast met de inzending van deze regeling aan gedeputeerde staten van de provincie Friesland.
Deze regeling en de uitvoering daarvan wordt in voor 1 oktober 2016 geëvalueerd, mede ten behoeve van besluitvorming die betrekking heeft op artikel 17, onder b. Deze besluitvorming door de colleges en de burgemeester van de gemeenten vindt vóór 31 december 2016 plaats.