Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen |
Citeertitel | Subsidieregeling Voorschoolse Educatie gemeente Harlingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Onbekend | 03-12-2014 Gemeenteblad 2014, 80988 | Onbekend |
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Een instelling die reguliere dagdelen peuteropvang en/of VVE-peuterplaatsen aanbiedt en die geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang.
Het college van burgemeester en wethouders.
Maatregelen gericht op het verminderen van onderwijsachterstanden voor kinderen vanaf 2 jaar tot de eerste dag dat zij de basisschool bezoeken, waarbij VVE-gekwalificeerde pedagogisch medewerkers werken met een VVE programma en dat is geregistreerd als voorschoolse educatie op grond van artikel 6, lid j van het Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.
Een landelijk erkend voorschools-programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling voor zover dit programma is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut.
Deze bestaat uit gemiddeld 7 uren per week op tenminste twee verschillende dagen gedurende 40 weken per jaar en is met voorrang beschikbaar voor doelgroepkinderen.
Een kind met een (dreigende) achterstand op het gebied van taal, rekenen, sociaal-emotionele en/of motorische ontwikkeling dat een indicatie heeft vanuit het consultatiebureau voor het volgen van VVE. Doelgroepkinderen hebben een peuterplaats van maximaal 10,5 uur per week, die bestaat uit drie of vier dagdelen.
Dit is een aanbod peuteropvang variërend tussen 2,5 en 3,5 uur per week.
De samenwerking tussen basisonderwijs, voorzieningen voor voorschoolse educatie, kinderopvang en buitenschoolse opvang gebaseerd op één pedagogische visie en doorgaande lijn.
De aanvrager van een subsidie voor voorschoolse educatie voldoet aan:
Het college verleent de subsidie voor de periode van één kalenderjaar.
Onverminderd de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 kan de subsidie in ieder geval worden geweigerd indien:
1. De aanvraag voor subsidie peuteropvang moet worden ingediend vóór 1 mei voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd. De aanvraag vermeldt de gegevens die het college nodig oordeelt om de aanvraag te kunnen beoordelen. Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het formulier ‘Aanvraag subsidie Voorschoolse educatie’.
2. Naast het aanvraagformulier moet worden overgelegd:
-. een exploitatiebegroting voor het subsidiejaar, waaruit de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend zijn te herleiden. Deze begroting moet voorzien zijn van een toelichting;
-. een werkplan voor het subsidiejaar waarin de te leveren prestaties en resultaten worden beschreven.
3. Bij een eerste subsidieaanvraag van een instelling moeten daarnaast worden overgelegd:
Het college bepaalt jaarlijks op basis van de door de gemeenteraad beschikbaar gestelde middelen voor voorschoolse educatie het maximale aantal uren in een VVE-peuterplaats dat voor subsidiëring in aanmerking komt.
Met instemming van de gemeente kan ook een andere verdeling van de 280 uur of 420 uur op jaarbasis voor doelgroepkinderen worden doorgevoerd. Belangrijk daarvoor is de aanwezigheid van voldoende draagvlak bij de ouders. Verder is van belang:
- de jaarrekening voorzien van een accountantsverklaring;
- een overzicht van het aantal daadwerkelijk bezette VVE peuterplaatsen en reguliere dagdelen peuteropvang per maand, uitgesplitst naar de twee varianten gewone peuters en doelgroepkinderen per 2- en 3 jarigen;
- een inhoudelijke en financiële verantwoording van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend;