De raad van de gemeente Vlieland
gezien: het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2014
;
gelet op: artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING PRECARIOBELASTING VLIELAND
2015
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
- 1.
In deze verordening wordt verstaan onder "openbare gemeentegrond" de
gemeentegrond, welke voor de openbare dienst is bestemd.
- 2.
Gedeelten van een jaar worden als een geheel jaar berekend.
- 3.
Gedeelten van vierkante meters worden voor een gehele vierkante meter
berekend.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake
van het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond,
bedoeld of genoemd in deze verordening.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
De belasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen
onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft,
dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen
onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond
aanwezig zijn.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een
vergunning heeft verleend voor het hebben van voorwerpen onder, op of
boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de
vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene
bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Belastingtarief
De belasting bedraagt per kalenderjaar of een gedeelte daarvan voor het
hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond per m2: €
47,06.
Artikel 5 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor:
- 1.
het hebben op, onder of boven openbare gemeentegrond van voorwerpen,
welke aan de gemeente of gemeentelijke instellingen in eigendom
behoren of die bij de gemeente in gebruik zijn;
- 2.
het hebben in, op of boven openbare gemeentegrond van buizen en
geleidingen van nutsbedrijven;
- 3.
het hebben op openbare gemeentegrond van wegwijzers en
verkeersaanwijzigingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond
ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;
- 4.
het hebben op, onder of boven openbare gemeentegrond van voorwerpen,
welke daar ingevolge wettelijk voorschrift kosteloos of tegen een
bij of krachtens dat voorschrift bepaalde vergoeding moeten worden
gedoogd;
- 5.
het hebben van voorwerpen op, boven of onder gemeentegrond, waarvoor
uit andere hoofde betaling aan de gemeente moet geschieden;
- 6.
het hebben van voorwerpen op, boven of onder gemeentegrond voor
niet-commerciële instellingen die diensten verlenen in het kader van
sociale, culturele en of educatieve doeleinden;
- 7.
het hebben van voorwerpen op, boven of onder gemeentegrond door
natuurlijke personen voor niet-bedrijfsmatige en/of niet-commerciële
particuliere doeleinden;
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
De belasting wordt berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie
op de grond van de voorwerpen. De oppervlakte van andere dan rechthoekige
voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van
een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het kalenderjaar of,
indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, bij de
aanvang van de belastingplicht.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening
van de aanslag.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde
bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden
afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke
termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het
aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand
later.
- 3.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande
leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De "Verordening precariobelasting 2014" van 16 december 2013 wordt
ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van
ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare
feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na
die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening
precariobelasting Vlieland 2015".
Aldus vastgesteld door de raad van
de gemeente Vlieland in zijn openbare
vergadering van 15 december 2014
de griffier, de voorzitter,
Mr. R.A. Lanting Mr. P. Schadd-de Boer