Organisatie | Terschelling |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels “toepassen planologische afwijkingen” |
Citeertitel | Beleidsregels “toepassen planologische afwijkingen” |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2014 | 09-07-2014 | 22-12-2015 | nieuwe regeling | 08-07-2014 | 2014/55 |
Wij hebben in overweging genomen dat het wenselijk is om in beleidsregels vooraf invulling te geven aan onze bevoegdheid om een afwijking van bestemmingsplan-regels via een omgevingsvergunning te weigeren dan wel toe te staan zodat:
(1) terugkerende discussies over de invulling van de ‘kan-bepalingen’ in de
afwijkingsregels binnen bestemmingsplannen worden voorkomen;
(2) dat burgers vooraf (meer) inzicht wordt gegeven in de haalbaarheid (en daarmee
vergunbaarheid) van zijn of haar bouwplan.
Verder is in de beleidsregels bepaald dat:
(3) toepassing van artikel 4 Bor en toepassing van de buitenplanse omgevings-vergunning ex artikel 2.12, lid 1, onder a 3° Wabo zeer terughoudend worden toegepast;
Gezien hetgeen hierboven is vermeld, nemen wij de navolgende beslissing;
Burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling:
Besluiten: tot vaststelling van de beleidsregels “toepassen planologische
Aldus besloten in vergadering van 8 juli 2014 door J.H. Bats (burgemeester),
T.D. de Jong, J. Hoekstra-Sikkema en H.K. van der Wielen (wethouders), in het bijzijn van H.M. de Jong (secretaris).
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Mantelzorg: zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan
een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij
zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie [omschrijving die door de Nationale
Straat- en bebouwingsbeeld: ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten
gebruiksvormen, dient gestreefd te worden naar het instandhouden c.q. tot-stand-brengen
van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend bebouwingsbeeld.
In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:
- een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
- een goede bouwhoogte-/breedte-verhouding tussen de bebouwing onderling;
- een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk
Milieusituatie: ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen,
dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor
omwonenden en een verkeersaantrekkende werking.
In het bijzonder dient er bij de situering en omvang van milieubelastende functies op te
worden gelet dat de uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies niet wordt
Omgekeerd dient er bij uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies op te
worden gelet dat bestaande milieubelastende functies niet in hun functioneren worden
Artikel 1.2 Beleidsnotities waaraan moet worden getoetst
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt aan de relevante beleidsnotitie(s)
a. Beleidsnotitie Telecommunicatie-antennemasten Terschelling;
d. Landschapsontwikkelingsplan;
f. Toeristische toekomstvisie;
h. Woonplan Terschelling 2008-2016;
i. overige relevante beleidsnotities van de gemeente Terschelling.
Hoofdstuk 3 De buitenplanse planologische afwijking, artikel 4 bijlage II Besluit omgevingsrecht (artikel 2.12, lid 1 onder a, 2o Wabo)
Artikel 3.1 Geen toepassing artikel 4 bijlage II Bor, tenzij …
De activiteit, genoemd in artikel 3.2 tot en met 3.6 mag geen onevenredige afbreuk doen aan:
a. het straat- en bebouwingsbeeld ter plaatse;
b. de milieusituatie van het perceel en omliggende percelen;
c. de verkeersveiligheid op het perceel en de openbare weg én
d. de gebruiksmogelijkheden van het eigen perceel en de aangrenzende percelen.
Artikel 3.2 Niet voorzienbare activiteit
Artikel 4, bijlage II Bor wordt slechts toegepast indien:
a. de activiteit op het tijdstip van vaststelling van een bestemmingsplan nog niet voorzien kon
zijn of zelden voorkomt en daarom niet in het bestemmingsplan is geregeld en
Artikel 3.4a Bijbehorend bouwwerk: mantelzorg
Artikel 4, lid 1, bijlage II Bor wordt slechts toegepast als sprake is van:
a. een aantoonbare noodzaak op basis van mantelzorg;
b. een vrijstaand bouwwerk met een oppervlakte van maximaal 45 m² en een
hoogte van maximaal 3,30 meter, geplaatst op het achtererf én dat verwijderd wordt als
Artikel 3.6 Geen toepassing van artikel 4, lid 9, bijlage II Bor, tenzij…
Artikel 4, lid 9, bijlage II Bor wordt slechts toegepast als:
1. sprake is van door de aanvrager aangetoonde noodzaak en
a. de omgevingsbelasting vermindert of neutraal blijft én
b. de activiteit niet plaats vindt binnen de bestemming “Bedrijf”, “Recreatie” en “ Wonen”, of,
2. een aantoonbare noodzaak bestaat op basis van mantelzorg waarbij het gebruik van het
(vrijstaand) bijgebouw voor bewoning wordt beëindigd als de mantelzorgvraag is
3. Tevens moet de aanvraag voldoen aan het bepaalde in artikel 3.1, lid 3.
Hoofdstuk 4 Projectomgevingsvergunning (artikel 2.12, lid 1, onder a, 3° Wabo)
Artikel 4.1 Geen projectomgevingsvergunning, tenzij …
a. de activiteit op het tijdstip van vaststelling van het geldende bestemmingsplan nog niet
voorzien kon zijn en/of een algemeen of maatschappelijk belang vertegenwoordigt dat
afwijking van het geldend bestemmingsplan rechtvaardigt én
b. past in een door de raad of het college vastgesteld beleidsplan én
c. niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening én
d. een procedure tot herziening van het geldende bestemmingsplan op het tijdstip van
Artikel 4.3 Categorie ‘ruimtelijke kwaliteit’
Hoofdstuk 5 Tijdelijke omgevingsvergunning (artikel 2.12, lid 2 Wabo)
Artikel 5.1 Geen tijdelijke omgevingsvergunning, tenzij …
Lid 1 geldt niet als het gaat om één of meer noodgebouwen voor vervanging van
bestaande gebouwen die worden verbouwd of worden afgebroken en vervangen door
a. een noodgebouw voor niet langer dan 5 jaar blijft staan; de aanvrager dient deze
b. een noodgebouw niet leidt tot onaanvaardbare belemmeringen voor omliggende
c. een noodgebouw in het achtererfgebied binnen het bestemmingsvlak wordt geplaatst.