Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goes

De raad van de gemeente Goes

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoes
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDe raad van de gemeente Goes
Citeertitel3e wijziging Verordening parkeerbelastingen Goes 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 225
  2. Parkeerverordening Goes 2015
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2018wijzig. hele verordening

23-11-2017

gmb-2017-233717

01-01-201701-01-2018Nieuwe regeling

04-12-2014

gmb-2017-1446

Onbekend
01-01-201501-01-2016Nieuwe regeling

04-12-2014

Gemeenteblad 2014

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente Goes

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Goes 2015;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

2e wijziging Verordening parkeerbelastingen Goes 2015;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. RVV 1990:

het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 (Staatsblad 1990, 459);

b. WVW 1994:

de Wegenverkeerswet van 21 april 1994 (Staatsblad 1994, 475);

c. kentekenregister:

het register betreffende opgegeven kentekens, bedoeld in artikel 42 van de WVW 1994;

d. voertuig:

hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

e. parkeren:

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

f. houder:

degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de WVW 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

g. parkeerapparatuur:

parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling bestemd voor registratie van parkeerbewegingen en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

h. centrale computer:

computer van het bedrijf waarmee de gemeente Goes een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een mobiele telefoon;

i. parkeerapparatuurplaats:

een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren wordt geregeld door parkeerapparatuur;

j. vergunning:

een door het college van burgemeester en wethouders op grond van de Parkeerverordening verleende digitale of fysieke vergunning, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op de daartoe aangewezen parkeerplaatsen;

k. vergunninghouder:

de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

l. bewonersvergunning:

een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor bewoners van gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, geldig binnen het gebied/zone waar de vergunninghouder woonachtig is;

m. bedrijfsvergunning:

een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor bedrijven gevestigd in gebieden waar vergunninghoudersplaatsen op parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, geldig binnen het gebied/zone waar de vergunninghouder gevestigd is;

n. dag:

een periode van 24 uur die om 0.00 uur aanvangt;

o. dagdeel:

de periode 09.00–13.00 uur, respectievelijk 13.00–18.00 uur (op donderdagen 13.00–21.00 uur);

p. bewonersdagdeelkraskaart:

een vergunning bestemd voor bewoners uit de gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van hun bezoek, met dien verstande dat de vergunning slechts geldt voor een op de kraskaart aan te merken datum en dagdeel;

q. bedrijfsdagdeelkraskaart:

a) een vergunning bestemd voor bedrijven die gevestigd zijn in gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van hun bezoek, met dien verstande dat de vergunning slechts geldt voor een op de kraskaart aan te merken datum en dagdeel en/of b) een vergunning voor andere ondernemers/bedrijven die voor het verrichten van bedrijfsmatige activiteiten tijdelijk een motorvoertuig willen parkerenin gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, met dien verstande dat de vergunning slechts geldt voor een op de kraskaart aan te merken datum en dagdeel;

r. AA-vergunning:

een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor een ieder, welke geldig is op alle parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouderplaatsen;

s. AB-vergunning:

een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor een ieder, welke uitsluitend geldig is op het Molenplein, het parkeerterrein gelegen aan Piet Heinstraat en Edisonstraat;

t. AM-vergunning:

een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor een in de gezondheidszorg werkzame persoon, welke geldig is op alle parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouderplaatsen;

u. AV-vergunning:

een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor natuurlijke personen, die eigenaar/huurder zijn van een woning in een gebied waar vergunninghouderplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, maar die elders woonachtig zijn;

v. AW-vergunning voor bewoners:

een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor bewoners uit de gebieden waar vergunninghouderplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, die op de wachtlijst staan voor een bewonersvergunning, welke uitsluitend geldig is op het Molenplein en de terreinen Albert Joacimikade;

w. AW-vergunning voor bedrijven:

een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor bedrijven gevestigd in de gebieden waar vergunninghouderplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, die op de wachtlijst staan voor een bedrijfsvergunning, welke uitsluitend geldig is op het Molenplein en de terreinen Albert Joacimikade;

x. algemene gehandicaptenparkeerplaats:

een parkeerplaats die is aangeduid met bord E6 uit bijlage I van het RVV 1990.

y. mantelzorgvergunning:

een vergunning, afgegeven op kenteken, bestemd voor degenen die met regelmaat niet-beroepsmatig zorg verlenen (familie, vrieden of kennissen) aan iemand die binnen het betaald parkeergebied/vergunninghoudersgebied woonachtig is.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • 1.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • 2.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel 1, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • i.

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • ii.

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

  • 5.

    Vrijgesteld van de belastingplicht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn motorvoertuigen die van een geldige gehandicaptenparkeerkaart zijn voorzien en die op een algemene gehandicapten-parkeerplaats geparkeerd staan, mits de gehandicaptenparkeerkaart op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig is aangebracht.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende Tarieventabel.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer;

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, tweede lid, is verschuldigd bij de aanvang van het tijdvak waarvoor de vergunning wordt verleend.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen twee maanden na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt via een telefoon of op een andere in het maatschappelijk en economisch verkeer geaccepteerde methode om achteraf aan de betaalplicht te kunnen voldoen;

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald voor of bij de aanvang van het tijdvak waarvoor de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet worden betaald binnen de termijn en op de wijze die op de opgestuurde beschikking is vermeld.

  • 5.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt het in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de gestelde voorschriften als voldoening op aangifte aangemerkt.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8 Ontheffing

  • 1.

    Van de belasting, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt ontheffing verleend voor

    • a.

      de nog niet ingetreden volle kalenderkwartalen van het heffingstijdvak, indien de vergunning wordt ingetrokken of vervalt.

    • b.

      de volle kalendermaanden, gedurende welke parkeren op grond van de vergunning niet mogelijk is als gevolg van een door of met medewerking van de gemeente getroffen maatregel, anders als bedoeld in het eerste lid.

  • 2.

    Ontheffing van de belasting, bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt niet verleend indien het bedrag waarvoor ontheffing verleend zou moeten worden minder bedraagt dan € 2,50.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de belasting als bedoeld in artikel 2 wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking, doch niet eerder dan de in lid 2 genoemde datum.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘3e wijziging Verordening parkeerbelastingen Goes 2015’.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Goes in zijn openbare vergadering van 23 november 2017.

de griffier,

drs. B. van Doornum.

de voorziter,

mr. L.J. Verhulst.

Tarieventabel behorend bij de 2e wijziging Verordening parkeerbelastingen Goes 2015

 

 

A.

Tarief van belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid

 

 

i. 

het uurtarief voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen in de Van Dusseldorpstraat, Marconistraat, Edisonstraat, Heemskerkstraat, Braillestraat, Tiendendreef, Westsingel gedurende het eerste en tweede uur, bedraagt:

€ 0,50

 

 

ii. 

het uurtarief voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen in de Van Dusseldorpstraat, Marconistraat, Edisonstraat, Heemskerkstraat, Braillestraat, Tiendendreef, Westsingel vanaf het derde uur, bedraagt:

€ 2,30

 

iii. 

het uurtarief voor het parkeren op Koepoort, Dam en Damplein bedraagt:

€ 2,10

 

iv. 

het uurtarief voor het parkeren op overige parkeerapparatuurplaatsen bedraagt:

€ 1,90

 

v. 

het dagtarief voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen op het Molenplein en Hollandiaplein bedraagt:

€ 5,10

 

vi. 

het uurtarief voor het parkeren met een geldige gehandicaptenparkeerkaart op een algemene gehandicaptenparkeerplaats bedraagt:

€ 0,00

 

 

B.

Tarief van belasting als bedoeld in artikel 2, tweede lid

 

 

i. 

het tarief voor een eerste bewonersvergunning bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 13,13

 

ii. 

het tarief voor een tweede bewonersvergunning bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 26,25

 

iii. 

het tarief voor een derde bewonersvergunning bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 52,50

 

iv. 

het tarief voor een eerste bedrijfsvergunning bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 65,75

 

het tarief voor een tweede bedrijfsvergunning bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 131,25

 

vi. 

het tarief voor een bewonersdagdeelkraskaart bedraagt per set van 10 stuks:

€ 6,70

 

vii 

het tarief voor een zakelijke dagdeelkraskaart bedraagt per set van 10 stuks:

€ 39,80

 

viii. 

het tarief voor een AA-vergunning bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 665,25

 

ix. 

het tarief voor een AB-vergunning bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€105,-

 

x. 

het tarief voor een AM-vergunning bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 65,75

 

xi. 

het tarief voor een AV-vergunning bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 13,13

 

xii. 

het tarief voor een eerste AW-vergunning voor bewoners bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 13,13

 

xii. 

het tarief voor een tweede AW-vergunning voor bewoners bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 26,25

 

xiv. 

het tarief voor een derde AW-vergunning voor bewoners bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 65,75

 

xv. 

het tarief voor een eerste AW-vergunning voor bedrijven bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 62,50

 

xvi. 

het tarief voor een tweede AW-vergunning voor bedrijven bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 131,25

 

xvii. 

xvii het tarief voor een mantelzorgvergunning bedraagt per kalenderkwartaal of gedeelte daarvan:

€ 13,13

 

C.

Tarief nieuwe vergunning

 

 

i.

het tarief voor het op enig moment in het belastingjaar overschrijven van een vergunning op een ander kenteken, bij de afd. Publiekszaken, bedraagt:

€ 7,50

 

 

 

 

 

D.

Tarief naheffingsaanslag

 

 

 

Het tarief voor een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:

€ 62,00

     

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Goes in zijn openbare vergadering van 6 oktober 2016.

 

de griffier,

drs. B.C. van Doornum.

 

de voorzitter,

mr. L.J. Verhulst.