Organisatie | Eersel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening afvalstoffenheffing 2015 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Artikel 15.33 van de wet milieubeheer
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | Nieuwe verordening | 06-11-2014 Digitaal gemeenteblad 12 november 2014 | Nvt |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. perceel: een gebouwde onroerende zaak - of een gedeelte ervan - dat blijkens indeling en in-richting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particulier huishouding te worden ge-bruikt en ook als zodanig wordt gebruikt. Met perceel worden gelijkgesteld: een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een de-montabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particulier huishouding;
b. container: de door of vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken onderverdeeld in verschil-lende volumes;
c. gft: groente-, fruit- en tuinafval;
d. restafval: het huishoudelijke afval voorzover dat niet wordt gerekend tot het gft-afval;
e. grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, maar die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huis-houdelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;
f. grof tuinafval: tuinafval dat met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomt, maar dat te groot of te zwaar is om op dezelfde wijze als gft-afval aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in arti-kel 15.33 van de Wet milieubeheer.
2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruikmaakt van een per-ceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
De afvalstoffenheffing wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en de tarieven, op-genomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
1. Het belastingtijdvak is een aaneengesloten periode van vier kalendermaanden. Een belastingjaar bestaat uit drie belastingtijdvakken.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid zijn verschuldigd bij het begin van het belasting-tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschul-digd over zoveel volle kalendermaanden van het voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ont-heffing voor zoveel volle kalendermaanden van het voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalender-maanden overblijven.
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeen-te verhuist en aldaar een ander eigendom in gebruik neemt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de heffing terzake van de niet met de
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 9 Termijnen van betaling
1. Conform de bepalingen in artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990, moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, vervallende zes weken na dagtekening van het aanslag¬biljet.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat zolang de verschuldig¬de bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtigen kunnen worden afge¬schreven, de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de hef-fing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Eersel van 6 november 2014
DE RAAD VOORNOEMD
de griffier, H.J. Broekman
de voorzitter, J.A.M. Thijs-Rademakers
Tarieventabel, behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2015 1
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
Behoort bij besluit van de raad van de Gemeente Eersel d.d. 6 november 2014