Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Beheer en Toezicht BRP Opsterland 2014 |
Citeertitel | Regeling Beheer en Toezicht BRP Opsterland 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling werkt met terugwerkende kracht in werking per 6 januari 2014.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2014 | 06-01-2014 | nieuwe regeling | 23-09-2014 Gemeenteblad, 2014, 56315, 10-10-2014 | 2014-35311 |
Regeling Beheer en Toezicht BRP Opsterland 2014
Burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland,
Wet basisregistratie personen;
Wet bescherming persoonsgegevens.
Besluiten vast te stellen de navolgende
Regeling Beheer en Toezicht BRP Opsterland 2014:
Hoofdstuk 1 Aanwijzen functionarissen
de periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan het College bescherming persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders over de navolgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:
de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.
De informatiebeheerder, of een op grond van de artikelen 1 en 2 aangewezen functionaris, neemt deel aan buitengemeentelijk overleg betreffende onderwerpen die het beheer van de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen aangaan.
De gegevensbeheerder beslist binnen 5 werkdagen op het in behandeling nemen van een melding van een overheidsorgaan die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de gemeentelijke voorziening van de basisregistratie personen opgenomen (authentiek) gegeven en stelt het overheidsorgaan in kennis van deze beslissing.
controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de basisregistratie personen.
De gegevensbeheerder is bevoegd, in overleg met de applicatiebeheerder BRP, vanuit de in artikel 10 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen.
De gegevensbeheerder voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening.
De gegevensbeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg.
De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van het toepassingssysteem waarmee de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen wordt gevoerd (hierna toepassingssysteem).
over het gebruik van de basisregistratie personen gedragsregels op te stellen.
De applicatiebeheerder BRP is verantwoordelijk voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk van het plan Informatiebeveiliging.
De applicatiebeheerder BRP ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.
ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.
De privacybeheerder is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wet BRP en daarbij behorende regelingen voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.
de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.
a. beslissen op aangiften en verzoekschriften die op grond van de wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 26 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;
b. beslissen over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een overheidsorgaan;
c. stellen overheidsorganen in kennis van de beslissing ingevolge sub b van dit artikel.
De toezichthouders als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet BRP, is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP.
De toezichthouder controleert of de burger voldoet aan zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de BRP (artikel 2.38), de wijziging van diens adres (2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (2.40 t/m 2.42), zijn vertrek uit Nederland (2.43) en de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de BRP.
De toezichthouder ziet er op toe dat, indien de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervuld door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wet BRP.
De toezichthouder is in verband met de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 32, bevoegd:
De toezichthouder neemt bij gebruik van de bevoegdheid als bedoeld in lid 1 van dit artikel binnen de gemeente Opsterland ter zake geldende beleidsregels in acht.
De toezichthouder legt het resultaat van zijn werkzaamheden vast in een onderzoekrapportage en draagt zorg voor dossiervorming.
participeert in de ontwikkeling en formulering van het gemeentebrede informatiebeveiligingsbeleid.
De beveiligingsbeheerder rapporteert jaarlijks over de informatieveiligheid aan de informatiebeheerder en verzorgt de bijdragen aan de gemeentebrede managementrapportage over de informatieveiligheid met betrekking tot de persoonsinformatievoorziening.
Hoofdstuk 10 Het beveiligingscontrol
De beveiligingscoördinator is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligingsmaatregelen en –procedures zoals uitgewerkt in het plan Informatiebeveiliging en met inachtneming van de voor de gemeente vastgestelde baseline informatiebeveiliging gemeenten.
De beveiligingscoördinator is bevoegd om het management van de afdeling Publiekszaken dwingende adviezen te geven ten aanzien van de naleving van de beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de Wet BRP en het plan Informatiebeveiliging.
de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.
De beveiligingscoördinator adviseert rechtstreeks aan het college van burgemeester en wethouders over beveiligingsaspecten die uit het plan Informatiebeveiliging voortvloeien.
De beveiligingscoördinator voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten inzake het Beveiligingsbeheer van de gemeentelijke voorziening BRP.
De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de gemeentelijke voorzieningen als bedoeld artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wet BRP evenals voor de in de gemeentelijke voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de BRP in het gegevensmagazijn.
Deze regeling wordt aangehaald als Regeling Beheer en Toezicht BRP Opsterland 2014.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014.
Burgemeester en wethouders van Opsterland.
De burgemeester, De secretaris,
mevrouw M. Jager-Wöltgens de heer K. van Veen
In deze regeling zijn een aantal begrippen gebruikt waarvoor hieronder de definities zijn verwoord:
toezicht: het geheel van activiteiten gericht op de bewerkstelliging dat de burger zijn verplichten op grond van de Wet BRP nakomt.
Bijlage 2: Aanwijzing van beheerfunctionarissen door burgemeester en wethouders
Op grond van artikel 1, van de Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:
Als beveiligingsbeheerder is aangewezen: W.J. de Vries, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken.
Als plaatsvervanger is aangewezen: M.E. Mulder, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken.
Als systeembeheerder is aangewezen: G. Tjassing, team Organisatie en Informatisering, afdeling Bedrijfsvoering.
Als plaatsvervanger is aangewezen: R.S. Polet, team Organisatie en Informatisering, afdeling Bedrijfsvoering.
Als toezichthouder zijn aangewezen:
- De medewerkers team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken.
- De toezichthouder van Team Werk en Inkomen, afdeling Publiekszaken.
Als beveiligingscoördinator is aangewezen M. Boswijk, team Controlling, afdeling Bedrijfsvoering.
Als plaatsvervanger is aangewezen F. de Haan, team Controlling, afdeling Bedrijfsvoering.
Bijlage 3: Aanwijzing van beheerfunctionarissen door de informatiebeheerder
Op grond van artikel 2 van de Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:
Als gegevensbeheerder BRP is aangewezen M.E. Mulder, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken.
Haar plaatsvervanger is J. van der Molen, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken.
Naast de gegevensbeheerder zijn tevens belast met het berichtenverkeer:
- J. van der Molen, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken.
- W.J. de Vries, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken.
Als applicatiebeheerder BRP is aangewezen M.E. Mulder, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken.
Haar plaatsvervanger is J. van der Molen, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken.
Als gegevensverwerkers worden alle medewerkers team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken aangewezen.
Afnemen verklaringen artikel 2.8, lid 2 van de wet
De bevoegdheid tot het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring wordt toegekend aan:
- W.J. de Vries, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken
- M.E. Mulder, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken
- J. van der Molen, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken
- J. van der Zwaag, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken
Op grond van artikel 1, lid 1 van de Regeling Beheer en Toezicht basisregistratie personen mandateert de teamleider Publiekscentrum afdeling Publiekszaken de taken van het informatiebeheer en privacybeheer aan:
M.E. Mulder, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken
W.J. de Vries, team Publiekscentrum afdeling Publiekszaken
Het betreft de taken, genoemd in de artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 (informatiebeheer) en de taken, genoemd in de artikelen 25, 26, 27 en 28 (privacybeheer) van deze Regeling.