Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opsterland

Beleidskader parkeren in groenstroken Opsterland 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpsterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidskader parkeren in groenstroken Opsterland 2007
CiteertitelBeleidskader parkeren in groenstroken Opsterland 2007
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Algemene Plaatselijke Verordening Opsterland 2006, art. 5.1.1 onder a.
  3. Algemene Plaatselijke Verordening Opsterland 2006, art. 5.1.11

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-08-2007nieuwe regeling

21-08-2007

Woudklank, 23-08-2007

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidskader parkeren in groenstroken Opsterland 2007

Beleidskader parkeren in groenstroken Opsterland 2007

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland in vergadering bijeen op 21 augustus 2007; gelet op navolgende inleiding en context:

 

Inleiding en context

In Afdeling 1 van Hoofdstuk 5 van de Algemene plaatselijke verordening Opsterland (APV) zijn bepalingen opgenomen onder de titel parkeerexcessen. Hoewel het begrip parkeerexces niet nader is gedefinieerd, is blijkens jurisprudentie en ook wetsgeschiedenis duidelijk dat parkeerexces ieder excessief of buitensporig parkeergedrag is met het oog op:

  • a)

    de verdeling van de beschikbare parkeerruimte jegens andere weggebruikers die gelegenheid tot parkeren behoeven en

  • b)

    andere motieven zoals het tegengaan van aantasting van de openbare orde, de veiligheid en de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente en het voorkomen van uitzichtbelemmering en stank- en geluidsoverlast.

    In artikel 5.1.11 APV (dus onder afdeling 1) is het navolgende bepaald t.a.v. de aantasting van groenvoorzieningen door voertuigen:

     

Artikel 5.1.11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen

  • 1.

    Het is verboden (met) een voertuig, fiets of bromfiets te rijden door dan wel deze te doen of te laten staan in een park of plantsoen of een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook.

  • 2.

    Dit verbod is niet van toepassing:

    • a.

      op wegen, zoals bedoeld in artikel 5.1.1, onder a;

    • b.

      op voertuigen die nodig zijn en gebruikt worden ter uitvoering van werkzaamheden door of vanwege de overheid;

    • c.

      op voertuigen, waarmee standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die mede of uitsluitend voor dit doel zijn bestemd.

  • 3.

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

     

    Van belang is om m.n. voor het parkeren van auto’s in groenstroken te bepalen wanneer dat wel wordt toegestaan. Als dan kan het verbod in scherpte winnen. Uitgangspunt hierbij moet zijn dat aantasting van groenvoorzieningen zoveel mogelijk moet worden voorkomen om reden van het voorkomen of beperken van schade aan gemeentelijk eigendommen. De criteria zijn cumulatief en dienen in onderlinge samenhang te worden betrokken bij eventuele ontheffingsverzoeken.

     

    Besluit vast te stellen:

     

    Beleidskader parkeren in groenstroken Opsterland 2007

     

    Ontheffing van het verbod zoals gesteld in artikel 5.1.11, lid 3 kan worden verleend indien:

  • 1.

    Er sprake is van een situatie waarin het doen laten staan van het voertuig noodzakelijk is voor de werkzaamheden of de dienstverlening door of vanwege de overheid zoals voor de inzameling van afvalstoffen of het onderhoud of herstel van (openbare) nutsvoorzieningen en/ of wegen, de bereikbaarheid of toegang van hulpvoertuigen en voor de waarborging van de verkeersveiligheid;

  • 2.

    Het doen laten staan van het voertuig niet langer duurt dan de situatie zoals onder 1. beschreven zich voordoet;

  • 3.

    En het doen laten staan van het voertuig op een zodanige wijze geschiedt dat de schade aan de groenvoorziening wordt voorkomen of zo veel mogelijk wordt beperkt.

     

    Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit beleidskader kan worden aangehaald als ‘Beleidskader parkeren in groenstroken Opsterland 2007’.

  • 2.

    Dit beleidskader treedt in werking op 24 augustus 2007.

     

    Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2007.

     

    De waarnemend-voorzitter, de secretaris,

     

    Ton Baas. Ties Zweers.