Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werk en Inkomen Lekstroom

Beleidsregels participatievoorzieningen in verband met kinderopvangkosten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerk en Inkomen Lekstroom
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels participatievoorzieningen in verband met kinderopvangkosten
CiteertitelBeleidsregels participatievoorzieningen in verband met kinderopvangkosten
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 7, artikel 8, eerste lid onderdeel e en artiel 8 lid 2 van de Participatieverordening WIL;
  2. Artikel 7, artikel 8, eerste lid en onder e en artikel 8, lid 2 Participatieverordening WIL (Houten)
  3. Artikel 7, artikel 8, eerste lid en onder e en artikel 8, lid 2 Participatieverordening WIL (Nieuwegein)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-02-201401-01-2014nieuwe beleidsregel

30-01-2014

IJsselstein: Zenderstreeknieuws van 12 februari 2014; Lopik: Het Kontakt van 18 februari 2014; Vianen: Het Kontakt van 18 februari 2014; Nieuwegein: De Molenkruier van 19 februari 2014; Houten: Houtens Nieuws van 26 februari 2014

9599/2014

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels participatievoorzieningenin verband met kinderopvangkosten Werk en Inkomen Lekstroom

In deze beleidsregels is vastgelegd welke regels gelden voor twee participatievoorzieningen in verband met kinderopvangkosten, te weten:

  • ·

    vergoeding van kosten voor tussenschoolse opvang (TSO),

  • ·

    vergoeding van de aanvullende tegemoetkoming kinderopvangkosten (KOA-kopje), voor de zo genoemde uitgestroomde Wwb’ers met een nazorgtraject.

Deze regels worden uitgevoerd door Werk en Inkomen Lekstroom, in opdracht van de gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen. Deze beleidsregels vormen de grondslag voor te nemen besluiten.

 

Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom (WIL),

 

gelet op artikel 7, artikel 8, eerste lid onderdeel e en artikel 8 lid 2 van de Participatieverordening Werk en Inkomen Lekstroom, artikel 7, artikel 8, eerste lid onder e en artikel 8, lid 2 van de Participatieverordening Werk en Inkomen Lekstroom (Houten) en artikel 7, artikel 8 eerste lid onder e en artikel 8, lid 2 van de Participatieverordening Werk en Inkomen Lekstroom (Nieuwegein);

 

gelet op matrix 2 van de uitwerking Participatieverordening WIL;

besluit vast te stellen de volgende

B eleidsregels voor participatievoorzieningen in verband met kinderopvangkosten

 

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      het bestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom;

    • b.

      de directeur: de directeur van Werk en Inkomen Lekstroom;

    • b.

      de Wwb: de Wet werk en bijstand (Wwb);

    • c.

      de Wkkp: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

    • d.

      maximum uurprijs: de maximum uurprijs zoals beschreven in artikel 4, eerste lid, van het door de belastingdienst gehanteerde ‘Besluit kinderopvangtoeslag’;

    • e.

      deelnemende gemeenten: de gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke Regeling Werk en Inkomen Lekstroom, zijnde Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Lopik en Vianen.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (Wwb), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp).

Artikel 2 Doelgroepen

  • 1.

    Het bestuur van WIL kan aan de doelgroep als onderdeel van een re-integratietraject of parttime werk, een vergoeding verstrekken voor de eigen bijdrage tussenschoolse opvang en/of kinderopvang met inachtneming van de volgende bepalingen.

  • 2.

    Tot de doelgroep als bedoeld in lid 1 behoren die personen die genoemd worden in artikel 7, eerste lid onder a Wwb.

Hoofdstuk 2. Kosten eigen bijdrage voor tussenschoolse opvang (TSO)

Artikel 3 Vergoeding voor tussenschoolse opvang

  • 1.

    De vergoeding voor tussenschoolse opvang bedraagt maximaal de hoogte van het bedrag dat wordt berekend voor overblijven op de school waar het kind onderwijs volgt.

  • 2.

    Indien de school waar het kind onderwijs volgt werkt volgens een continue rooster, wordt geen vergoeding voor tussenschoolse kinderopvang verstrekt.

  • 3.

    Indien overblijven op school niet tot de mogelijkheden behoort op de school waar het kind onderwijs volgt, wordt het laagste bedrag vergoed dat door een in de Lekstroom gemeenten geregistreerde kinderopvanginstelling in rekening wordt gebracht voor beschikbare tussen schoolse kinderopvang.

  • 4.

    Kosten voor informele opvang worden niet vergoed. De vergoeding wordt niet verstrekt indien er geen feitelijke kinderopvang bij de school of de kinderopvanginstelling plaats vindt.

Hoofdstuk 3. Kosten eigen bijdrage kinderopvang (KOA-kopje), voor uitgestroomde Wwb’ers met een nazorgtraject

Artikel 4 Vergoeding eigen bijdrage kinderopvang (KOA-kopje)

  • 1

    Het bestuur van WIL kent een tegemoetkoming toe in de eigen bijdrage kinderopvang (KOA-kopje) voor de duur van maximaal zes maanden indien de uitkering als gevolg van werkaanvaarding wordt beëindigd en de belanghebbende een inkomen heeft tot maximaal 110% van de voor de belanghebbende geldende bijstandsnorm. In dit geval bedraagt de tegemoetkoming maximaal de eigen bijdrage voor noodzakelijke kosten kinderopvang.

  • 2

    De ‘eigen bijdrage kinderopvang’ zijn de kosten die de kinderopvang berekend, minus de kinderopvangtoeslag waarop betrokkene recht heeft op basis van de Wkkp en de Regeling Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen kinderopvang, met inachtneming van de maximum uurprijs.

Artikel 5 Maximale uurprijs kinderopvang

Alle kosten die uitstijgen boven de in artikel 4, eerste lid Besluit kinderopvangtoeslag genoemde maximum uurprijzen komen niet voor vergoeding in aanmerking en komen volledig voor rekening van de ouder(s)/verzorgers.

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen

Artikel 6 Aanvraag vergoedingen

De aanvraag voor vergoeding van de eigen bijdrage wordt bij het bestuur ingediend, met gebruikmaking vaneen door het bestuur beschikbaar gesteld aanvraagformulier. De aanvraag is volledig als hetaanvraagformulier volledig is ingevuld en is ondertekend door de aanvrager en alle gevraagde bijlagen

zijn bijgevoegd.

Artikel 7 Budgetplafond

  • 1.

    Het budgetplafond voor de vergoeding voor tussen schoolse opvang als bedoeld in artikel 3 bedraagt € 10.000,- voor de periode vanaf de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels tot en met 31 december 2014. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 2.

    Het budgetplafond eigen bijdrage kinderopvang als bedoeld in artikel 4 bedraagt € 10.000, - voor de periode vanaf de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels tot en met 31 december 2014. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 3.

    Voor 1 april 2014 vindt een evaluatie plaats naar de inzet en effectiviteit van genoemde middelen.

  • 4.

    Wanneer blijkt dat de middelen, naar verwachting, niet toereikend zullen zijn, wordt gezocht naar aanvullende financiering. Als deze niet gevonden wordt, blijft het hier gestelde budgetplafond van kracht.

Artikel 8 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist de directeur.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en hebben terugwerkende kracht tot 1 januari 2014.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels komen alle eventueel eerder vastgestelde beleidsregels van de deelnemende gemeente(n) te vervallen.

     

    Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom van 30 januari 2014.

    de voorzitter, de directeur,

    C.van Dalen R. Esser