Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ouder-Amstel

Verordening Parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOuder-Amstel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2014
CiteertitelVerordening Parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2014 Onbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. 149 van de Gemeentewet
  2. 156 van de Gemeentewet
  3. 219 van de Gemeentewet
  4. 225 van de Gemeentewet
  5. 234 van de Gemeentewet
  6. Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen
  7. Onbekend
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-2013Onbekend

12-12-2013

Weekblad voor Ouder-Amstel

2013/64

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2014

Verordening ParkeerbelastingenOuder-Amstel 2014

De raad van de gemeente Ouder-Amstel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum en eventueel nr.]

gelet op de artikelen:

149 van de Gemeentewet

156 van de Gemeentewet

219 van de Gemeentewet

225 van de Gemeentewet

234 van de Gemeentewet

Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen

gezien het advies van …..;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2014

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    parkeren: hetgeen daaronder wordt verstaan in lid 2 van artikel 225 van de Gemeentewet.

  • b

    bedrijf: elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht c.q. de zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep, c.q. een niet-commerciële organisatie die hieraan door het college van burgemeester en wethouders is gelijkgesteld; alles met dien verstande dat bedrijven en beroepen worden beschouwd als één beroep indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een (juridische) constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf of beroep betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.

  • c

    college: het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Ouder-Amstel.

  • d

    RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459.

  • e

    houder van een motorrijtuig: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken in het register krachtens de Wegenverkeerswet 1994 is ingeschreven of degene die het motorvoertuig op grond van een contract van huurkoop of vruchtgebruik (lease) onder zich heeft.

  • f

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990.

  • g

    openbare weg: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

  • h

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

  • i

    parkeervergunning: een door Burgemeester en Wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerplaatsen op de openbare weg.

  • j

    parkeerbelasting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 225 van de Gemeentewet.

  • k

    tarieventabel: de bij deze verordening behorende tabel waarin opgenomen de tarieven voor de verschillende parkeerbelastingen.

  • l

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.

  • m

    vergunningperiode: een periode van 6 maanden waarin de parkeervergunning geldig is, startend op 1 april en 1 oktober.

  • n

    zelfstandige woonruimte: woonruimte achter één eigen afsluitbare toegang, die door één huishouden wordt bewoond zonder afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte. Voor deze verordening wordt onder zelfstandige woonruimte tevens verstaan: woonboten op een reguliere plaats.

  • o

    werkdag: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze.

  • b

    een belasting ter zake van het parkeren van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2

    Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    a degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen.

    b zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat

    1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

    2ealleen voor kentekenplichtige motorvoertuigen: als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, is aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd geschiedt door het college.

Artikel 9 Bevoegdheid tot gebruik wegsleepregeling

Als na het aanbrengen van de naheffingsaanslag 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 10 Kosten naheffingsaanslag

  • a.

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn vermeld in de bij deze verordening en darvan deel uitmakende tarieventabel.

  • b.

    Het bedrag van de voor de wielklem en voor het overbrengen en bewaren in rekening te brengen kosten, wordt in een voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

Artikel 11 Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen

Het parkeren van de volgende gebruikers wordt niet gereguleerd en zijn derhalve vrijgesteld van het parkeren van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2 van deze verordening:

  • a.

    Gehandicapte, voor zover deze beschikt over een duidelijk zichtbaar aangebrachte geldige Europese Gehandicaptenparkeerkaart

  • b.

    als zodanig herkenbare politievoertuigen

  • c.

    als zodanig herkenbare brandweervoertuigen

  • d.

    als zodanig herkenbare ambulances

  • e.

    als zodanig herkenbare dierenambulances

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2014 Ouder-Amstel'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van ………

De voorzitter, De griffier,

Tarieventabel

Behorende bij de Verordening parkeerbelastingen Ouder-Amstel.

  • I.

    Tarieven voor parkeren met een parkeervergunning, zoals bedoeld in art. 2 onderdeel a

    • A.

      Bewonersvergunning € 108,90 per vergunningperiode

    • B.

      Bedrijfsvergunning € 174,00 per vergunningperiode

    • C.

      Buffervergunning € 174,00 per vergunningperiode

    • D.

      P&R Vergunning € 87,00 per kwartaal

  • II.

    Tarieven voor parkeren bij parkeerapparatuur

    • A.

      Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt: € 0,85 per uur;

  • III.

    Kosten Naheffingsaanslag

De kosten voor een Naheffingsaanslag bedragen € 55,90 + het tarief voor 1 uur parkeren in het gebied waar het voertuig staat geparkeerd.

Toelichting Verordening Parkeerbelastingen Ouder-Amstel 2014

In de verordening parkeerbelastingen is de toepassing van betaald parkeren geregeld, zoals bedoeld in artikel 225 van de gemeentewet. In artikel 2 van deze verordening zijn de vormen van parkeerbelastingen zoals die in de gemeentewet zijn opgenomen letterlijk weergegeven.

Artikel 1. Definities

Bij het definiëren van termen is zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij de definities uit andere regelgeving. Indien sprake is van hogere regelgeving (wetten) wordt daarnaar verwezen. Indien definities aansluiten bij andere gemeentelijke regelgeving, wordt deze zoveel mogelijk gelijkluidend geformuleerd. Ook is zoveel mogelijk aangesloten bij termen die in dit kader gebruikelijk zijn.

Artikel 2. Belastbaar feit

In het systeem van betaald parkeren is het – anders dan wel eens verondersteld wordt - niet zo, dat de parkeervergunningen een vorm van ontheffing zijn om niet te hoeven te betalen. Het is mogelijk om plaatsen aan te wijzen waar uitsluitend met vergunningen mag worden geparkeerd, maar het is ook mogelijk om plaatsen aan te wijzen waar parkeervergunningen niet geldig zijn, maar uitsluitend ‘aan de meter’ moet worden betaald. Voor fiscale handhaving (i.c. het uitschrijven van naheffingsaanslagen) is het echter vereist dat iedereen die wil parkeren moet kunnen betalen aan ten minste de parkeermeter. Parkeert iemand zonder vergunning op een (fiscale) E9 plaats, dan krijgt deze geen naheffingsaanslag, maar een ‘Mulderbon’, ofwel een boete in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

Artikel 3. Belastingplicht

In dit artikel is beschreven wie de belastingplichtige is. Voor het betalen aan de meter is dat de kentekenhouder of ieder ander die de belasting wil betalen. De kentekenhouder is, enkele uitzonderingen daargelaten, aanspreekbaar op het betalen van de parkeerbelastingen. Parkeervergunningen worden aan een (rechts-)persoon verstrekt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

Het betreft hier de hoogte van het tarief en over welke periode dat wordt betaald. Deze zijn vastgelegd in de tarieventabel. Voor de vergunningen is dit de vergunningperiode van de betreffende vergunning (ongeacht het moment in de periode dat deze wordt aangevraagd). Voor betalen aan de meter betreft het een uurtarief. Er kan ook in kleinere eenheden worden betaald. Men is dus niet verplicht om een uur parkeertijd (of een veelvoud daarvan) af te nemen.

De tarieven zijn gebaseerd op de wens het streven om het parkeren in de gemeente kostendekkend te reguleren. Voor de prijs van parkeervergunningen is aansluiting gezocht bij de tarieven van Stadsdeel Oost van de gemeente Amsterdam. Het tarief aan de meter is een afgeleide daarvan. Met de voorgestelde tarieven is de exploitatie het eerste jaar negatief en de jaren daarna positief.

Artikel 5. Wijze van heffing

In dit artikel is beschreven hoe de belasting moet worden betaald. Conform het gestelde in art 225 van de gemeentewet is het aan het college om hier invulling aan te geven.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld

De inhoud van dit artikel is evident .

Artikel 7. Wijze van heffing en termijnen van betaling

Wanneer moet er betaald worden? Bij parkeerbelastingen is het ‘boter bij de vis’, ofwel betalen voordat er wordt geparkeerd. De naheffingsaanslag moet ‘terstond’ worden betaald. Dit is een mogelijkheid en zeker van toepassing als van de wielklem gebruikt wordt gemaakt. In Ouder-Amstel is dat niet het geval en moet naheffingsaanslag worden betaald via de aanslag die men thuis ontvangt.

Artikel 8. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

In artikel 225 van de Gemeentewet is aangegeven dat parkeerbelastingen kunnen worden toegepast b bij de belastingverordening dan wel krachtens de belastingverordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze. Het laten aanwijzen van de plaatsen waar betaald parkeren van toepassing is door het college is ingegeven door het feit dat voor een adequate regulering het belangrijk is dat wijzigingen snel kunnen worden doorgevoerd. Het aanwijzen van parkeerplaatsen waar een fiscaal regime geldt, geschiedt in het “Aanwijzingsbesluit”, terwijl de tijden dat betaald parkeren van kracht is en de wijze waarop moet worden betaald is gereld in het “Uitwerkingsbesluit”.

Artikel 9. Bevoegdheid tot gebruik wegsleepregeling

Of daadwerkelijk wordt gesleept is aan de handhaver. In ieder geval wordt met dit artikel de mogelijkheid geboden. De kosten voor het slepen en in bewaring houden van de auto worden per geval apart berekend.

Artikel 10. Kosten naheffingsaanslag

In tegenstelling tot het begaan van een verkeersovertreding, zoals te hard rijden of parkeren in een blauwe zone zonder parkeerschijf, krijgt degene die niet of te weinig betaalt geen administratieve boete (’Mulderbon’) maar een naheffingsaanslag. Dit komt voort uit het feit dat bij niet of te weinig betalen, men belasting ontduikt. De hoogte voor de naheffingsaanslag zijn de kosten die gemoeid zijn met het invorderen van de gederfde belastinginkomsten.

Het vaststellen van de hoogte van de naheffingsaanslag is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Het bedrag is echter aan een maximum gebonden. De hoogte daarvan wordt jaarlijks vastgesteld middels een koninklijk besluit. Boven op dat bedrag mag 1x het uurtarief worden gerekend.

De hoogte van een ‘Mulderbon’, worden jaarlijks vastgesteld door het openbaar ministerie. De boete voor verkeersovertredingen zijn nu hoger dan voor het niet betalen van belastingen. Op het moment van schrijven bedraagt deze € 90,-. Overigens gaat van een ‘Mulderbon’ het grootste deel naar het OM (€ 65) en de rest naar de gemeente. Dit is een tijdelijke regeling, waarvan onbekend is hoelang die voortgezet wordt.

Artikel 11. Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen

De hoogte van de belastingtarieven is vrij. Er is noch sprake van een maximum, noch van een minimum bedrag. Wel zijn er grenzen aan de mogelijkheden om tarieven te differentiëren. Dit kan op basis van locatie van de parkeerplaats, ruimte die het voertuig inneemt, het tijdstip van het parkeren en/of de parkeerduur. Andere zaken, zoals de kleur van het voertuig, de herkomst van de persoon, het al dan niet gehandicapt zijn, wel of geen voertuig van de gemeente zijn. zijn geen basis om een ander tarief te hanteren. Wel kan de gemeente groepen aanwijzen waarvan zij het parkeren niet wil reguleren, dus die ook geen belasting hoeven te betalen. Het is daarbij wel zaak dat de voertuigen herkenbaar zijn en dat sprake is van gelijke behandeling van gelijke gevallen. De jurisprudentie is daar strikt in. Stel dat de gemeente de gemeentelijke hoveniers vrijstelling wil geven, dan moet zij dat voor alle hovenierbedrijven doen.

Artikel 12. Kwijtschelding

Kwijtschelden is het achteraf vrijstellen van de belastingverplichting. Dat past niet in het bepaalde in artikel 11. Vandaar dat geen kwijtschelding wordt verleend.

Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Zie ook de toelichting bij artikel 8. De invulling van de wijze waarop parkeerbelastingen worden geïnd is ook een bevoegdheid van het college. Met dit artikel wordt daar invulling aan gegeven.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

Evident.