Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. “dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b. “week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c. “maand”: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met
de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
d. “jaar”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
e. “kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:
a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
b. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
c. het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1. eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
a. van zuiver redactionele aard zijn;
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
1. onderdeel 1.1.7 (akten burgerlijke stand);
2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
4. onderdeel 1.4.4 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);
5. hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens );
6. onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);
7. hoofdstuk 12 (kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
1. De “Legesverordening 2013” van 8 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2014”
Vastgesteld door de raad in zijn
vergadering van 13 november 2013.
, de voorzitter
, de raadsgriffier
Bijlage 1 Tarieventabel
TARIEVENTABEL, behorende bij de “verordening op de heffing en invordering van leges 2014”.
Datum van inwerkingtreding en heffing is 1 januari 2014.
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:
|
|
1.1.1.1
|
maandag om 09.00 en 09.15 uur
|
Nihil
|
1.1.1.2
|
maandag tot en met vrijdag
|
€198,70
|
1.1.1.3
|
zaterdag
|
€568,95
|
1.1.2
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op:
|
|
1.1.2.1
|
maandag tot en met vrijdag
|
€142,75
|
1.1.2.2
|
zaterdag
|
€199,80
|
1.1.3
|
Het tarief bedraagt voor:
|
|
1.1.3.1
|
het vertrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering
|
€23,80
|
1.1.3.2
|
het verstrekken van een gekalligrafeerd trouwboekje of partnerschapboekje
|
€45,20
|
1.1.3.3
|
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bijschrijven van een kind in een gekalligrafeerd trouwboekje
|
€11,35
|
1.1.4
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
|
|
1.1.5
|
Het tarief bedraagt voor het inschakelen van een ambtenaar van de gemeente Harlingen om als getuige te fungeren bij de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap per ambtenaar
|
€30,75
|
1.1.6
|
Het tarief bedraagt voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) voor één dag
|
€72,05
|
1.1.7
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
|
|
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten
1.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.2.1.1
|
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
|
€50,35
|
1.2.1.2
|
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1.1 (zakenpaspoort)
|
€50,35
|
1.2.1.3
|
tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)
|
€50,35
|
1.2.2
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:
|
|
1.2.2.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt
|
€31,85
|
1.2.2.2
|
in andere gevallen dan bedoeld in subonderdeel 1.2.2.1
|
€41,90
|
1.2.2
|
De tarieven genoemd in de subonderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 en in onderdeel 1.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van
|
€46,60
|
1.2.3
|
Indien de aanvrager van een reisdocument reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet compleet kan worden overgelegd, wordt boven het tarief genoemd in de subonderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 en in onderdeel 1.2.2 een tarief geheven van
|
€27,75
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
|
€37,25
|
1.3.2
|
Het tarief genoemd in subonderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met
|
€34,10
|
1.3.3
|
Tot het afgeven van een rijbewijs, indien de aanvrager reeds een rijbewijs als bedoeld in subonderdeel 1.3.1 werd verstrekt, welk rijbewijs niet kan worden overgelegd, wordt de ter zake verschuldigde leges verhoogd met
|
€27,75
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
1.4.1
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van het subonderdeel 1.4.3 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.
|
|
1.4.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking
|
€4,30
|
1.4.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een selectie van niet met name genoemde personen, waarbij de gemeentelijke basisadministratie geheel of gedeeltelijk elektronisch moet worden gelezen
|
€4,30
|
1.4.4
|
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
|
€2,30
|
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
1.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet
|
€4,30
|
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
1.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:
|
|
1.6.1.1
|
bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:
|
|
1.6.1.1.1
|
ten hoogste 100 pagina’s, per pagina
|
€ 0,24
|
|
met een maximum per bericht van
|
€ 5,10
|
1.6.1.1.2
|
meer dan 100 pagina’s
|
€22,85
|
1.6.1.2
|
bij verstrekking anders dan op papier
|
€ 5,10
|
1.6.1.3
|
dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking
|
€22,85
|
1.6.2
|
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de subonderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.
|
|
1.6.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens
|
€4,55
|
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
1.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
1.7.1.1
|
een exemplaar van de programmabegroting
|
€59,50
|
1.7.1.2
|
een exemplaar van de productenraming
|
€44,65
|
1.7.1.3
|
een exemplaar van de bijlagen gemeentebegroting
|
€17,90
|
1.7.1.4
|
een exemplaar van de jaarstukken
|
€59,50
|
1.7.1.5
|
een exemplaar van de perspectiefnota
|
€ 3,05
|
1.7.2.
|
tot het verstrekken van:
|
|
1.7.2.1
|
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina
|
€30,45
|
1.7.2.2.
|
een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina:
|
€ 0,50
|
1.7.3
|
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:
|
|
1.7.3.1
|
op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen
|
€27,80
|
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
1.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen
|
€11,55
|
1.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie uit het Kadastraal register via Kadaster On-Line de door het kadaster in rekening gebrachte legeskosten + een toeslag van
per kwartier voor het verstrekken van informatie uit en over de niet gemeentelijke beperkingen
|
€16,50
|
1.8.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
verzoek anders dan de in de productcatalogus beschreven informatie; per kwartier
|
€16,50
|
1.8.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om toelichting op het ter inzage verleende dossier; per kwartier
|
€16,50
|
1.8.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:
|
|
1.8.5.1
|
De gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen
|
€ 7,80
|
1.8.5.2
|
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen
|
€ 7,80
|
1.8.6.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:
|
|
1.8.6.1
|
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres
|
€ 0,20
|
1.8.6.2
|
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie
|
€ 0,20
|
1.8.6.3
|
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat
|
€ 0,20
|
1.8.7
|
Het tarief voor op verzoek doen van nasporing in het kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier
|
€17,75
|
1.8.8
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale, dan wel de plaatselijke aanduiding, per inlichting
|
€7,80
|
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.9.1
|
Tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag
|
€30,05
|
1.9.2
|
tot het verkrijgen van een bewijs tot in leven zijn
|
€ 4,30
|
1.9.3
|
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening
|
€ 3,05
|
1.9.4
|
Tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap
|
€ 4,30
|
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
1.10
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier
|
€4,40
|
Hoofdstuk 11 Leegstandwet
1.11
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.11.1
|
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
|
€76,35
|
1.11.2
|
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet
|
€40,95
|
Hoofdstuk 12 Kansspelen
1.12.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
|
|
1.12.1.1
|
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat
|
€ 56,50
|
1.12.1.2
|
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat
|
€ 56,50
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat
|
€ 34,00
|
1.12.1.3
|
indien de vergunning geldt voor een periode korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, worden de in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd;
|
|
1.12.1.4
|
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd
|
€226,50
|
1.12.1.5
|
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat
|
€226,50
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat
|
€136,00
|
Hoofdstuk 13 Telecommunicatie
1.13
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het afgeven van een instemmingsbesluit voor het leggen, in stand houden en het opruimen van kabels in gemeentegrond
|
€218,90
|
Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer
1.14
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.14.1
|
tot het verkrijgen van een Gehandicaptenparkeerkaart:
|
|
1.14.1.1
|
bij een aanvraag of een vervolgaanvraag waarbij keuring is vereist
|
€ 67,85
|
1.14.1.2
|
bij een duplicaat of vervolgaanvraag zonder vereiste keuring
|
€ 28,60
|
1.14.2
|
tot het verkrijgen van een tweede of volgend vergunningsbewijs dat behoort bij een parkeervergunning als bedoeld in de “verordening parkeerbelasting” indien het vergunningsbewijs dat voor het lopende kalenderjaar aan de vergunninghouder voor hetzelfde voertuig is afgegeven in het ongerede is geraakt
|
€ 28,60
|
1.14.3
|
tot het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats
|
€193,80
|
1.14.4
|
ontheffing parkeerduurbeperking/blauwe zone voor bewoners per kalenderjaar
|
€25,40
|
1.14.5
|
ontheffing parkeerduurbeperking/blauwe zone voor
werknemers per kalenderjaar
|
€30,45
|
1.14.6
|
Een bewonersvignet zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel k, van de Parkeerverordening 2014 per kalenderjaar
|
€ 2,50
|
1.14.7
|
Een bedrijfsvignet zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel m, van de Parkeerverordening 2014 per kalenderjaar
|
€ 2,50
|
1.14.8
|
Een werknemersvignet zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel n, van de Parkeerverordening 2014 per kalenderjaar
|
€ 2,50
|
1.14.9
|
Een parkeerkraskaart zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel l, van de Parkeerverordening 2014 per dag
|
€ 0,50
|
Hoofdstuk 15 Diversen
1.15.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
1.15.1.1
|
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
€ 3,95
|
1.15.1.2
|
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina op papier van A4-formaat
|
€ 0,55
|
1.15.1.3
|
fotokopieën van een microfiche, per pagina op papier van A4-formaat
|
€ 1,75
|
1.15.1.4
|
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorende bij de in subonderdelen 1.15.1.1 en 1.15.1.2 genoemde stukken, voor zo ver daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening, lichtdruk of microfiche
|
€ 3,50
|
|
vermeerderd met
voor elke 1000 cm2 waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk de 1000 cm2 te boven gaat;
|
€ 0,55
|
1.15.1.5
|
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
|
€ 8,20
|
1.15.1.6
|
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt. voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
€ 0,55
|
1.15.1.7
|
Een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening Harlingen
|
€ 38,45
|
1.15.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ventvergunning:
|
|
1.15.2.1
|
geldig voor één dag
|
€ 8,20
|
|
voor elke aansluitende dag meer
|
€ 2,20
|
1.15.2.2
|
geldig voor één maand
|
€ 34,90
|
|
voor elke aansluitende maand meer
|
€ 21,45
|
1.15.2.3
|
Geldig voor een jaar
|
€214,10
|
1.15.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een muziekvergunning voor het op of aan de weg geven van een vertoning voor publiek, het op enigerlei wijze ten gehore brengen van muziek dan wel het geven of houden van een feest of andere publieke vermakelijkheid, daaronder begrepen een wedstrijd anders dan met voertuigen:
|
|
1.15.3.1
|
geldig voor één dag
|
€ 8,20
|
1.15.3.2
|
geldig voor langer dan één dag doch niet langer dan zes dagen
|
€ 18,25
|
1.15.3.3
|
geldig voor een half jaar
|
€ 48,40
|
1.15.3.4
|
geldig voor één jaar
|
€ 78,65
|
1.15.4.
|
Voor de toepassing van dit onderdeel wordt onder één verstrekking verstaan het verstrekken van gegevens omtrent één leerling,
betreffende diens naam, adres, leeftijd en de school welke hij bezoekt.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens omtrent leerlingen van
de in de gemeente gevestigde onderwijsinstellingen, anders dan aan die instellingen zelf:
|
|
1.15.4.1
|
voor minder dan 200 verstrekkingen
|
€ 61,90
|
1.15.4.2
|
voor 200 verstrekkingen tot 400 verstrekkingen
|
€ 98,80
|
1.15.4.3
|
voor 400 verstrekkingen tot 800 verstrekkingen
|
€128,50
|
1.15.4.4
|
voor 800 verstrekkingen tot 1.200 verstrekkingen
|
€153,50
|
1.15.4.5
|
voor 1.200 verstrekkingen tot 2.000 verstrekkingen
|
€229,60
|
1.15.4.6.1
|
voor 2.000 verstrekkingen
|
€262,90
|
1.15.4.6.2
|
voor elke 500 verstrekkingen méér
|
€36,00
|
1.15.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
1.15.5.1
|
voor het verstrekken van inlichtingen ten behoeve van taxaties/verkoop/aankoop van onroerende zaken, per onroerende zaak
|
€53,50
|
1.15.5.2
|
voor het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 4.3 van de Havenverordening Harlingen
|
€28,20
|
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.3
|
Wabo:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:
vermeerderd met het bedrag dat door de Welstandscommissie bij de gemeente in rekening wordt gebracht indien de beoordeling plaats vindt door de Welstandscommissie Hus & Hiem
|
|
2.2.1
|
Indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen
|
€ 56,15
|
2.2.2
|
Indien de bouwkosten € 5.000 tot € 50.000 bedragen
|
€168,45
|
2.2.3
|
Indien de bouwkosten € 50.000 of meer bedragen
|
€280,75
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.1
|
Indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen
|
€127,75
|
2.3.1.1.2
|
Indien de bouwkosten € 5.000 tot € 50.000 bedragen
|
€127,75
|
|
Vermeerderd met
voor elke € 1.000 of een gedeelte daarvan boven de €5.000
|
€ 17,20
|
2.3.1.1.3
|
Indien de bouwkosten € 50.000 of meer bedragen
|
€901,90
|
|
Vermeerderd met
voor elke € 1.000 of een gedeelte daarvan boven de €50.000
|
€10,75
|
|
Welstandstoets
|
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, voor de beoordeling of de ingediende aanvraag voldoet aan redelijke eisen van welstand:
|
|
2.3.1.2.1
|
indien de beoordeling plaats vindt door of namens burgemeester en wethouders;
|
€31,85
|
2.3.1.2.2
|
Indien de beoordeling plaats vindt door de Welstandscommissie Hus & Hiem het bedrag dat door de Welstandscommissie bij de gemeente in rekening wordt gebracht;
|
|
2.3.1.2.3
|
Indien zich tijdens de beoordeling van de aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, het bedrag dat door de Welstandscommissie bij de gemeente in rekening wordt gebracht;
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld
|
€53,70
|
2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.4.1
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
50%
|
2.3.1.4.2
|
Indien dit betrekking heeft op de activiteit monument
zoals bepaald in subonderdeel 2.3.5 bedraagt het tarief:
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
100%
|
2.3.1.5
|
Beoordeling bouwen in afwijking van de vergunning
|
|
2.3.1.5.1
|
beoordeling bouwen in afwijking van de vergunning
onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1
bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen
van de beoordeling:
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
25%
|
2.3.1.6
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
2.3.1.6.1
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:
van de leges die verschuldigd zijn voor het betreffende onderdeel.
|
10 %
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€70,30
|
2.3.2.2
|
Indien in de vergunning een termijn moet worden gesteld wordt het gestelde bedrag, onder subonderdeel 2.3.1.6 verhoogd met
|
€42,10
|
2.3.2.3
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een verlenging van de termijn bedraagt het tarief:
|
€17,85
|
2.3.2.4
|
Indien voor de vergunning een ontheffing noodzakelijk is of een beoordeling van een archeologisch bodemrapport moet plaats vinden wordt het gestelde bedrag, onder subonderdeel 2.3.1.6 verhoogd met
|
€53,70
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik, ontheffing of afwijking van het bestemmingsplan, waarbij wel of niet sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 76,65
|
2.3.3.2
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€153,30
|
2.3.3.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€623,15
|
2.3.3.4
|
Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€153,30
|
|
vermeerderd met
in verband met digitalisering.
|
€280,75
|
2.3.3.5
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€153,30
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€153,30
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€153,30
|
2.3.3.8
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€76,65
|
2.3.4
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
In Categorie A: (zie bijlage)
|
|
|
een vast bedrag van
|
€ 183,90
|
|
vermeerderd met een bedrag per gebruiksoppervlakte:
|
|
|
tot 100 m2
|
€ 139,25
|
|
van 100 tot 500 m2, per m2
|
€ 1,45
|
|
van 500 tot 2.000 m2
|
€ 426,50
|
|
en vermeerderd met per m2
|
€ 0,65
|
|
van 2.000 tot 5.000 m2
|
€ 1170,20
|
|
en vermeerderd met per m2
|
€ 0,18
|
|
van 5.000 tot 50.000 m2
|
€ 1768,00
|
|
en vermeerderd met per m2
|
€ 0,035
|
|
groter dan 50.000 m2
|
€2.207,90
|
|
en vermeerderd met per m2
|
€ 0,020
|
2.3.4.2
|
In Categorie B: (zie bijlage)
|
|
|
een vast bedrag van
|
€183,90
|
|
vermeerderd met een bedrag per gebruiksoppervlakte:
|
|
|
tot 100 m2
|
€ 69,00
|
|
van 100 tot 500 m2, per m2
|
€ 0,70
|
|
van 500 tot 2.000 m2
|
€ 217,10
|
|
en vermeerderd met per m2
|
€ 0,29
|
|
van 2.000 tot 5.000 m2
|
€ 574,80
|
|
en vermeerderd met per m2
|
€ 0,12
|
|
van 5.000 tot 50.000 m2
|
€ 894,10
|
|
en vermeerderd met per m2
|
€ 0,015
|
|
groter dan 50.000 m2
|
€1.149,95
|
|
en vermeerderd met per m2
|
€ 0,011
|
2.3.4.3
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aanpassen van een verleende gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 5.3.9 ten gevolge van wijziging tenaamstelling, bedraagt het tarief:
|
€ 46,00
|
2.3.4.4
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aanpassen van een verleende gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.3.4 ten gevolge van een interne verbouwing, wijzigen aantal personen of anderszins het gebruik beïnvloedende zaken, bedraagt het tarief:
|
€183,90
|
2.3.4.5
|
Indien het een vergunning betreft die betrekking heeft op een tijdelijk bouwwerk of tijdelijke inrichting met een instandhoudingstermijn van maximaal 5 dagen, bedraagt het tarief:
|
€ 183,90
|
2.3.4.6
|
Indien de aanvrager van een gebruiksvergunning voordat daarover definitief is beschikt, de aanvraag schriftelijk intrekt, wordt genoemd bedrag verminderd met:
|
50%
|
2.3.5
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke Erfgoedverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke Erfgoedverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.5.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument en voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
|
2.3.5.1.1
|
Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 5.000
|
€159,65
|
2.3.5.1.2
|
€ 5000 bedragen of meer maar minder dan € 50.000
|
€287,45
|
2.3.5.1.3
|
€ 50.000 of meer bedragen
|
€415,20
|
2.3.5.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke Erfgoedverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke erfgoedverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.5.2.1
|
Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 5000
|
€159,65
|
2.3.5.2.2
|
€ 5000 bedragen of meer maar minder dan € 50.000
|
€287,45
|
2.3.5.2.3
|
€ 50.000 of meer bedragen
|
€415,20
|
2.3.6
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:
|
|
2.3.6.1.1
|
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:
|
€117,50
|
2.3.6.1.2
|
in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo,
|
€117,50
|
2.3.7
|
Verhoging
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.6 wordt het bedrag verhoogd indien een archeologisch bodemrapport, asbest inventarisatierapport, een sloopveiligheidsplan of een andere ontheffing, noodzakelijk is met:
|
€53,70
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening, een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€34,70
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.1.5.3, eerste lid, en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€34,70
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€34,70
|
2.3.11
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.3.11.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
€76,65
|
2.3.11.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief:
|
€76,65
|
2.3.12
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
|
€76,65
|
2.3.13
|
Andere activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.13.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€76,65
|
2.3.13.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo:
|
|
2.3.13.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€76,65
|
2.3.13.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€76,65
|
2.3.14
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.14.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft, verhoogd met:
|
10%
|
2.3.14.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, verhoogd met:
|
10%
|
2.3.15
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.15.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€53,70
|
2.3.15.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€53,70
|
2.3.16
|
Advies
|
|
2.3.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.16.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.17
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.17.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen.
De vermindering bedraagt:
|
|
2.4.1.1
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
van de voor die activiteiten verschuldigde leges
|
5%
|
2.4.1.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
10%
|
2.4.1.3
|
bij 15 of meer activiteiten:
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
15%
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de subonderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.6, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 6 weken na het in behandeling nemen ervan
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
50%
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
25%
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de subonderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.6, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
40%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de subonderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 of 2.3.6 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
25%
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in subonderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 100,-- wordt niet teruggegeven.
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de subonderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking of geringe wijziging van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
€ 34,70
|
Hoofdstuk 7 Overig administratief
2.7.1
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning, bedraagt het tarief:
|
€ 34,70
|
2.7.2
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om andere, in deze titel niet genoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking, bedraagt het tarief:
|
€ 63,90
|
2.7.3
|
Indien voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de subonderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.6 en hiervoor een ontheffing is vereist en voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief:
|
€ 63,90
|
2.7.4
|
voor het wijzigen van reeds goedgekeurde constructieberekeningen of andere berekeningen wordt vergunninghouder de kosten in rekening gebracht van de door de gemeente ingehuurde externe deskundigen.
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder of met activiteiten
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 224,55
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 224,55
|
2.8.3
|
Indien de werkelijke advieskosten meer of minder bedragen dan de geraamde kosten, vindt verrekening van het geraamde bedrag plaats.
|
|
2.8.4
|
Het verschuldigde bedrag op grond van subonderdeel 2.3.1 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit ten aanzien waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid van de Wet ruimtelijke ordening wordt verleend, verhoogd met:
|
€ 62,50
|
2.8.4.1
|
indien artikel 50a, derde lid van de Woningwet wordt toegepast, verhoogd met:
|
€ 62,50
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
Vervallen
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 63,90
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet
|
€ 153,30
|
3.1.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
|
€ 17,85
|
Hoofdstuk 2 Brandbeveiligingsverordening
3.2
|
Op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening is het bepaalde onder subonderdeel 2.3.4 van overeenkomstige toepassing.
|
|
Hoofdstuk 3 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
€ 8,00
|
BIJLAGE
Categorie indeling behorend bij 2.3.4.
|
Soort inrichting
|
Categorie
|
1.
|
Bijeenkomstgebouwen
|
A
|
|
a. Schouwburg, theater, bioscoop
|
A
|
|
b. Zalen voor bijeenkomsten, tentoonstellingsgebouwen
|
A
|
|
c. Showroom, musea
|
A
|
|
d. Kerk, moskee, gebedshuis
|
A
|
2.
|
Cellengebouw
|
A
|
3.
|
Gezondheidszorggebouw (o.a. bejaardenoorden en verpleeg- en psychiatrische inrichtingen)
|
A
|
4.
|
Horecagebouw (o.a. restaurants, café’s, bars)
|
A
|
5
|
Industriegebouw (o.a. loodsen, vemen, werkplaatsen)
|
B
|
6
|
Kinderopvanggebouw (0-4 jarigen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven)
|
A
|
7
|
Onderwijsgebouw (o.a. scholen, opleidingsinstituten)
|
A
|
8
|
Parkeergebouw
|
B
|
9
|
Sportgebouw (o.a. sporthallen)
|
A
|
10
|
Winkelgebouw
|
A
|
11
|
Kantoorgebouw
|
A
|
12
|
Logiesgebouw (o.a. hotels, pensions)
|
A
|
Behoort bij het raadsbesluit van 13 november 2013.
De griffier van de gemeente Harlingen,
Drs. G. Helder