Organisatie | Roerdalen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Toelating tot de Schuldhulpverlening |
Citeertitel | Regeling Toelating tot de Schuldhulpverlening |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sociale zaken |
De definitieve datum inwerkingtreding van deze regeling is bekend na publicatie.
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, art. 1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2013 | Nieuwe regeling | 20-03-2013 Onbekend | Onbekend |
In deze regel wordt verstaan onder:
schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;
Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Alle inwoners van de gemeente Roerdalen van 18 jaar en ouder, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.
Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening
Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan de beleidsmatige uitgangspunten zoals neergelegd in het Plan schuldhulpverlening 2012-2016. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.
Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:
Toelichting op Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening
Op 27 september 2012 heeft de gemeenteraad het Plan “Schuldhulpverlening 2012-2016” vastgesteld. In dit beleidsplan is, kort gezegd, de visie van de gemeente Roerdalen neergelegd op het terrein van schuldhulpverlening. Onderhavige regeling is gebaseerd op de tweede aanbeveling uit het Plan te weten: het opstellen van regels m.b.t. toelating tot de schuldhulpverlening. Achterliggende gedachte is dat Roerdalen behoefte heeft aan heldere spelregels: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.
Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schuldhulpverleningspraktijk vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking treedt onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) komt te vallen. Op dat moment is het dus van belang om beleidsregels m.b.t. toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp vastgelegd te hebben als juridische basis.
Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van het wetsvoorstel Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Conform de visie zoals neergelegd in het beleidsplan 2012-2016 staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Roerdalen van 18 jaar en ouder. Een specifiek doelgroepenbeleid wordt dus niet gevoerd door de gemeente. Een uitzondering op deze brede toegankelijkheid wordt gevormd door zelfstandig ondernemers. Zij kunnen geen beroep doen op gemeentelijke schuldhulpverlening. Dit laatste is zo bepaald in het beleidsplan. Wel staat schuldhulpverlening open aan natuurlijke personen die (o.a.) schulden hebben in verband met de liquidatie van een onderneming mits de onderneming is beëindigd.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een verzoeker die niet mee wil werken, kan een aanvraag worden geweigerd.
Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden 4 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt.
Ten aanzien van het bepaalde in de leden 1 en 2 kunnen in de toekomst nadere regels worden gesteld.
Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie en bewijsstukken te geven (lid 1) en medewerking te verlening (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.
Artikel 5. Weigeren - beëindigen - hersteltermijn
Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.
Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.
Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat sowieso de werking van artikel 5 onaangetast.
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten / contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.
Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd.
Bij het gebruik van artikel 7 en dus de vraag wanneer welk type hulpverlening wordt geweigerd, is het van belang om de in artikel 7 genoemde begrippen / producten goed te onderscheiden.
Zie de Plan schuldhulpverlening (4.2) voor wat betreft de beschrijving van de diverse producten.
Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.
De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (ingevolge artikel 8: de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 7.
Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.