Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2013 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2013 | 01-01-2014 | Onbekend | 03-07-2013 Harlinger Courant 30-7-2013 | - |
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
b. motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;
c. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
d. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de WVW 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven dan wel degene, die middels een leasecontract of werkgeversverklaring aan kan tonen houder te zijn;
e. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
f. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;
g. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:
- is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of
- gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
h. vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen;
i. vignet: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren in het daartoe aangewezen gebied;
j. vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;
Per woonadres binnen gebied Centrum worden maximaal 2 bewonersvergunningen verleend. Voor eventuele extra motorvoertuigen kan een bewonersvergunning voor gebied Kwartieren worden verleend.
de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent, terwijl het vestigingsadres ligt in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening, waarbij op basis van de voorzienbaarheid, planbaarheid, samenvoegbaarheid van het autogebruik ten behoeve van het bedrijf alsmede de aard van de te vervoeren goederen (vies, vers, vuil), noodzakelijk is in dat gebied een voertuig te parkeren, te noemen bedrijfsvergunning;
- Het college van burgemeester en wethouders neemt in het uitvoeringsbesluit een lijst op met branches welke in aanmerking komen voor een bedrijfsvergunning;
- Een bedrijfsvergunning kan daarnaast worden verleend aan bouw gerelateerde bedrijven, welke werkzaamheden uitvoeren in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.
degene die bedrijfsmatig en tegen betaling nachtverblijf biedt aan personen, ten behoeve van het parkeren van het motorvoertuig van die personen, terwijl het vestigingsadres ligt in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, te noemen toeristenvergunning;
de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze als werknemer werkzaam is bij een bedrijf gevestigd in het gebied waar parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en die wil parkeren op de in het betreffende gebied aanwezige belanghebbendenplaatsen, te noemen werknemersvergunning;
de eigenaar van een bestaand stallingsbedrijf, die ook als zodanig in het bestemmingsplan is opgenomen, terwijl het vestigingsadres ligt in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, te noemen stallingsbedrijvenvergunning;
de organisator van evenementen, terwijl het evenementenadres ligt in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van het evenement noodzakelijk is in dat gebied een voertuig te parkeren, te noemen evenementenvergunning;
Een vignet kan worden verleend aan:
de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent, terwijl het vestigingsadres ligt in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening, waarbij op basis van de voorzienbaarheid, planbaarheid, samenvoegbaarheid van het autogebruik ten behoeve van het bedrijf alsmede de aard van de te vervoeren goederen (vies, vers, vuil), noodzakelijk is in dat gebied een voertuig te parkeren, te noemen bedrijfsvignet;
Een bedrijfsvergunning kan daarnaast worden verleend aan bouw gerelateerde bedrijven, welke werkzaamheden uitvoeren in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerplaatsen aanwezig zijn.
Het college van burgemeester en wethouders kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning kan het college van burgemeester en wethouders voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.