Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening Opsterland 2013 |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening Opsterland 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 147
Beleidskader parkeren in groenstroken Opsterland 2007, inwerking getreden op 24-08-2007;
Beleidskader parkeren van grote voertuigen Opsterland 2007, inwerking getreden op 24-08-2007;
Aanwijziging van plaatsen/gebieden als bedoeld in artikel 2:46 APV, inwerking getreden op 22-10-2010 en ingetrokken op 16-07-2015;
Beleidsregels voor het hebben en inrichten van terrassen in de openbare ruimte Opsterland 2013, inwerking getreden op 01-04-2013;
Aanwijzingsbesluit, inwerking getreden op 23-04-2015;
Aanwijzing ligplaatsen recreatievaartuigen, inwerking getreden op 01-07-2015;
Aanwijsbesluit hinderlijk drankgebruik Opsterland 2015, inwerking getreden op 16-07-2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2013 | nieuwe regeling | 24-06-2013 www.opsterland.nl, 04-07-2013 | 2013-48431 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Een vergunning of ontheffing is zaaksgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking, schorsing of wijziging van vergunning of ontheffing
Een vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken, geschorst of gewijzigd:
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan
Afdeling 6 Veiligheid in de openbare ruimte
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of op andere wijze hinder of gevaar wordt veroorzaakt.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Afdeling 8 Toezicht op horecabedrijven
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
horecabedrijf: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden.
Artikel 2:31 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Het is bezoekers verboden zich in een horecabedrijf te bevinden gedurende de tijd dat het bedrijf krachtens artikel 2:31 of ingevolge een op grond van artikel 2:32 genomen besluit gesloten dient te zijn.
Afdeling 8A bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet
Artikel 2:35 Schenktijden paracommercie
Onder een paracommerciële rechtspersoon wordt in deze afdeling verstaan: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf.
In afwijking van het in het vorige lid bepaalde mag in een paracommerciële instelling waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de statutaire doelstellingen (dorpshuizen of mfc`s) die gelegen zijn in een afgelegen en of op zichzelf staande kern, wel alcohol worden verstrekt tijdens dergelijke bijeenkomsten, voor zo ver in die kern geen beschikbare geschikte horeca-inrichting aanwezig is.
Afdeling 9 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:37 Speelgelegenheden
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 10 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:42 Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:48 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op of in de directe nabijheid van een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:50 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod op duidelijke wijze kenbaar wordt gemaakt aan de bezoekers van het terrein.
De rechthebbende op vee dat zich bevindt in een aan een weg gelegen weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Afdeling 11 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:66 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Artikel 2:70 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht , wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder zijn binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid bij besluit verbieden zich gedurende bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel 3:14 Weigeringsgronden
Voor seksinrichtingen en in Nederland gevestigde escortbedrijven kan, onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, worden geweigerd dan wel de aanwijzing of vaststelling bedoeld in artikel 3:9, eerste lid, achterwege gelaten, in het belang van:
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel 3:15 Beëindiging exploitatie
1. De vergunning vervalt zodra de ingevolge artikel 3:4 op de vergunning vermelde exploitant, de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf feitelijk heeft beëindigd.
2. Binnen een week na de feitelijke beëindiging van de exploitatie, geeft de exploitant daarvan schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan.
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Toestemming incidentele festiviteiten
Het college kan bepalen dat voor een inrichting tijdens incidentele festiviteiten de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het college kan bepalen dat een inrichting tijdens incidentele festiviteiten de verlichting langer aan kan houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Afdeling 4 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:12 Kennisgeving Boswet
Wanneer een afschrift is ontvangen van de bevestiging van ontvangst van de kennisgeving als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwt het bevoegd gezag dit afschrift als een melding.
Artikel 4:14 Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien een boom waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het college is geveld dan wel op andere wijze tenietgegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop de houtopstand zich bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door het college gegeven aanwijzingen binnen een gestelde termijn.
Indien een boom waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, ernstig in het voortbestaan wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop de houtopstand zich bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hem te geven aanwijzingen en binnen een door hem te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Afdeling 5 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:19 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
In het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, kan het college plaatsen aanwijzen die buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg zijn gelegen, waar het verboden is de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Afdeling 6 Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:22 Organiseren van een snuffelmarkt
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester
toe te laten, te bevorderen of er gelegenheid toe te geven, dat in of op een - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijk gebouw of plaats met een kraam, een tafel of enig ander dergelijk middel standplaats wordt of is ingenomen om goederen aan publiek aan te bieden, te verkopen of te verstrekken.
Artikel 5:23 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Artikel 5:25 Aanwijzingen ligplaats
Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5:24 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Artikel 5:26 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:24, tweede lid en artikel 5:25, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:27 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
De rechthebbende op een vaartuig wordt geacht daarmee gedurende drie achtereenvolgende dagen of gedeelten daarvan op dezelfde plaats te hebben gelegen, indien dat vaartuig op die plaats door een met de handhaving van de bepalingen in deze afdeling belaste ambtenaar wordt aangetroffen op enig tijdstip van de eerste van drie dagen en op enig tijdstip van de eerste dag na die drie dagen.
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:37 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard.
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie:
2:1 (samenscholing en ongeregeldheden);
2:6 (beperking verspreiden geschreven en gedrukte stukken);
2:15 (hinderlijke beplanting);
2:16 (openen straatkolken e.d.);
2:18 (rookverbod in bossen en natuurterreinen);
2:21 (voorzieningen voor verkeer en verlichting);
2:22 (objecten onder hoogspanningslijn);
2:33 (aanwezigheid in gesloten horecabedrijf);
2:35 (ordeverstoring in horecabedrijf);
2:39 (betreden gesloten woning of lokaal);
2:41 (vervoer plakgereedschap);
2:42 (vervoer inbrekerswerktuigen);
2:45 (hinderlijk gedrag op openbare plaatsen);
2:46 (hinderlijk drankgebruik);
2:47 (verboden gedrag bij of in gebouwen);
2:48 (hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten);
2:50 (overlast fiets of bromfiets op markt- en kermisterrein);
2:55 (verontreiniging door honden);
2:57 (houden van hinderlijke of schadelijke dieren);
2:73 (bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling);
3:11 (tonen pornografische afbeeldingen);
4:8 (natuurlijke behoefte doen);
4:21 (verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame);
4:24 (recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen);
5:2 (parkeren voertuigen autobedrijf);
5:3 (te koop aanbieden voertuigen);
5:6 (caravans e.d. op de weg);
5:7 (parkeren reclamevoertuigen);
5:8 (parkeren van grote voertuigen);
5:9 (parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen);
5:11 (aantasting groenvoorziening);
5:23 (voorwerpen in openbaar water);
5:24 (ligplaats woonschepen en vaartuigen);
5:26 (verbod innemen ligplaats);
5:27 (beschadigen waterstaatswerken);
5:29 (veiligheid op het water;
5:30 (overlast aan vaartuigen);
5:37 (beperking verkeer in natuurgebieden);
5:38 (verbod afvalstoffen te verbranden of anderszins vuur stoken).
Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak:
2:26 (ordeverstoring bij evenementen);
2:30 (exploiteren van terrassen);
2:31 (sluitingstijden horecabedrijf);
2:34 (handel in horecabedrijven);
2:35 (ordeverstoring in horecabedrijf)
2:72 (verkoop consumentenvuurwerk);
3:6 (sluitingstijden seksinrichtingen);
3:8 (aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder);
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 6:5, derde lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 24 juni 2013
De griffier, De voorzitter,
Ieke Zwart Francisca Ravestein
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:3 Indiening aanvraag
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Artikel 1:6 Intrekking, schorsing of wijziging van vergunning of ontheffing
Artikel 1:7 Lex silencio positivo
Artikel 1:8 Vergunning of ontheffing voor onbepaalde tijd
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen en openbare plaatsen
Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg
Afdeling 5 Bruikbaarheid van de weg
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan
Artikel 2:11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg
Afdeling 6 Veiligheid in de openbare ruimte
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn
Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs
Artikel 2:26 Ordeverstoring bij evenementen
Afdeling 8 Toezicht op horecabedrijven
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
Artikel 2:28 Exploiteren van terrassen
Artikel 2:29 Sluitingstijden horecabedrijf
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting
Artikel 2:31 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Artikel 2:32 Handel in horecabedrijven
Artikel 2:33 Ordeverstoring in horecabedrijf
Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Artikel 2:35 Schenktijden paracommercie
Artikel 2:36 Voorschriften aan horecavergunning
Afdeling 9 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:37 Speelgelegenheden
Afdeling 10 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:39 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2:40 Plakken en kladden
Artikel 2:41 Vervoer plakgereedschap e.d
Artikel 2:42 Vervoer inbrekerswerktuigen
Artikel 2:45 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:46 Hinderlijk drankgebruik
Artikel 2:47 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:48 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2:50 Overlast van fiets of bromfiets op markt- en kermisterrein e.d
Artikel 2:54 Loslopende honden
Artikel 2:55 Verontreiniging door honden
Artikel 2:56 Gevaarlijke honden
Artikel 2:57 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
Afdeling 11 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:62 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
Artikel 2:63 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 2:64 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen (vervallen)
Artikel 2:65 Handel in horecabedrijven (vervallen
Artikel 2:66 Begripsbepalingen
Artikel 2:67 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Artikel 2:68 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2:69 Gebruik van carbid
Artikel 2:70 Drugshandel op straat
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan
Afdeling 2 Seksinrichtingen,straatprostitutie, sekswinkels e.d.
Artikel 3:4 Seksinrichtingen en escortbedrijf
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Artikel 3:6 Sluitingstijden seksinrichting
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Artikel 3:12 Aanwijzing gebieden
Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel 3:13 Beslissingstermijn
Artikel 3:14 Weigeringsgronden
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel 3:15 Beëindiging exploitatie
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
Artikel 4:3 Toestemming incidentele festiviteiten
Artikel 4:4 Overige geluidhinder
Artikel 4:5 Geluidhinder door dieren
Afdeling 2 Afvalstoffen (vervallen)
Afdeling 3 Bodem-,weg en milieuverontreiniging
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Afdeling 4 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:11 Schorsende werking
Artikel 4:13 Bijzondere vergunningsvoorschriften
Artikel 4:14 Herplant-/instandhoudingsplicht
Artikel 4:18 Afstand van de erfgrenslijn
Afdeling 5 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:19 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Artikel 4:21 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
Afdeling 6 Kamperen buiten kampeerterreinen
Artikel 4:24 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Artikel 4:25 Aanwijzing kampeerplaatsen
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Artikel 5:6 Caravans e.a. kampeermiddelen op de weg
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen
Artikel 5:22 Organiseren van een snuffelmarkt
Artikel 5:23 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Artikel 5:24 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
Artikel 5:25 Aanwijzingen ligplaats
Artikel 5:26 Verbod innemen ligplaats
Artikel 5:27 Beschadigen van waterstaatswerken
Artikel 5:29 Veiligheid op het water
Artikel 5:30 Overlast aan vaartuigen
Artikel 5:34 Aanwijzing door het college
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Artikel 5:37 Beperking verkeer in natuurgebieden
Afdeling 8 Verbod vuur te stoken
Artikel 5:38 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Hoofdstuk 6 Straf,- overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6:3 Binnentreden woningen