Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Twenterand

Mandaatbesluit griffiepersoneel gemeente Twenterand 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTwenterand
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit griffiepersoneel gemeente Twenterand 2013
CiteertitelMandaatbesluit griffiepersoneel gemeente Twenterand
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 1, derde lid van de Verordening werkgeverscommissie gemeente Twenterand 2012
  2. Artikel 10.3 van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-06-2013Nieuwe regeling

18-03-2013

Gemeentecontact, 20 juni 2013

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit griffiepersoneel gemeente Twenterand 2013

Geconsolideerde tekst van de regeling

 

Nr.

de raad c.q. werkgeverscommissie van de gemeente Twenterand;

gelet op artikel 10.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1, derde lid van de Verordening werkgeverscommissie gemeente Twenterand 2012;

besluit:

vast te stellen:

het Mandaatbesluit griffiepersoneel

 

Artikel .  

• I.

1. De bevoegdheid tot het nemen van personele besluiten ten aanzien van de op de griffie werkzame ambtenaren, met uitzondering van de griffier, te mandateren aan de griffier.

2. Tot het mandaat behoort mede het afdoen en voeren van correspondentie ter zake van de toegekende bevoegdheden, alsmede het (doen) treffen van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

• II.

1. De in mandaat te nemen besluiten dienen in overeenstemming te zijn met alle terzake geldende regelingen, het door de raad en werkgeverscommissie gevoerde beleid en mogen niet leiden tot budgetoverschrijding.

2. Indien redelijkerwijs te verwachten is dat een in mandaat te nemen besluit bestuurlijke of politieke implicaties kan hebben, wordt de mandaatgever in de gelegenheid gesteld zijn wensen of bedenkingen over een ontwerp van het te nemen besluit, vergezeld van een advies van de gemandateerde, naar voren te brengen.

• III.

Bij afwezigheid van de griffier oefent de plaatsvervangend griffier de in dit mandaatbesluit verleende bevoegdheden uit.

• IV.

1. Alle stukken verband houdende met de uitoefening van dit mandaat worden als volgt ondertekend:

de werkgeverscommissie van de gemeente Twenterand,

namens deze,

(handtekening)

griffier,

naam

2. Dit besluit kan worden aangehaald als “Mandaatbesluit griffiepersoneel” en treedt in werking op de dag volgend op die van zijn bekendmaking.

 

Vriezenveen, 18 maart 2013

de voorzitter,

ir. C.L. Visser

Toelichting 1 Toelichting mandaatbesluit griffiepersoneel

De invulling van het werkgeverschap is op 7 februari 2012 bij verordening door de raad gedelegeerd aan de werkgeverscommissie van de gemeente Twenterand. Deze werkgeverscommissie is ingesteld op grond van artikel 83 van de Gemeentewet. Conform artikel 1 lid 3 van de "Verordening werkgeverscommissie gemeente Twenterand 2012" kan de werkgeverscommissie er voor kiezen om de te nemen personele besluiten ten aanzien van het griffiepersoneel te mandateren aan de griffier. Daartoe is dit mandaatbesluit opgesteld. Hoewel het al jaren de gangbare praktijk is dat deze personele besluiten door de griffier worden genomen, is het wel van belang om dit ook formeel op de juiste wijze te regelen. Hiertoe is gebruik gemaakt van het "model mandaatbesluit griffiepersoneel" dat als bijlage 6 in de handreiking "De (rechts)positie griffie(r) in het decentrale bestuur" is opgenomen.

Mandatering ligt voor de hand aangezien de griffier de eindverantwoordelijke functionaris is van de griffie en dus hieraan leiding geeft. Om zijn organisatie efficiënt en doelmatig te kunnen aansturen moet hij (binnen de gestelde kaders) naar bevinden kunnen handelen en moet hij niet afhankelijk worden gemaakt van de werkgeverscommissie.

Daarbij blijft de formele bevoegdheid bij de werkgeverscommissie. Deze commissie kan derhalve besluiten om de uitoefening van deze bevoegdheid aan zich te houden. De griffier kan bovendien gevraagd worden verantwoording af te leggen aan de werkgeverscommissie over de besluiten die hij namens deze commissie heeft genomen ten aanzien van het griffiepersoneel. Bij belangrijke te nemen besluiten zal de werkgeverscommissie door de griffier vooraf worden geïnformeerd.

Bovendien is in dit mandaatbesluit geregeld dat indien redelijkerwijs te verwachten is dat een in mandaat te nemen besluit bestuurlijke of politieke implicaties kan hebben, de werkgeverscommissie in de gelegenheid wordt gesteld zijn wensen of bedenkingen over een ontwerp van het te nemen besluit, vergezeld van een advies van de griffier, naar voren te brengen.

Wat voor soort personele besluiten betreft het?

Op de eerste plaats gaat het hierbij om besluiten die rechtstreeks voortvloeien uit de CAR-UWO.

Daarbij gaat het om onder meer de volgende besluiten:

1. het verlenen van (tijdelijke) aanstellingen;

2. het aangaan van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

3. het aangaan van stageovereenkomsten;

4. het aangaan detacheringsovereenkomsten;

5. het verlenen van waarnemingsvergoedingen;

6. het verlenen van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging;

7. het verlenen van studiefaciliteiten;

8. het verlenen van betaald ouderschapsverlof;

9. het verlenen van zwangerschap- en bevallingsverlof;

10. het verlenen van eervol ontslag wegens:

• eigen verzoek;

• ouderdomspensioen;

• arbeidsongeschiktheid;

• FPU;

• FLO;

• afloop van de aanstelling van rechtsweg;

11. toelagen, reis-, verblijf-, verplaatsingskosten, dan wel bijzondere vergoedingsregelingen;

12. besluiten met betrekking tot verlof, overwerkvergoedingen en andere besluiten in het kader van een “cafetariaregeling”.

Daarnaast zijn er personele besluiten die voortvloeien uit op de CAR-UWO gebaseerde regelingen of andere lokale arbeidsvoorwaardenregelingen.