Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Lelystad

VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Lelystad
Officiële naam regelingVERORDENING op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen Lelystad 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening parkeerbelastingen Lelystad 2012 van 20 december 2011.

Aanwijsbesluit Agoradek

Op basis van deze verordening heeft het college in haar vergadering van 18 december 2012 de parkeerplaatsen in het Agoradek aan de Agoraweg aangewezen als plaatsen waar ook op koopavonden betaald parkeren van toepassing is.

Dit aanwijzingsbesluit is bekendgemaakt in de Flevopost van 27 december 2012 en treedt in werking op 1 januari 2013 (Besluitnummer Z12-251843).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 225

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201314-11-2013nieuwe regeling

04-12-2012

Flevopost, 19-12-2012

Nr. Z12-242521

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Lelystad,

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 23 oktober 2012;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

(Verordening parkeerbelastingen Lelystad 2013).

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.parkeren:

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

b.houder:

degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aan te houden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

c.parkeerapparatuur:

parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam “parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangeven plaats en wijze.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd;

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, heeft plaats- gevonden: de houder van het voertuig met dien verstande dat:

  • 1.

    indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

  • 2.

    indien blijkt dat een ander in het Kentekenregister als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

3. de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op

grond van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd

wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een

ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik

redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen;

3.de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze

verordening behorende en daarvan deel uitmakende Tarieventabel.

Artikel 5. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte dan wel door middel van parkeerapparatuur. Op de bij de Tarieventabel behorende kaarten is vermeld in welk deel van de gemeente welke wijze van heffing van toepassing is. Alsvoldoening op aangiftewordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften;

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op

aangifte.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij bij de aanvang van het parkeren het in werking stellen van de centrale parkeerapparatuur geschiedt door het halen van een toegangskaartje waarvoor na afloop van het parkeren betaald moet worden.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet worden betaald bij de aanvang van het

    Parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting worden betaald vóór het

    verlaten van het terrein, waarbij betaling plaatsvindt met behulp van het toegangskaartje in

de centrale parkeerapparatuur.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

    Artikel 8. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

    De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

    Artikel 9. Kosten

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel

    a, bedragen € 56,00.

    Artikel 10. Kwijtschelding

    Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

    Artikel 11. Nadere regels door het college van de gemeente Lelystad

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de

    parkeerbelasting.

    Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

    • 1.

      De “Verordening parkeerbelastingen Lelystad 2012” van 20 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

    • 2.

      Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

    • 3.

      De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

    • 4.

      Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen Lelystad 2013” .

      Lelystad, 4 december 2012.

      De raad van de gemeente Lelystad,

      de griffier, de voorzitter,

      Tarieventabel,

      behorende bij en aangeduid in artikel 4 van de Verordening parkeerbelastingen Lelystad 2013.

      Artikel 1. Begripsomschrijvingen

      In deze tabel wordt verstaan onder:

      • a.

        dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur

      • b.

        maand: een kalendermaand

      • c.

        kwartaal: drie maanden

      • d.

        jaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

      Artikel 2. Kleurgebieden

      Met betrekking tot het parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, van de Verordening parkeerbelastingen Lelystad 2013 bestaat er binnen de gemeente Lelystad een gedifferentieerd belastingtarief voor verschillende locaties.

      Deze locaties zijn gelegen in het Stadshart, in het winkelcentrum Lelycentre en aan de Kust

      (Bataviahaven).

      De parkeerlocaties in het Stadshart en het Lelycentre zijn voor het heffen van parkeerbelasting aangeduid met de kleuren groen, paars, bruin en geel. De parkeerlocatie aan de Kust is voor het heffen van parkeerbelasting aangeduid met de kleur roze.

      Alle locaties zijn aangeduid op de aan deze Tarieventabel gehechte en daarvan deel uitmakende kaarten “Gebiedsindeling betaald parkeren Stadshart”, “Gebiedsindeling betaald parkeren Lelycentre” en “Gebiedsindeling betaald parkeren Kust”.

      1.Kleurgebied Groen (straatparkeren Stadshart, vooraf betaald parkeren):

      de Middenweg, Waagdek, Waagstraat, Parkwijk, Hanzepark, Zuigerplasdreef, Lindelaan, Dukaatweg, Neringweg, Agoraweg, Agorawagenplein, Stationsweg.

      2.Kleurgebied Paars (garage/terreinparkeren Stadshart, achteraf betaald parkeren):

      Parkeergarage Zilverpark, Parkeergarage Neringweg, Parkeergarage De Waag, Parkeerterrein ziekenhuis.

      • 3.

        Kleurgebied Bruin:

        Parkeergarage Agoradek.

      • 4.

        Kleurgebied Geel:

      Noorderwagenplein, het Snijdershof en Maerlant.

      5.Kleurgebied Roze:

      Langparkeerterrein Bataviahaven, P6.

      Artikel 3. Tarieven voor parkeerautomaten

      Kleurgebied

      Tijdstippen en dagen

      Maximale

      parkeerduur

      Tarief

      Vergunning-

      houders/abonnementhouders

      Groen

      Middenweg

      Parkwijk

      Hanzepark

      Zuigerplasdreef

      Lindelaan

      Dukaatweg

      Neringweg

      Agoraweg

      Agorawagenplein

      Stationsweg

      Waagstraat

      Waagdek

      van 9.00 – 18.00 uur:

      maandag, dinsdag, woensdag,

      vrijdag en

      zaterdag

      van 9.00 – 21.00 uur:

      donderdag

      Geen limiet

      € 1,80 per uur

      Toegestaan

      Paars

      Parkeergarage Zilverpark

      Parkeergarage Neringweg

      Parkeergarage De Waag

      Parkeerterrein Ziekenhuis

      van 9.00 – 18.00 uur:

      maandag, dinsdag, woensdag,

      vrijdag en

      zaterdag

      van 9.00 – 21.00 uur:

      donderdag

      Limiet (max. 14 dagen)

      €1,40 per uur

      € 6,50 per dagkaart

      Toegestaan

      Bruin

      Parkeergarage Agoradek

      van 9.00 – 18.00 uur:

      maandag t/m

      Zaterdag

      Geen limiet

      € 1,80 per 2 uur

      € 3,50 per dagkaart

      Toegestaan

      Geel

      Noorderwagenplein

      Snijdershof

      De Maerlant

      van 9.00 – 18.00 uur:

      maandag t/m zaterdag

      Geen limiet

      € 1,60 per 2 uur

      € 3,00 per dagkaart

      Toegestaan

      Roze

      Langparkeerterrein Bataviahaven P6

      van 00.00-23.59 uur

      maandag t/m zondag en feestdagen

      Geen limiet

      € 6,50 per dag

      Beperkt toegestaan

      Uitgezonderd het kleurgebied roze is op zon- en feestdagen geen parkeergeld verschuldigd. Als feestdagen worden aangemerkt: Nieuwjaarsdag, Koninginnedag, hemelvaartsdag, Pasen, Pinksteren en Kerstmis.

      Het tarief voor een verloren parkeerticket bedraagt € 10,00. Tussen 00.00 uur en 07.00 uur wordt, aanvullend op het tarief van een dagkaartje, voor het openen van de garage de kosten van het voorrijden/openen garage door het beveiligingsbedrijf in rekening gebracht, zijnde € 75,00 per keer. Deze kosten dienen contant te worden voldaan.

      Artikel 4. Tarieven voor parkeervergunningen/parkeerabonnementen

      De tariefsstructuur volgt de indeling in categorieën van de vigerende Parkeerverordening Lelystad. De tarieven per categorie bedragen dan:

      Categorie

      Soort

      Tijdvak

      Tarief

      I

      Bewonersvergunning/-abonnement

      Jaar

      € 50,00

      II

      Bedrijfsvergunning/-abonnement

      Jaar

      € 50,00

      III

      Autodate

      Jaar

      € 50,00

      IV

      Houder- en/of eigenaar van een motorvoertuig (abonnement)

      Kwartaal

      € 80,00

      Jaar

      € 300,00

      Houder- en/of eigenaar van een motorvoertuig (vergunning)

      Kwartaal

      € 65,00

      Jaar

      € 250,00

      V

      Parkeerkraskaart

      Stuk

      € 2,50

      VI

      Zorgvergunning/ abonnement

      Jaar

      € 50,00

      VII

      Vrijwilligers van de Bataviawerf en Nieuw Land Erfgoedcentrum.

      Jaar

      € 0,00

      Lelystad, 4 december 2012.

      Mij bekend,

      de griffier van de gemeente Lelystad,