Organisatie | Oirschot |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Ondernemersfonds Centrum Oirschot |
Citeertitel | Subsidieverordening Ondernemersfonds |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidieverordening Ondernemersfonds |
N.v.t.
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-01-2013 | Nieuwe regeling | 23-10-2012 Elektronisch gemeenteblad, officiële bekendmakingen, 16-01-2013 | RHS |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Reikwijdte verordening
Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van ondernemersfondsen in Oirschot voor activiteiten in het kader van centrum- en parkmanagement.
Hoofdstuk 2 Aanvraag van de subsidie
Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens
Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
a. een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd en hoe deze activiteiten passen in het convenant;
b. een begroting en een dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
c. de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag
Hoofdstuk 3 Weigering van de subsidie
Subsidieverlening dan wel subsidievaststelling zonder dat een subsidieverlening is voorafgegaan kan naast de in artikel 4:25 Awb en 4:35 Awb geregelde gevallen in ieder geval ook geweigerd worden indien:
a. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van zijn activiteiten te dekken;
b. subsidieverstrekking niet past binnen het op het betreffende beleidsterrein gevoerde beleid.
Hoofdstuk 4 Verlening van de subsidie
Artikel 10 Betaling en bevoorschotting
De betaling van de subsidie vindt plaats door middel van bevoorschotting van de subsidie in kwartaaltermijnen en wel per 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober van het subsidiejaar. Voor het 1e kwartaal geldt een voorschot van 40%. Voor de resterende 3 kwartalen bedraagt het voorschot 20% van de subsidie.
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
Artikel 12 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:
a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;
b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;
d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.
Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling subsidie
Artikel 13 Verantwoording subsidie
De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. Jaarverslag (inclusief een samenstellingsverklaring, opgesteld door een bevoegd accountant, waaruit in ieder geval blijkt dat de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht);
b. Voortgangsrapportage van activiteiten van de stichting;
c. Beoogd uitvoeringsprogramma voor het volgend jaar, waaruit in ieder geval blijkt voor welke activiteiten de subsidie begroot wordt.
De hoogte van het subsidiebedrag bedraagt de door via de gemeentelijke meerjarenbegroting vastgestelde gemeentelijke bijdrage plus maximaal het bedrag dat na aftrek van de perceptiekosten overblijft van de opbrengst van de heffing. Dit bedrag kan, afhankelijk van de gekozen heffingsgrondslag en gemaakte perceptiekosten, per jaar verschillen.
Hoofdstuk 8 Overige bepalingen
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.