Organisatie | Waterschap Hollandse Delta |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Beleidsregel subsidieverstrekking Agroranden 2011 |
Citeertitel | Beleidsregel subsidieverstrekking Agroranden 2011 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën – belastingen |
Externe bijlage | aanvraagformullier_agroranden_2012.pdf (1286 Kb) |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-11-2011 | nieuwe regeling | 29-11-2011 Waterschapsrubriek, 2011, 51 | B1101125 |
Beleidsregel subsidieverstrekking Agroranden 2011
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
De voorliggende beleidsregel vindt zijn grondslag in de Subsidieverordening. De subsidiepraktijk van het waterschap moet daarbij aansluiten.
Het waterschap Hollandse Delta heeft binnen zijn beheergebied onder meer het beheer van het oppervlaktewater voor de waterkwaliteit en de waterkwantiteit. Het hebben van bufferstroken tussen landbouwgrond en oppervlaktewaterlichamen heeft een positieve invloed op het waterbeheer. Een subsidie van het waterschap is bedoeld om het hebben van agroranden als een dergelijke bufferstrook te stimuleren. De criteria waaronder subsidie kan worden verstrekt staan in deze beleidsregel vermeld.
Deze beleidsregel is van toepassing op het hebben van agroranden op landbouwgronden niet zijnde graslanden langs oppervlaktewaterlichamen gelegen binnen de Hoeksche Waard en Goeree Overflakkee, waarop gewassen als bedoeld in artikel 13, vierde en achtste lid, van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij worden geteeld (zie bijlage).
Door de Verenigde Vergadering van het waterschap is op 27 september 2007 (nr. B0701661) besloten dat dit project doorloopt tot 1 oktober 2013.
Deze beleidsregel geldt voor ondernemers. De regeling beperkt zich tot de Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee, omdat de regeling geïnitieerd is vanuit de agrarische sector in die regio's en de medefinanciering vanuit ILG en de provincie Zuid-Holland op die gebieden is gericht. Ook geldt deze regeling nog als pilotproject voor het waterschap in het kader van de Kaderrichtlijn Water.
Resten van bestrijdingsmiddelen en bemestingsstoffen, maar ook plantenresten, die in het water terecht komen doen afbreuk aan de waterkwaliteit. Wetten zoals de Waterwet en de Keur stellen daar eisen aan om dat zoveel mogelijk te voorkomen.
Bufferstroken zorgen dat de teeltzone verder van de insteek van het oppervlaktewaterlichaam vandaan ligt. Hierdoor zullen er minder reststoffen in het water terecht komen. Daarbij levert een vrije zone langs het oppervlaktewaterlichaam meer mogelijkheden voor oevergebonden dieren wat weer een positieve bijdrage kan leveren aan het ecosysteem van een oppervlaktewaterlichaam. Een dergelijke vrije zone vergroot ook de toegankelijkheid van een perceel voor het onderhouden van het oppervlaktewaterlichaam en levert een bijdrage aan de groenblauwe dooradering van het gebied.
7. Juridisch kader en grondslag
Juridisch kader: Algemene wet bestuursrecht.
De beleidsregel wordt ingekaderd door de Algemene wet bestuursrecht. Ingevolge artikel 1:3, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht wordt onder een beleidsregel verstaan:
"een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid door een bestuursorgaan."
Grondslag: artikel 1.5 Subsidieverordening.
De voorliggende beleidsregel vindt zijn grondslag in de Subsidieverordening. Ingevolge artikel 1.5, tweede lid, van de Subsidieverordening stellen dijkgraaf en heemraden voor de verschillende subsidiabele activiteiten afzonderlijke beleidsregels vast. In die beleidsregels kunnen zij hetgeen in de verordening is bepaald nader verbijzonderen.
Genoemd tweede lid moet worden gelezen in samenhang met het eerste lid van artikel 1.5. Daarin worden de criteria genoemd waaraan (cumulatief) moet worden voldaan wil een activiteit voor subsidie in aanmerking komen. Op deze plaats wordt volstaan met de opmerking dat met de beleidsregel invulling wordt gegeven aan de voorwaarde dat subsidieverstrekking moet passen binnen het beleid van het waterschap (artikel 1.5, eerste lid, onder letter c, van de Subsidieverordening).
het voor de subsidiering als bedoeld in deze beleidsregel beschikbare budget is tot en met 2013 door de Verenigde Vergadering van het waterschap Hollandse Delta vastgesteld in het meerjarenbeleidsplan. Voor 2012 en 2013 bedraagt het subsidieplafond € 275.000,00 resp. € 300.000,00. Dit bedrag wordt jaarlijks in november via de begroting door de Verenigde Vergadering geaccordeerd;
Begrotingsvoorbehoud als bedoeld in artikel 4:34 Algemene wet bestuursrecht.
Subsidieverstrekking heeft plaats op basis van de begroting voor 2012 respectievelijk 2013. Gelet hierop zal de vaststelling van het uiteindelijke subsidiebedrag en de uitbetaling daarvan geschieden onder de voorwaarde, dat bij de vaststelling van de begroting 2012 voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. Dit begrotingsvoorbehoud geldt ook voor het subsidiejaar 2012 - 2013.
Bufferstroken waarvoor het waterschap een subsidieverleningsbesluit heeft verleend komen in het daaropvolgende subsidiejaar als eerste in aanmerking voor subsidie. Nieuwe aanvragen worden toegekend op volgorde van ontvangst van de aanvragen (datum en volgnummer poststukstempel).
Gelet op artikel 9.1 van de Subsidieverordening is deelname niet mogelijk, indien de ondernemer voor de betreffende bufferstroken, geheel of gedeeltelijk, direct of indirect mede een andere subsidie ontvangt of heeft ontvangen van enig overheidsorgaan, daaronder begrepen organen van de Europese Unie. Mocht blijken dat de ondernemer toch geheel, gedeeltelijk, direct of indirect mede een andere subsidie ontvangt c.q. ontvangen heeft voor de bufferstroken, dan dient hij de voor de desbetreffende periode op grond van dit besluit ontvangen vergoeding onmiddellijk terug te betalen aan het waterschap.
De subsidie voor agroranden wordt verleend door een verleningsbesluit met bijbehorende voorschriften, waaraan de deelnemer moet voldoen. Het besluit tot subsidieverlening geldt voor het gehele subsidiejaar.
Tussentijdse beëindiging van het subsidieverleningsbesluit.
Het kan voorkomen dat de ondernemer zijn landbouwgrond, lopende het subsidiejaar 2011 - 2012, verkoopt of verpacht. De koper / pachter krijgt dan te maken met landbouwgrond die als het ware 'bezwaard' is met een bufferstrook. De bufferstrook maakt immers deel uit van de landbouwgrond.
Ook kan het voorkomen dat de ondernemer landbouwgrond in pacht heeft van een derde en dat de pacht lopende het subsidiejaar 2011 - 2012 wordt beëindigd. De derde (verpachter) krijgt dan te maken met landbouwgrond inclusief bufferstrook.
In principe wordt de subsidieverhouding tussen het waterschap en de ondernemer in de geschetste gevallen als beëindigd beschouwd. Dit is alleen anders als de koper respectievelijk de pachter respectievelijk de derde (verpachter) het waterschap schriftelijk verzoekt de tenaamstelling van het subsidieverleningsbesluit te wijzigen en uit het verzoek blijkt dat de ondernemer met de wijziging van de tenaamstelling instemt. Ontbreekt een dergelijk verzoek, dan is het besluit tot subsidieverlening beëindigd met ingang van de datum waarop de landbouwgrond niet meer in eigendom is van respectievelijk in gebruik is bij de ondernemer, doch uiterlijk per het einde van het subsidiejaar.
In afwijking van paragraaf 4 van de Subsidieverordening hoeft geen aanvraag tot subsidievaststelling en de uitbetaling daarvan te worden ingediend, omdat overeenkomstig artikel 4:44, eerste lid, onder letter a, van de Algemene wet bestuursrecht de subsidie ambtshalve wordt vastgesteld met toepassing van artikel 4:47, onderdeel a, Algemene wet bestuursrecht. Volgens laatstgenoemd artikel kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve worden vastgesteld, indien bij de subsidieverlening een termijn is bepaald waarbinnen de subsidie ambtshalve wordt vastgesteld. In het subsidieverleningsbesluit is daar invulling aan gegeven door te bepalen dat de vaststelling van het uit te keren subsidiebedrag zal plaatshebben uiterlijk op 1 september.
De ondernemer is verplicht om door of namens het waterschap aangewezen personen in staat te stellen om de naleving van zijn verplichtingen uit het subsidieverleningsbesluit te controleren.
1. Het waterschap betaalt de ondernemer een vergoeding gebaseerd op de lengte van de bufferstroken. Daarbij wordt uitgegaan van de door de ondernemer in het aanvraagformulier vermelde lengte. Indien na controle blijkt dat de in het aanvraagformulier vermelde lengte niet correct is, zal worden uitgegaan van de lengte zoals die uit de controle is gebleken. Een correctie door het waterschap van de door de ondernemer opgegeven lengte wordt uiterlijk 1 september 2012 schriftelijk aan de ondernemer medegedeeld.
2. De vergoeding als bedoeld in het vorige lid wordt berekend door de in dat lid bedoelde lengte te vermenigvuldigen met een tarief van € 0,53 per strekkende meter per jaar voor een bufferstrook die is ingezaaid met gras en € 0,63 per strekkende meter per jaar voor een bufferstrook die is ingezaaid met bloemenmengsels.
3. Indien de ondernemer zijn verplichtingen uit het subsidieverleningsbesluit niet ten volle nakomt, is het waterschap gerechtigd de vergoeding over het betreffende subsidiejaar geheel of gedeeltelijk niet uit te betalen.
Op 1 september 2011 is het seizoen 2011 - 2012 gestart. Deze beleidsregel is pas op 29 november 2011 vastgesteld. Gelet hierop is het noodzakelijk in de beleidsregel de volgende overgangsregeling op te nemen.
Aanvragen voor deelname aan het seizoen 2011 - 2012 moeten worden ingediend door middel van het bij deze beleidsregel behorende aanvraagformulier.
De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van deze beleidsregel.
Besluitvorming tot verlening en vaststelling van subsidie voor het seizoen 2011 - 2012 heeft plaats binnen de kaders van deze beleidsregel.
Bijlage bij Beleidsregel subsidieverstrekking Agroranden 2011
Artikel 13, lid 4 en 8 van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij
4. De teeltvrije zone bedraagt bij de teelt van NAK-pootaardappelen, consumptieaardappelen, fabrieksaardappelen inclusief pootgoed, poot- en plantuien, zaaiuien, bloembollen en -knollen, aardbeien, asperges, prei, schorseneren, sla, was- en bospenen, winterpenen, vaste planten, en in neerwaartse richting te bespuiten boomkwekerijgewassen, als bedoeld in bijlage I bij dit besluit: