Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lelystad

Parkeerverordening 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLelystad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerverordening 2013
CiteertitelParkeerverordening Lelystad 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Parkeerverordening Lelystad 2010 van 15 december 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wegenverkeerswet 1994, art. 2a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-11-201301-01-2015toevoeging artikel 3 lid 3 sub i

05-11-2013

Flevopost, 13-11-2013

Nr. 131066034
14-11-201301-01-201314-11-2013toevoeging artikel 3 lid 3 sub h

05-11-2013

Flevopost, 13-11-2013

Nr. 131066034
20-12-201214-11-2013nieuwe regeling

13-11-2012

Flevopost, 19-12-2012

Nr. Z12-240846

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening 2013

De raad van de gemeente Lelystad,

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 23 oktober 2012;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

PARKEERVERORDENING 2013

 

AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

ARTIKEL 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens1990;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van

    brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder i.a van het RVV 1990;

  • c.

    parkeren, het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande gebouwde en ongebouwde voorzieningen, terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • d.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het

    parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • e.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamel-parkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeer-apparatuur wordt verstaan;

  • f.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren geregeld wordt door parkeerapparatuur;

  • g.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • h.

    vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen, gedurende een bepaalde periode;

  • i.

    abonnement: een door het college van burgemeester en wethouders verleend abonnement, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren in een daartoe aangewezen met een slagboom afgesloten parkeergarage of parkeerterrein, gedurende een bepaalde periode;

  • j.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • k.

    abonnementhouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een abonnement is verleend;

  • l.

    autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • m.

    autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate;

  • n.

    gehandicaptenvoertuig, hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990.

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN, VERGUNNINGBEWIJZEN EN ABONNEMENTEN

ARTIKEL 2
  • 1.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, gebouwde en ongebouwde voorzieningen aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren voor abonnementhouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3.

  • 3.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkerenalleen aan vergunninghouders, danwel abonnementhouders is toegestaan.

ARTIKEL 3
  • 1.

    Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning en/of abonnement verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2.

    Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning en/of abonnement.

  • 3.

    Een vergunning/het abonnement kan worden verleend aan:

    a.een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar

    belanghebbendenplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, te noemen bewonersvergunning/bewonersabonnement (categorie I):

  • -

    het aantal te verlenen bewonersvergunningen/bewonersabonnementen, wordt verminderd met het aantal bij de woning behorende of zich op het grondgebied van de woning bevindende dan wel op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins ter beschikking van de bewoner staande stallingsplaatsen, gelegen binnen het vergunninggebied waarin aanvrager woonachtig is;

  • -

    per woonadres, worden maximaal twee vergunningen/abonnementen verstrekt;

    b.een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, te noemen bedrijfsvergunning/bedrijfsabonnement (categorie II):

  • -

    het aantal te verlenen bedrijfsvergunningen/bedrijfsabonnementen wordt verminderd met het aantal bij het bedrijf behorende of zich op het grondgebied van het bedrijf bevindende dan wel op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins ter beschikking van het bedrijf staande stallingsplaatsen, gelegen binnen het vergunninggebied/abonnementgebied waarin aanvrager gevestigd is;

  • -

    per bedrijf wordt, binnen de gebieden met betaald parkeren, maximaal twee bedrijfsvergunning/bedrijfsabonnementen afgegeven;

    c.een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de

    autodateplaats is gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders/abonnementhouders te gebruiken parkeer-apparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie III);

  • d.

    een eigenaar of houder van een motorvoertuig (categorie IV);

  • e.

    degene die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of

parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van het parkeren van het motorvoertuig van degene die hem of haar bezoekt, te noemen parkeerkraskaart, (categorie V);

  • f.

    een eigenaar of houder van een motorvoertuig die werkzaam is voor een instelling die voor de uitoefening van de functie of taak binnen Lelystad structureel één of meer motorvoertuigen in de (gehele) gemeente moet bezigen, voor het parkeren op parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen, te noemen zorgvergunning / zorgabonnement (categorie VI);

  • g.

    een eigenaar of houder van een motorvoertuig die als vrijwilliger werkzaam is voor de Bataviawerf en/of het Nieuwland Erfgoedcentrum (categorie VII).

  • h.

    een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in De Stelling of die daar een beroep of bedrijf uitoefent, te noemen een bewonersvergunning/bedrijfsvergunning De Stelling (categorie VIII):

    - het aantal te verlenen bewonersvergunningen/bewonersabonnementen wordt verminderd met het aantal bij de woning behorende of zich op het grondgebied van de woning bevindende dan wel op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins ter beschikking van de bewoner staande stallingsplaatsen, gelegen in De Stelling;

    - per adres in De Stelling worden maximaal twee bewonersvergunningen/-bedrijfsvergunnngen verstrekt.

  • i.

    een bewoner woonachtig op een adres in De Stelling of een bedrijf gevestigd in De Stelling en die voor zijn/haar bezoek een vergunning wenst te gebruiken, te noemen een bezoekersvergunning De Stelling (categorie IX):

    - per adres in De Stelling, worden maximaal twee bezoekersvergunningen verstrekt.

  • 4.

    Een vergunning of abonnement kan worden verleend aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig.

    • a.

      Een vergunning kan alleen worden afgegeven voor de gebieden waar vooraf betaald parkeren is ingevoerd en/of belanghebbendenplaatsen zijn ingericht.

    • b.

      Een abonnement kan alleen worden afgegeven voor de gebieden waar achterafbetaald parkeren is ingevoerd, met uitzondering van de parkeerterreinen bij Bataviastad en de VOC-garage.

  • 5.

    De eigenaar of houder van een motorvoertuig die voldoet aan zowel de onder 3a als onder 3b wordt geacht te beantwoorden aan de onder 3a genoemde voorwaarde.

  • 6.

    Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning, danwel een abonnement verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde vereisten.

  • 7.

    Aan de vergunning, danwel abonnement kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning/het abonnement van kracht is.

  • 8.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen en abonnementen per aaneengesloten gebied en per categorie aanpassen, danwel vaststellen.

  • 9.

    Het college kan aan een vergunning en het abonnement voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte, bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.

ARTIKEL 4
  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning/het abonnement.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen.

    Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

ARTIKEL 5
  • 1.

    Een vergunning/het abonnement wordt per kalenderjaar, danwel gedeelte van een jaar (maand of kwartaal) verleend.

  • 2.

    De vergunning/het abonnement bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    de periode waarvoor de vergunning/het abonnement geldt;

  • b.

    het gebied waarvoor de vergunning/het abonnement geldt;

  • c.

    de naam van de vergunninghouder/abonnementhouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning of het abonnement is verleend.

  • 3.

    De parkeerkraskaart bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    de dag waarvoor de vergunning/het abonnement geldt;

  • b.

    het gebied waarvoor de vergunning/het abonnement geldt.

ARTIKEL 6

Het college kan een vergunning/het abonnement intrekken of wijzigen:

  • a.

    op aanvraag van de vergunninghouder/abonnementhouder;

  • b.

    wanneer de vergunninghouder/abonnementhouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning/het abonnement;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen/abonnementen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder/abonnementhouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning/abonnement heeft voldaan;

  • f.

    wanneer de vergunninghouder/abonnementhouder handelt in strijd met de aan de vergunning/het abonnement verbonden voorschriften;

  • g.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning/het abonnement onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • h.

    wanneer de vergunninghouder/abonnementhouder zijn vergunning/abonnement vervalst of ter vervalsing heeft aangeboden, danwel sprake is van een andere vorm van misbruik;

  • i.

    om redenen van openbaar belang.

AFDELING III. VERBODSBEPALINGEN

ARTIKEL 7

1.Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten

staan:

    • a.

      op een parkeerapparatuurplaats;

    • b.

      op een belanghebbendenplaats.

  • 2.

    Het is verboden een (brom)fiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij

parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

3.Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

ARTIKEL 8

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere

munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

ARTIKEL 9
  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een autodateplaats, belanghebbendenplaats en/of parkeerapparatuurplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

  • a.

    zonder vergunning;

  • b.

    zonder dat het motorvoertuig is voorzien van een duidelijk zichtbare vergunning;

  • c.

    in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

  • 2.

    Het in lid 1 genoemde verbod geldt, met uitzondering van parkeergarages en autodateplaatsen, niet voor degenen die op een belanghebbendenplaats parkeren met een motorvoertuig wat is voorzien van een duidelijk zichtbare gehandicaptenparkeerkaart dan wel met een gehandicaptenvoertuig;

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

AFDELING IV. STRAFBEPALING

ARTIKEL 10

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.

AFDELING V. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 11

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door

het college aangewezen personen.

ARTIKEL 12

Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Lelystad 2013.

ARTIKEL 13
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Parkeerverordening Lelystad 2010.

  • 3.

    Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

 

Lelystad, 5 november 2013.

De raad van de gemeente Lelystad,

de griffier, de voorzitter,