Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Twenterand

Tijdelijke Verordening Subsidieregeling Opplussen gemeente Twenterand 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTwenterand
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTijdelijke Verordening Subsidieregeling Opplussen gemeente Twenterand 2013
CiteertitelTijdelijke verordening Subsidieregeling Opplussen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand
  2. Algemene wet bestuursrecht en Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2015Nieuwe regeling

20-12-2011

Gemeentecontact 10 januari 2013

BIS nr. 011.038.0015

Tekst van de regeling

Intitulé

Tijdelijke Verordening Subsidieregeling Opplussen gemeente Twenterand 2013

Geconsolideerde tekst van de regeling

 

Nr. 011.038.0015

 

De raad van de gemeente Twenterand;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

 

 

besluit:

 

vast te stellen:

 

Tijdelijke verordening subsidieregeling ‘Opplussen van woningen’ 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a.Eigenaar: een natuurlijke persoon die tevens eigenaar is van een woning; voor de toepassing van deze verordening wordt tevens als eigenaar aangemerkt: de erfpachter, de opstaller of de vruchtgebruiker van een woning;

b.Eigenaar-bewoner: de eigenaar die tevens zelf in de woning woonachtig is;

c.Woonservicegebied: een wijk of dorp waarin optimale condities zijn geschapen voor wonen met zorg en dienstverlening. Doel van deze gebieden is om de sociale en fysieke omgeving van mensen zo in te richten dat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. De woonservicegebieden in de gemeente Twenterand zijn de bebouwde kommen van de vier grote kernen, Vriezenveen, Westerhaar-Vriezenveensewijk, Vroomshoop en Den Ham;

d.Het college: Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Twenterand;

e.Opplussen: de door het college vast te stellen voorzieningen / aanpassingen gericht op het beter toegankelijk, beter bruikbaar en veiliger maken van de woning;

f.Lijst van opplusvoorzieningen: een door het college vastgestelde lijst met voorzieningen die in aanmerking komen voor subsidie.

 

Artikel 1.2 Subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond vast ter hoogte van € 53.333,-, voor de op grond van deze verordening te verstrekken subsidies. Bij vaststelling van het subsidieplafond bepaalt het college hoe het beschikbaar gestelde bedrag wordt verdeeld.

 

Artikel 1.3 Werkingssfeer

1.Deze verordening is van toepassing op alle woonservicegebieden van de gemeente Twenterand;

2.Deze verordening is alleen van toepassing op alle bestaande koopwoningen in de woonservicegebieden van de gemeente Twenterand.

3.Deze verordening is van toepassing voor alle eigenaar-bewoners die op het moment van de subsidieaanvraag 55 jaar of ouder zijn.

 

Artikel 1.4 Bevoegdheid verlenen subsidie

1.Het college is bevoegd om in het belang van het opplussen van een koopwoning met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie te verlenen.

2.Het college kan aan het verlenen van subsidie voorschriften verbinden.

 

Artikel 1.5 Verslag

De werking van artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht wordt uitgesloten

 

Hoofdstuk 2 Aanvragen en verlenen subsidie

Artikel 2.1 Subsidiabele voorzieningen

Aan de eigenaar-bewoner kan subsidie worden verleend ter tegemoetkoming in de kosten van het aanbrengen van voorzieningen zoals opgenomen in de door het college vast te stellen lijst van opplusvoorzieningen om bestaande koopwoningen in de gemeente Twenterand beter toegankelijk, beter bruikbaar en veiliger te maken. Deze lijst met voorzieningen kan door het college te allen tijde aangepast worden.

 

Artikel 2.2 Advies

1.Het college legt alle aanvragen om een beschikking tot subsidieverlening of een beschikking tot subsidievaststelling voor het aanbrengen van voorzieningen in een koopwoning voor advies voor aan een door hen aangewezen perso(o)n(en).

2.Deze perso(o)nen brengt binnen vier weken na de adviesaanvraag advies uit aan het college.

 

Artikel 2.3 Aanvragen van advies

1.De aanvraag om subsidie voor het aanbrengen van voorzieningen als bedoeld in artikel 2.1 wordt gedaan door de eigenaar-bewoner met een door het college beschikbaar gesteld ‘Subsidieaanvraagformulier Opplussen’.

2.De aanvraag tot het verlenen van subsidie op basis van deze verordening wordt ingediend ter attentie van het college.

3.Aanvragen voor subsidie kunnen gedurende het gehele jaar worden ingediend en worden op volgorde van ontvangst behandeld.

4.Bij de vaststelling van de volgorde als bedoeld in het derde lid telt een aanvraag pas mee als deze door het college volledig is bevonden.

5.Alle aanvragen dienen voor 1 september 2014 ingediend te worden bij het college.

 

Artikel 2.4 Beslistermijn

1.Het college beslist binnen een termijn van acht weken na ontvangst van een volledige aanvraag tot verlening van de subsidie.

 

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

1.Aan de koopwoning voor het maximale bedrag reeds voorzieningen zijn aangebracht op grond van deze verordening.

2.Met het aanbrengen van de voorzieningen is begonnen voordat de door het college aangewezen persoon als bedoeld in artikel 2.2 een opname heeft gemaakt van de bestaande situatie.

3.De subsidie wordt aangevraagd voor voorzieningen die niet zijn opgenomen op de door het college vastgestelde lijst van opplusvoorzieningen.

4.De eigenaar-bewoner op het moment van de subsidieaanvraag jonger is dan 55 jaar.

5.De woning van de aanvrager niet voldoet aan de genoemde criteria en hiermee niet is aangewezen als ‘potentieel geschikte’ koopwoning.

6.De subsidie op basis van deze regeling dan wel een andere (gemeentelijke) regeling met dezelfde doelstelling en dezelfde opplusvoorzieningen al eens verstrekt is.

7.De gevraagde voorziening(en) reeds in de woning aanwezig is (zijn).

 

Artikel 2.6 Voorschriften

Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen de navolgende voorschriften worden verbonden:

 

1. a.  Indien de opplusvoorzieningen worden aangebracht door een geregistreerd

aannemers-, loodgieters- of installatiebedrijf dat gevestigd is in de gemeente Twenterand worden de kosten van het materiaal én het arbeidsloon in aanmerking voor subsidie;

 

     b. Indien de voorzieningen door de eigenaar-bewoner zelf worden aangebracht en

         niet door een geregistreerd aannemers-, loodgieters-, of installatiebedrijf komt

         uitsluitend de aanschaf van materiaal in aanmerking voor subsidie;

     c. Aan de namens het college met controle belaste persoon op de door deze te bepalen tijdstippen:

•toegang verlenen tot de woning;

•inzage verlenen op bescheiden die betrekking hebben op de aan te brengen voorzieningen;

•gegevens verstrekken over de aan te brengen voorzieningen;

•gelegenheid geven tot het controleren van de gegevens die betrekking hebben op de aan te brengen voorzieningen;

     d. Aan alle voorwaarden zoals genoemd binnen deze verordening moet worden voldaan;

     e. De voorziening moet binnen 6 maanden na de subsidieverlening zijn voltooid;

2. Het college kan aan de subsidieverlening nadere voorschriften verbinden.

Artikel 2.7 Subsidiebedragen en eenmaligheid

1.De subsidie zoals bedoeld in artikel 2.1 wordt verleend voor voorzieningen die zijn opgenomen op een door het college vastgestelde lijst van opplusvoorzieningen en bedraagt maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten met een maximum van € 1000,- inclusief BTW.

2.Subsidie op basis van deze regeling dan wel een andere (gemeentelijke) regeling met dezelfde doelstelling en dezelfde opplusvoorzieningen kan maximaal één maal per woning worden verleend.

 

Artikel 2.8 Het vaststellen en betalen van subsidie

1.Binnen 4 weken na de voltooiing van de werkzaamheden meldt de subsidieaanvrager aan het college dat de bedoelde werkzaamheden gereed zijn.

2.De gereedmelding is tevens een aanvraag voor de definitieve vaststelling van de subsidie.

3.Binnen vier weken na ontvangst van de gereedmelding beslist het college of zij met de gereedmelding instemmen en stellen zij de hoogte van de subsidie vast overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht.

4.Het college kan een besluit, als bedoeld in het derde lid, eenmaal met vier weken verdagen voor zover de controle op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.

5.Na de definitieve vaststelling van de subsidie wordt een beschikking gemaakt waarna het bedrag binnen vier weken wordt uitbetaald aan de aanvrager.

 

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijke beslissing gelet op het belang van het opplussen, kan het college afwijken van het bepaalde in de deze verordening.

 

Artikel 3.2 Overgangsregeling

Op aanvragen tot het verlenen van subsidie die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, wordt beslist op grond van de desbetreffende, voor de inwerkingtreding van deze verordening geldende subsidieregeling.

 

Artikel 3.3 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt de dag na haar bekendmaking in werking en kan aangehaald worden als Verordening ‘Subsidieregeling Opplussen’. De werking van deze verordening eindigt van rechtswege op 1 januari 2015.

 

Vriezenveen,

De raad voornoemd,

de griffier,                         de voorzitter,

 

 

drs. R.J.M. Ros                 ir. C.L. Visser

 

Toelichting 1 Toelichting Verordening Subsidieregeling Opplussen Twenterand

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Lid c

Onder een koopwoning wordt in dit verband niet verstaan een zomerwoning, seizoenverblijf, vakantiewoning en een tweede woning die na verbetering ook als tweede woning wordt gebruikt.

Artikel 1.3 Werkingssfeer

Lid 3

De eigenaar-bewoner van de subsidie moet 55 jaar of ouder zijn. De datum van ontvangst van de aanvraag wordt gebruikt als peildatum om te bepalen op de eigenaar-bewoner 55 jaar of ouder is.

Er is gekozen voor 55 jaar en ouder omdat het van belang is dat men zich al in een vroeg stadium bewust wordt van het ouder worden, wat hiermee gepaard gaat en op welke wijze deze 55 plussers hier op kunnen inspelen zonder grote aanpassingen aan hun woning te verrichten.

Hoofdstuk 2 Aanvragen en verlenen van de subsidie

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten

Gekozen is voor een door het college vastgestelde lijst van opplusvoorzieningen. Op die wijze kan voor wat betreft de voorzieningen, binnen de kaders van de verordening, slagvaardig worden gereageerd op ervaringen met en ontwikkelingen op het gebied van het opplussen.

Artikel 2.2 Advies

Met een door het college aangewezen persoon wordt een adviseur Opplussen bedoeld. Deze adviseur is opgeleid voor het afleggen van huisbezoeken en voor het adviseren van subsidiegerechtigden.

Artikel 2.3 Aanvragen van subsidie

Lid 1, 2, 3 en 4

Met de aanvraag wordt een volledig ingevuld en ondertekend subsidieaanvraagformulier Opplussen bedoeld, voorzien van de door het college voorgeschreven bijlagen.

Lid 3

Niet gekozen is voor het systeem om een bepaalde einddatum te stellen waarbinnen in een bepaald jaar de subsidieaanvragen binnen moeten zijn. Dit kan dus het gehele jaar door en de afhandeling vindt plaats op volgorde van datum van binnenkomst.

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

Lid 6

Een opplusvoorziening wordt op basis van deze regeling eenmaal verstrekt. Een aanvraag kan uit meerdere opplusvoorzieningen bestaan. Het opplussen met meerdere voorzieningen tegelijk wordt in het kader van efficiëntie gestimuleerd.

 

Artikel 2.6 Subsidiebedragen en eenmaligheid

Lid 1

Met subsidiabele kosten wordt bedoeld:

1. indien de voorzieningen worden aangebracht door een geregistreerd aannemers- loodgieters- of installatiebedrijf: de kosten van het materiaal én het arbeidsloon.

2. indien de voorzieningen worden aangebracht door de eigenaar-bewoner, een vrijwilliger of door een niet- geregistreerd aannemers-, loodgieters-, installateurs- of klussenbedrijf: de kosten van het materiaal.

Met een geregistreerd aannemers- loodgieters- of installatiebedrijf wordt een bedrijf bedoeld dat staat geregistreerd staat bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 2.8 Het vaststellen en betalen van de subsidie

Lid 3

Met gereedmelding wordt een volledig ingevuld en ondertekend gereedmeldingsformulier Opplussen bedoeld, voorzien van de door het college voorgeschreven bijlagen.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Hardheidsclausule

Op grond van deze hardheidsclausule kan het college voor bijzondere gevallen van het bepaalde in deze verordening afwijken.