Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwartewaterland

Woningfinancieringsverordening voor het personeel in dienst van de gemeente Zwartewaterland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwartewaterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWoningfinancieringsverordening voor het personeel in dienst van de gemeente Zwartewaterland
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2001Onbekend

02-03-2001

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Woningfinancieringsverordening voor het personeel in dienst van de gemeente Zwartewaterland

 

 

 

WONINGFINANCIERINGSVERORDENING VOOR HET PERSONEEL IN DIENST VAN DE GEMEENTE ZWARTEWATERLAND.

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ambtenaar: de ambtenaar in vaste dienst in de zin van het rechtspositieregeling ambtenaren van de gemeente Zwartewaterland.

Artikel 2

Aan ambtenaren kunnen op verzoek gelden worden uitgeleend ter zake van een door hen zelf te bewonen/bewoonde woning:

Voor: tot ten hoogste:

a.de bouw van een woning 100% van de financierings- en verkrijgings-

kosten;

b.de koop van een woning 100% van de financierings- en verkrijgings-

kosten;

c.de aflossing van een le- het bedrag van het op de woning rustende

ning, elders aangegaan schuldrestant vermeerderd met de op de

voor het verkrijgen van nieuwe hypotheekverlening vallende kosten

een woning en de eventuele kosten die verband houden

met wijziging van reeds aangegane hypo-

thecaire verplichtingen evenwel tot maximaal

de door burgemeester en wethouders vast-

gestelde waarde van de woning;

d.de verbouw, verbetering of de kosten van verbouw, verbetering of uit-

uitbreiding van een reeds in breiding, vermeerderd met de kosten van

eigendom verworven woning. hypotheekverlening ter zake hiervan en

verminderd met eventuele bijdragen.

Artikel 3
  • 1.

    Een verzoek, als bedoeld in artikel 2, moet worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een lening toekennen, wanneer:

    • a.

      de uit de gevraagde geldlening voortvloeiende kosten en overige financiële verplichtingen de draagkracht van de ambtenaar niet te boven gaan; toetsing vindt plaats aan de hand van de normen, zoals die ten tijde van het verzoek van kracht zijn bij de Nationale Hypotheek Garantie;

    • b.

      zij de stichtingskosten, de aankoopkosten of het leningsrestant aanvaardbaar achten, zulks eventueel te beoordelen aan de hand van een voor rekening van de ambtenaar uit te voeren taxatie

    • c.

      het recht van eerste hypotheek dan wel, in de situatie in artikel 2, sub d omschreven eventueel het recht van tweede hypotheek ten behoeve van de gemeente is gevestigd.

Artikel 4.
  • 1.

    De lening wordt verstrekt voor een looptijd van ten hoogste dertig jaren.

  • 2.

    In geval van oversluiting van de lening als bedoel in artikel 2, lid c wordt de lening verstrekt tegen de resterende looptijd met een maximum van 30 jaar

Artikel 5.
  • 1.

    Naar keuze van de ambtenaar vindt de aflossing plaats volgens de rechtlijnige, de annuitaire of gestaffelde methode, dan wel via een levensverzekering.

  • 2.

    De geldnemer mag vervroegd en/of versneld aflossen, zonder boete of kosten.

Artikel 6.
  • 1.

    De lening wordt verstrekt tegen de door de B.N.G. op het moment van afsluiten gehanteerde rentepercentage voor langlopende vergelijkbare geldleningen.

  • 2.

    De geldleningovereenkomst dient binnen vier maanden na de toekenning van de lening door burgemeester en wethouders te zijn gepasseerd; bij overschrijding van die termijn moet opnieuw worden aangevraagd.

Indien de rente tussen de datum van aanvragen van de lening en de datum van akte-passeren daalt, wordt de lening verstrekt tegen het lagere percentage.

3.Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van belanghebbende eens in de 10 jaar het rentepercentage van de geldlening nader vaststellen op het niveau dat geldt op het tijdstip, waarop een daartoe strekkend verzoek is ingekomen.

Het rentepercentage voor langlopende vergelijkbare geldleningen bij de B.N.G. dient dan wel minimaal 1% lager te zijn dan de rente van de lopende hypothecaire geldlening.

Artikel 7

De betaling van rente en aflossing geschiedt maandelijks door inhouding op het salaris van de ambtenaar.

Artikel 8.
  • 1.

    Het onafgeloste bedrag van de lening is met lopende rente en eventuele kosten zonder voorafgaande waarschuwing ineens opvorderbaar na verloop van zes maanden sinds het tijdstip, waarop:

    • a.

      de ambtenaar verzuimt de verschuldigde rente en aflossing te voldoen;

    • b.

      is geconstateerd, dat de ambtenaar enige op hem uit hoofde van het verstrekken van de lening rustende verplichting niet nakomt;

    • c.

      de ambtenaar in staat van faillissement wordt verklaard, aan hem surseance van betaling wordt verleend, hij onder curatele wordt gesteld of op het verbonden onroerend goed beslag wordt gelegd;

    • d.

      aan de ambtenaar ontslag is verleend anders dan met onmiddellijk ingaand wachtgeld, pensioen of een uitkering ten laste van de Wet uitkering wegens vrijwillig vervroegd uittreden;

    • e.

      de ambtenaar overlijdt zonder een weduwe c.q. weduwnaar achter te laten;

    • f.

      het aan de weduwe c.q. weduwnaar van de ambtenaar ingevolge de Algemene Burgerlijke Pensioenwet toegekend pensioen eindigt dan wel vervallen wordt verklaard;

    • g.

      indien de ambtenaar, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, ophoudt de woning voor eigen bewoning te gebruiken;

    • h.

      zich ten aanzien van de sub f, bedoelde persoon de situatie voordoet als bedoeld in sub a, b en c.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders toestaan, dat van het gestelde in het eerste lid van dit artikel wordt afgeweken.

Artikel 9.
  • 1.

    De woning en eventuele andere opstallen dienen ten genoegen van burgemeester en wethouders tegen brand- en stormschade verzekerd te zijn en te blijven ten bewijze waarvan de hypotheekgever aan het college de verzekeringspolis of een duplicaat daarvan dient te overleggen.

  • 2.

    Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders wijzigingen in de bestemming van de woning te brengen, de woning te verhuren, te veranderen of af te breken, te bezwaren, in gebruik te geven, te vervreemden of er zakelijke rechten op te vestigen of de bij de woning behorende grond te verkopen, te verpachten of zakelijke rechten daarop te vestigen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn te allen tijde bevoegd zich van de naleving van een en ander door opneming in persoon of door iemand van hunnentwege te overtuigen.

Artikel 10.

In de akte van hypotheekstelling zullen worden opgenomen:

  • a.

    de verplichtingen van de hypotheekgever voortvloeiende uit deze regeling;

  • b.

    de bedingen, bedoeld bij de artikelen 16, 93, 94, 227, 235, 264, 265, 268 tot en met 275 van Boek III van het Burgerlijk Wetboek;

  • c.

    de verplichtingen van de hypotheekgever om het beding, bedoeld in artikel 94 lid 3 van Boek III van het Burgerlijk Wetboek op zijn kosten aan de brandwaarborgmaatschappij te doen betekenen;

  • d.

    alle overige bepalingen waarvan opname in de hypotheekakte gebruikelijk is.

Artikel 11.

Alle kosten van vestigen van de hypotheek, alsmede die van royering benevens alle andere voor de gemeente uit het verstrekken van de geldlening voortvloeiende kosten komen ten laste van de hypotheekgever.

Artikel 12.

Burgemeester en wethouders treffen nadere regelingen voor de situaties waarin deze regeling niet dan wel niet in redelijkheid voorziet.

Artikel 13.

Burgemeester en wethouders zenden elke op grond van dit besluit genomen beslissing tot het verstrekken van een geldlening ter kennisneming aan Gedeputeerde staten van Overijssel.

Artikel 14.
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag waarop dit besluit door de raad is vastgesteld.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: "Woningfinancieringsverordening gemeente Zwartewaterland 2001"

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. 2 januari 2001

de secretaris, de voorzitter,

w.g. drs. I. de Muijnck w.g. drs. W.J. Plomp