Organisatie | Zwartewaterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid. |
Citeertitel | Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2001 | Onbekend | 02-03-2001 Onbekend | Onbekend |
Paragraaf 2.1 Overlegorgaan lokaal onderwijsbeIeid
Artikel 2. Functie overlegorgaan
1 Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin burgemeester en wethouders met de vertegenwoordigers van alle schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.
2 In het overlegorgaan komen aan de orde:
Artikel 3. Samenstelling overlegorgaan
De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en wethouders in het overlegorgaan. De portefeuillehouder onderwijs fungeert als voorzitter van het overlegorgaan.
Derden kunnen, indien de voorzitter van het overlegorgaan dit wenst of één vertegenwoordiger van schoolbesturen, genoemd in artikel 3, dit wenst, deelnemen aan een overleg.
Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen over een onderwerp, zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie, als bedoeld in artikel 7, toe aan alle schoolbesturen.
2 De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen ten minste twee weken.
De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.
Burgemeester en wethouders voeren het secretariaat van het overlegorgaan.
Burgemeester en wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegen-
woordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het overleg in het overlegorgaan. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.
Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.
Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies.
3 Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies. Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij tevens de Onderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.
De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.
Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover het advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor een nader overleg.
In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.
meester en wethouders spoedheidshalve het verslag ter commentaar
toezenden aan de schoolbesturen. Binnen 10 dagen na de dag waarop het
conceptverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen die deel hebben
genomen aan het overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van
het verslag kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen het verslag vast
met inachtneming van de opmerkingen.
4.Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het
voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voorzover
burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren
gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij
geven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze
Artikel 11. Heropening overleg.
Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.
Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij hetoverlegorgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit
overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te
geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en wethouders
informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een
aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De raad betrekt de in dit
aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve
besluitvorming over het onderwerp.
Artikel 12. Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.
Artikel 13. Citeertitel; inwerkingtreding
1. De verordening kan worden aangehaald als: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Zwartewaterland.