Organisatie | Harlingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2013 |
Citeertitel | Watertoeristenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | Onbekend | 08-11-2012 Harlinger Courant | - |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. pleziervaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebruikt voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;
b. zeilend bedrijfsvaartuig: een vaartuig, geen passagiersschip zijnde, dat overwegend of geheel met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
c. lengte: de lengte over alles;
d. vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig;
e. etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren;
maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;
g. seizoen: het tijdvak van 1 april tot en met 31 oktober;
kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.
Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn ingeschreven, wordt onder de naam “watertoeristenbelasting” een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
door degenen die verblijf houden aan boord van:
- een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;
- motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;
- een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt.
van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.
De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.
1. Ter zake van vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen:
a. het aantal personen dat verblijf heeft gehouden, bepaald op:
- 2,2 personen bij een pleziervaartuig met een lengte van ten hoogste 10 meter;
- 2,0 personen bij een pleziervaartuig met een lengte van meer dan 10 meter;
- tweederde van het aantal slaapplaatsen bij zeilende bedrijfsvaartuigen.
b. het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehouden bepaald op:
- 14 voor pleziervaartuigen met een lengte van ten hoogste 10 meter;
- 16 voor pleziervaartuigen met een lengte van meer dan 10 meter
Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.
Ieder die gelegenheid tot verblijf biedt in de zin van deze verordening is verplicht aan verblijfhoudenden op vaartuigen, ten aanzien waarvan de belasting verschuldigd is, een doorlopend genummerd bewijs uit te reiken dat ter zake belasting is verschuldigd.
Daartoe kan de gemeente deze bewijzen beschikbaar stellen. Burgemeester en wethouders geven nadere voorschriften omtrent de inrichting en het gebruik van de bewijzen.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.
Onverminderd het bepaalde in artikel 247, eerste lid, van de Gemeentewet wordt op overtreding van deze belastingverordening een geldboete gesteld van de eerste categorie.
1. De “Verordening op de heffing en invordering watertoeristenbelasting 2012” van 9 november 2011 , wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
4. Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening watertoeristenbelasting 2013”.
Vastgesteld door de raad in zijn