Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oss

A-12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOss
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingA-12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel 2012
CiteertitelA-12 Overleg met organsiatie van overheidspersoneel 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-08-2012Onbekend

07-08-2012

Oss Actueel, 29-08-2012

GMPO

Tekst van de regeling

Intitulé

A-12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel 2012

 

 

12 OVERLEG MET ORGANISATIES VAN OVERHEIDSPERSONEEL

Algemene bepalingen

Artikel 12:1

1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a de commissie: de in artikel 12:2 bedoelde commissie voor georganiseerd overleg;

b de ambtenaren: de ambtenaren in de zin van de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst;

c de organisaties: de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van overheidspersoneel, aangesloten bij de centrales welke zijn toegelaten tot het centraal overleg met het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

2 Er is een commissie voor georganiseerd overleg, die is samengesteld uit een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en een vertegenwoordiging van de toegelaten organisaties.

3 Onder toegelaten organisaties worden verstaan: de Algemene Centrale van Overheidspersoneel (ACOP), de Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijzend Personeel (CCOOP) en de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij overheid, onderwijs, bedrijven en instellingen (CMHF), dan wel een van de bij deze centrale aangesloten bonden, voorzover deze centrales, respectievelijk bonden voldoende representatief geacht kunnen worden.

4 De leden van ABVAKABO en NOVON die op 1 juli 1998 zitting hebben in de commissie namens ACOP of Ambtenarencentrum, dan welk namens ABVAKABO of NOVON, behouden hun zetels als vertegenwoordigers van ACOP dan wel ABVAKABO FNV/NOVON.

Indien deze leden ophouden lid van de commissie te zijn, worden ze niet vervangen totdat het aantal leden namens ACOP dan wel ABAKABO FNV/NOVON in overeenstemming is met het aantal als genoemd in de bepaling van de samenstelling van de commissie.

Uiterlijk op 1 juli 2002 wordt het aantal leden in overeenstemming gebracht met de hier geldende bepalingen.

5 Andere vakorganisaties dan bedoeld in het derde lid kunnen toegelaten worden indien ze representatief geacht kunnen worden. Een desbetreffend verzoek wordt in het georganiseerd overleg besproken

6 Organisaties die tot het georganiseerd overleg zijn toegelaten, verliezen hun toegang tot dit overleg zodra zij niet meer voldoende representatief geacht worden.

Artikel 12:1:1

Onder werknemersvertegenwoordiging wordt verstaan: de vertegenwoordigers van de toegelaten vakorganisaties die deel uitmaken van de commissie voor georganiseerd overleg.

Artikel 12:2

1 De commissie voert overleg over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd. De commissie kan niet overleggen over onderwerpen die voorbehouden zijn aan het LOGA tussen het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de centrales van overheidspersoneel.

2 Er worden nadere regels gesteld over de werkwijze van de commissie voor georganiseerd overleg.

3 De nadere regels, bedoeld in het tweede lid, bevatten een bepaling hoe moet worden gehandeld indien een geschil niet tot overeenstemming leidt.

samenstelling

Artikel 12:3:1

De commissie bestaat uit een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en een vertegenwoordiging van de toegelaten organisaties waarvan de leden gedurende tenminste zes maanden in dienst zijn van de gemeente Oss.

Artikel 12:3:2

Namens het gemeentebestuur heeft de wethouder die personeelszaken in zijn portefeulle heeft, zitting in de commissie. Het gemeentebestuur wijst tevens zijn plaatsvervanger aan.

Artikel 12:3:3

Elke toegelaten organisatie wijst drie leden en hun plaatsvervangers aan.

Artikel 12:3:4

De aanwijzing geschiedt door en uit die personeelsorganisaties, welke tenminste 20 aangesloten personeelsleden tellen.

Artikel 12:3:5

De werknemersvertegenwoordiging kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris, alsmede hun plaatsvervanger(s).

Artikel 12:3:6

Uiterlijk 1 februari van elk jaar doen de personeelsorganisaties aan burgemeester en wethouders opgaaf van:

  • a.

    het aantal op 1 januari van dat jaar bij haar aangesloten personeelsleden;

  • b.

    de namen en adressen van de op grond van artikel 12:3:3 aangewezen leden.

Artikel 12:3:7

Het lidmaatschap van de commissie dat verkregen is op grond van artikel 12:3:3 eindigt:

  • a.

    zodra het lidmaatschap van de personeelsorganisatie eindigt;

  • b.

    zodra het dienstverband met de gemeente Oss eindigt;

  • c.

    zodra de aanwijzing als bedoeld in artikel 12:3:3 wordt ingetrokken;

  • d.

    door opzegging van het lid.

Artikel 12:3:8

In vacatures die ontstaan op grond van artikel 12:3:7, wordt voorzien conform artikel 12:3:3.

taakstelling

Artikel 12:3:9

In de commissie G.O. kunnen worden behandeld de in artikel 12:2 genoemde onderwerpen van medezeggenschap, met inachtneming van de artikelen 12:3:23 en 12:3:36.

Artikel 12:3:10

Tot de onderwerpen van overleg behoren niet de ten aanzien van de ambtenaar persoonlijk te nemen besluiten.

werkwijze

Artikel 12:3:11

De commissie G.O. stelt in een reglement nader haar werkwijze vast.

Artikel 12:3:12

Het reglement bevat in ieder geval voorschriften omtrent:

a.de gevallen waarin de commissie G.O. ten behoeve van de uitoefening van haar taak bijeen

komt;

  • b.

    de wijze van bijeenroeping van de commissie G.O.;

  • c.

    het aantal leden dat aanwezig moet zijn om een vergadering te kunnen houden;

  • d.

    de uitoefening van het stemrecht in de vergadering;

  • e.

    de voorziening in het secretariaat;

  • f.

    het opmaken en het bekend maken aan burgemeester en wethouders, de leden van de werknemersvertegenwoordiging en aan de andere personeelsleden van de agenda van de vergaderingen van de commissie voor G.O.;

  • g.

    het tijdstip waarop de sub f genoemde personen uiterlijk in kennis dienen te worden gesteld van de agenda, welk tijdstip niet later kan worden gesteld dan 7 dagen vóór de vergadering, behoudens in spoedeisende gevallen;

  • h.

    het opmaken en het bekendmaken aan de sub f genoemde personen van de verslagen van de vergaderingen van de commissie G.O. en van het jaarverslag van de commissie G.O.

  • i.

    de samenstelling, werkwijze en bevoegdheden van in te stellen commissies.

De G.O. vergadering

Artikel 12:3:13

Tijdens de vergadering worden onderwerpen van medezeggenschap, zoals bedoeld in artikel 12:3:9, aan de orde gesteld waarover één der overlegpartners overleg wenselijk acht.

Artikel 12:3:14

De commissie G.O. komt bijeen binnen twee weken nadat één der overlegpartners daarom onder opgave van redenen heeft verzocht.

Artikel 12:3:15

Een vergadering kan slechts worden gehouden indien wordt voldaan aan de voorschriften die ingevolge het G.O. gelden voor het houden van dergelijke vergaderingen.

Artikel 12:3:16

De vergadering is openbaar. Op verzoek van één der overlegpartners kan het G.O. tot beslotenheid besluiten.

Artikel 12:3:17

De vergadering wordt, tenzij de commissie G.O. een andere regeling treft, beurtelings geleid door de voorzitter van de werknemersvertegenwoordiging en de wethouder voor Personeelszaken of degene die hem waarneemt.

Artikel 12:3:18

De agenda van de G.O.-vergadering bevat de onderwerpen die door één der overlegpartners bij de secretaris voor het overleg zijn aangemeld.

Artikel 12:3:19

De vergadering kan tevens worden bijgewoond door:

  • a.

    de directeur van de dienst bedrijven, als vaste adviseur;

  • b.

    het hoofd van de afdeling Personeelszaken, als vaste adviseur;

  • c.

    vertegenwoordigers van het hoofdbestuur van de in de commissie G.O. vertegenwoordigde personeelsorganisatie en

  • d.

    een of meer deskundigen/adviseurs die daartoe door de commissie G.O. of burgemeester en wethouders zijn uitgenodigd met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.

De uitnodiging van een deskundige/adviseur wordt uiterlijk één dag voor de vergadering aan de overlegpartner gemeld.

Artikel 12:3:20

Een vergadering wordt door de voorzitter geschorst, wanneer ten aanzien van een bepaald onderwerp beraad wenselijk wordt geacht door een van de overlegpartners.

Bijzondere bevoegdheden van de werknemersvertegenwoordiging

Recht van initiatief

Artikel 12:3:21

De werknemersvertegenwoordiging is ook buiten de vergaderingen bevoegd aan het gemeentebestuur voorstellen te doen over onderwerpen van medezeggenschap die betrekking hebben op de in artikel 12:2 genoemde onderwerpen. Dergelijke voorstellen worden schriftelijk en voorzien van een toelichting voorgelegd. Overigens is afhankelijk van het onderwerp van medezeggenschap de procedure van artikel 12:3:23 e.v. respectievelijk artikel 12:3:36 e.v. van toepassing.

Artikel 12:3:22

Burgemeester en wethouders beslissen over dergelijke voorstellen niet dan nadat daarover tenminste éénmaal overleg is gepleegd in een G.O.-vergadering.

Recht van advies

Artikel 12:3:23
  • 1.

    De werknemersvertegenwoordiging wordt door burgemeester en wethouders in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over alle onderwerpen van medezeggenschap zoals vermeld in artikel 12:2. Dit adviesrecht geldt niet voor de onderwerpen die op grond van artikel 25 en artikel 27 van de WOR zijn onderworpen aan het adviesrecht of instemmingsrecht van de ondernemingsraad.

  • 2.

    De werknemersvertegenwoordiging draagt het adviesrecht, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, volledig over aan de ondernemingsraad.

Artikel 12:3:24

Het advies moet op een zodanig tijdstip worden gevraagd dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

Artikel 12:3:25

Bij het vragen van advies wordt aan de werknemersvertegenwoordiging een overzicht verstrekt van de beweegredenen voor het besluit, alsmede van de gevolgen die het besluit, naar verwachting, voor het personeel zal hebben en van de naar aanleiding daarvan voorgenomen maatregelen.

Artikel 12:3:26

De werknemersvertegenwoordiging brengt met betrekking tot een voorgenomen besluit als bedoeld in artikel 12:23 geen advies uit dan nadat over de betrokken aangelegenheid tenminste éénmaal overleg is gepleegd in een G.O.-vergadering. Wanneer één der overlegpartners te kennen geven daarop prijs te stellen, wordt het advies in een G.O.-vergadering uitgebracht.

Artikel 12:3:27

Indien na het advies van de werknemersvertegenwoordiging een besluit genomen wordt, wordt de werknemersvertegenwoordiging door burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk van het besluit schriftelijk in kennis gesteld. Indien de werknemersvertegenwoordiging daarover nog niet heeft geadviseerd, wordt voorts het advies van de werknemersvertegenwoordiging ingewonnen over de uitvoering van het besluit.

Artikel 12:3:28

Indien het advies van de werknemersvertegenwoordiging niet of slechts ten dele wordt gevolgd, delen burgemeester en wethouders mede waarom van het advies is afgeweken.

Artikel 12:3:29

Tenzij het besluit van burgemeester en wethouders overeenstemt met het advies van de werknemersvertegenwoordiging, zijn burgemeester en wethouders verplicht de uitvoering van hun besluit op te schorten indien de werknemersvertegenwoordiging besluit over de inhoud van het voorgenomen besluit advies in te winnen bij de Advies- en Arbitragecommissie.

Artikel 12:3:30

Indien de werknemersvertegenwoordiging besluit tot een adviesaanvrage bij de advies- en arbitragecommissie wordt binnen 10 werkdagen een G.O.-vergadering gehouden.

Artikel 12:3:31

Burgemeester en wethouders raadplegen de raadscommissie omtrent het door hen alsdan in te nemen standpunt.

Artikel 12:3:32

Tenzij de overlegpartners besluiten het overleg voort te zetten danwel te beëindigen, wordt in deze vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is.

Artikel 12:3:33
  • 1.

    Binnen zes werkdagen na de vergadering bedoeld in voorgaand artikel wordt het verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de advies- en arbitragecommissie. Het verzoek wordt ondertekend door beide deelnemers aan het overleg wanneer die zich beiden voor inwinning van het advies hebben uitgesproken en bevat tenminste het onderwerp en de inhoud van het geschil.

  • 2.

    Indien in de vergadering, bedoeld in artikel 12:3:30, geen overeenstemming is bereikt tussen de overlegpartners in de commissie G.O. over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is, brengen burgemeester en wethouders hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen zes dagen na eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de advies- en arbitragecommissie. Burgemeester en wethouders informeren de raadscommissie.

Artikel 12:3:34

Binnen twee weken na ontvangst van het advies van de advies- en arbitragecommissie wordt de werknemersvertegenwoordiging door burgemeester en wethouders schriftelijk in kennis gesteld van hun uiteindelijke besluit.

Artikel 12:3:35

De gemeenteraad brengt geen wijziging in de hem door burgemeester en wethouders voorgelegde ontwerp-besluiten betreffende onderwerpen van medezeggenschap waarover in de G.O.-vergadering overeenstemming bestaat, dan nadat de werknemersvertegenwoordiging over de voorgestelde wijziging in het ontwerp-besluit haar oordeel heeft kenbaar gemaakt.

C. Recht van instemming

Artikel 12:3:36
  • 1.

    Burgemeester en wethouders behoeven de instemming van de werknemersvertegenwoordiging van elk door hen voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van de geschreven rechtstoestandregeling of algemeen verbindende voorschriften waaraan voor individuele personeelsleden van de gemeente Oss rechten en plichten zijn verbonden.

  • 2.

    De werknemersvertegenwoordiging draagt het instemmingsrecht, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, volledig over aan de ondernemingsraad.

  • 3.

    Op grond van het bepaalde in artikel 27, lid 3 van de WOR behoudt de werknemersvertegenwoordiging de bevoegdheid om het in lid 1 van dit artikel gestelde instemmingsrecht aan zichzelf voor te behouden, in tegenstelling tot het in lid 2 van dit artikel gestelde. Het bepaalde in de artikelen 12:3:37 tot en met 12:3:43 zijn dan overeenkomstig van toepassing.

  • 4.

    De werknemersvertegenwoordiging kan uitsluitend het recht van instemming aan zichzelf voorbehouden, indien zij uiterlijk zeven dagen na het ontvangen van een afschrift van het voorgenomen besluit, de ondernemingsraad en het bestuur hiervan schriftelijk in kennis stelt.

Artikel 12:3:37

Het in het voorgaande artikel, lid 1 bepaalde geldt niet ten aanzien van die zaken waarover landelijk in het college van Arbeidszaken overeenstemming is bereikt.

Artikel 12:3:38

Wordt een besluit voorgenomen over een onderwerp, genoemd in artikel 12:36 overeenkomstig de uitkomsten van het GO-overleg, gevoerd in het College van Arbeidszaken, dan doen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk mededeling aan de werknemersvertegenwoordiging; wordt overwogen ondanks de uitkomst van het overleg in het College van Arbeidszaken geen of een afwijkende regeling te treffen, dan vindt terzake alsnog overleg plaats in de G.O.-vergadering.

Artikel 12:3:39

Indien de werknemersvertegenwoordiging of burgemeester en wethouders, gehoord de raadscommissie, tot het oordeel komt dat overleg niet zal leiden tot de vereiste instemming, brengen zij dat oordeel, binnen zes dagen nadat zij daarvan in een G.O.-vergadering blijk hebben gegeven, schriftelijk ter kennis van de commissie G.O.

Artikel 12:3:40
  • a.

    Binnen tien werkdagen na de kennisgeving in het vorige artikel schrijft de voorzitter een G.O.-vergadering uit. De vergadering moet worden gehouden binnen zeven werkdagen nadat deze is uitgeschreven;

  • b.

    tenzij de overlegpartners besluiten het overleg voort te zetten danwel te beëindigen, wordt in de vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en wordt over het geschil advies ingewonnen bij de advies- en arbitragecommissie;

  • c.

    tot het inwinnen van advies zijn zowel een meerderheid van alle toegelaten organisaties als burgemeester en wethouders bevoegd;

  • d.

    Voor onderwerpen van het geschil aan arbitrage is overeenstemming vereist tussen de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de toegelaten organisaties.

Artikel 12:3:41

Binnen twee weken na ontvangst van het advies overleggen de werknemersvertegenwoordiging en burgemeester en wethouders opnieuw over het voorgenomen besluit.

Artikel 12:3:42

Indien ook na het hernieuwde overleg geen overeenstemming ontstaat, kan, indien daarover tussen de overlegpartners overeenstemming bestaat, het geschil worden onderworpen aan een arbitrale uitspraak van de advies- en arbitragecommissie. Burgemeester en wethouders behoeven daartoe de instemming van de gemeenteraad.

Artikel 12:3:43

Een arbitrale uitspraak van de advies- en arbitragecommissie heeft bindende kracht.

Informatieplicht

Artikel 12:3:44
  • a.

    Het college van burgemeester en wethouders verplicht zich de werknemersvertegenwoordiging gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen en gegevens te verstrekken die zij voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.

  • b.

    De in het eerste lid bedoelde informatie wordt op een zodanige tijdstip aan de werknemersvertegenwoordiging verstrekt, dat diens standpunt van wezenlijke betekenis kan zijn voor het te nemen besluit.

  • c.

    De in het eerste lid bedoelde informatie wordt verstrekt met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet openbaarheid van bestuur.

Faciliteiten

Artikel 12:3:45
  • a.

    De werknemersvertegenwoordiging vergadert zoveel mogelijk tijdens de normale werktijd;

  • b.

    De ambtenaar die lid is van de werknemersvertegenwoordiging, heeft voor het bijwonen van vergaderingen, bedoeld in het eerste lid, aanspraak op verlof met behoud van bezoldiging, tenzij het dienstbelang om zwaarwegende redenen zich tegen het verlenen van dit verlof verzet;

  • c.

    Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid, wordt aan de ambtenaar die deelneemt aan de werknemersvertegenwoordiging verlof met behoud van bezoldiging verleend voor zijn werkzaamheden als lid van de werknemersvertegenwoordiging;

  • d.

    De totale duur van het verlof, bedoeld in lid b en c wordt jaarlijks door burgemeester en wethouders vastgesteld.

Artikel 12:3:46

De werknemersvertegenwoordiging kan uit zijn midden een of meer commissies instellen ter behandeling van onderwerpen van medezeggenschap die tot het taakgebied van de werknemersvertegenwoordiging behoren.

Artikel 12:3:47

De werknemersvertegenwoordiging en de commissies van dat orgaan kunnen zich in hun werkzaamheden doen bijstaan door deskundigen.

Artikel 12:3:48

De werknemersvertegenwoordiging kan buiten de gebruikelijke werkuren hoorzittingen houden voor het personeel van de gemeente dat zij vertegenwoordigt.

Rechtsbescherming

Artikel 12:3:49

Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat ambtenaren die kandidaat staan of gestaan hebben voor de werknemersvertegenwoordiging, dan wel daar lid van zijn of geweest zijn, uit hoofde van hun kandidaatstelling of lidmaatschap niet in hun positie als ambtenaar worden bena-

deeld.

Status plaatsvervangende leden

Artikel 12:3:50

Een plaatsvervangend lid van de werknemersvertegenwoordiging treedt slechts in de plaats van het desbetreffende lid, indien het lid is verhinderd, de aan zijn lidmaatschap verbonden werkzaamheden te vervullen.

Artikel 12:3:51

Bij vervanging als bedoeld in artikel 12:3:50, wordt het plaatsvervangende lid geacht lid van de werknemersvertegenwoordiging te zijn.

Artikel 12:3:52

Het door de plaatsvervanger uit hoofde van de toepassing van het bepaalde in het artikel 12:3:50 genoten faciliteiten worden geacht door het lid te zijn genoten.