Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oss

A-10d Voorzieningen bij werkloosheid 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOss
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingA-10d Voorzieningen bij werkloosheid 2012
CiteertitelA-10d Voorzieningen bij werkloosheid 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-08-2012Onbekend

07-08-2012

Oss Actueel, 29-08-2012

GMPO

Tekst van de regeling

Intitulé

A-10d Voorzieningen bij werkloosheid 2012

 

 

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

10d VOORZIENINGEN BIJ WERKLOOSHEID

Toelichting

In dit hoofdstuk worden de voorzieningen bij werkloosheid geregeld zoals deze gelden per 1 juli 2008.

Dit hoofdstuk bevat bepalingen voor ambtenaren die op grond van artikel 8:3 (reorganisatie) of 8:6 (ongeschiktheid/onbekwaamheid) ontslagen worden. Daarnaast is er een kaderbepaling opgenomen voor ambtenaren die op grond van artikel 8:8 (overige ontslaggronden) ontslagen worden. Ten derde is in dit hoofdstuk een bijzondere uitkeringsregeling opgenomen voor ambtenaren die op grond van artikel 8:5 (gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid) ontslagen worden, waarbij sprake is van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid voor minder dan 35%.

Dit betekent dat voor de overige ontslaggronden van hoofdstuk 8 (de artikelen 8:1, 8:2, 8:4, 8:7, 8:9, 8:10, 8:11, 8:12 en 8:13) geen bovenwettelijke (uitkerings)rechten gelden.

Paragraaf 1 Werkingssfeer en begripsbepalingen

Werkingssfeer

Artikel 10d:1

Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar die op grond van artikel 8:3, 8:5, 8:6 of 8:8 ontslagen worden en de ambtenaar die op grond van artikel 8:3, 8:5, 8:6 of 8:8 ontslagen is.

Begripsbepalingen

Artikel 10d:2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvullende uitkering:de uitkering tijdens de werkloosheidsuitkering;

  • b.

    bezoldiging: het gemiddelde van de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1,

    berekend over een periode van 12 maanden direct voorafgaand

    aan de datum van de reïntegratiefase, vermeerderd met de

    vakantietoelage en de eindejaarsuitkering; deze bezoldiging

    wordtgeïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de

    gemeentelijke sector;

  • c.

    gemeentelijke sector: de gemeenten en gemeenschappelijke regelingen, die de

    CAR van toepassing hebben verklaard.

  • d.

    nawettelijke uitkeringen:de uitkering na afloop van de werkloosheidsuitkering;

  • e.

    re-integratiefase: defase voorafgaand aan ontslag, waarin door middel van een re-integratieplan afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de re-integratie van de ambtenaar het best tot stand kan

    komen en hieraan uitvoering wordt gegeven met als doel

    werkloosheid zoveel als mogelijk is te voorkomen;

  • f.

    re-integratieplan:het plan van aanpak waarin de re-integratie-inspanningen vangemeente en de ambtenaar beschreven staan, die tot doel hebben

    de re-integratie van deambtenaar te bevorderen;

  • g.

    werkloosheid:werkloosheid als bedoeld in de Werkloosheidswet, waarbij het arbeidsurenverlies voortvloeit uit de aanstelling of

    arbeidsovereenkomst bij de gemeente waaruit de werkloosheid

    plaatsvindt;

  • h.

    werkloosheidsuitkering: deuitkering op grond van de Werkloosheidswet, welke uitkering

    voortvloeit uit de aanstelling of arbeidsovereenkomst met de

    gemeente.

Paragraaf 2 Samenloop met sociaal statuut en sociaal plan

Samenloop met sociaal statuut en sociaal plan

Artikel 10d:3

  • 1

    Indien lokaal ruimere afspraken gelden dan die in dit hoofdstuk zijn gesteld, bespreken college en GO of tot herziening moet worden overgegaan van deze lokale afspraken.

  • 2

    Indien lokaal ruimere afspraken gelden, gelden deze lokale afspraken in plaats van het gestelde in dit hoofdstuk.

Paragraaf 3 Rechten bij ontslag op grond van artikel 8:8

Rechten bij ontslag op grond van artikel 8:8

Artikel 10d:4

  • 1

    Voor de ambtenaar die op grond van artikel 8:8 ontslagen wordt, treft het college een passende regeling.

  • 2

    De ambtenaar wordt over de inhoud van de regeling voorafgaand door het college gehoord.

  • 3

    Het college betrekt bij de vaststelling van de regeling de inhoud van dit hoofdstuk, voor zover dit redelijk en billijk is.

Paragraaf 4 Re-integratiefase

Re-integratiefase voor ontslag

Artikel 10d:5

  • 1

    De ambtenaar die ontslagen wordt op grond van artikel 8:3 of 8:6 heeft recht op een re-integratiefase.

  • 2

    De re-integratiefase begint met een besluit tot ontslag op grond van artikel 8:3 of 8:6.

  • 3

    De re-integratiefase gaat in op de eerste werkdag na verzending of overhandiging van het besluit tot ontslag.

  • 4

    De re-integratiefase is afhankelijk van de duur van het dienstverband bij de gemeente, waaruit ontslag plaatsvindt. Hierbij wordt de duur van het dienstverband gerekend vanaf de datum van indiensttreding bij de gemeente, waaruit ontslag plaatsvindt, tot de datum van de start van de re-integratiefase.

    5Bij ontslag op grond van artikel 8:3

    duurt de re-integratiefase bij een dienstverband van:

      • a.

        7 maanden 2 tot 10 jaar

      • b.

        11 maanden 10 tot 15 jaar

      • c.

        15 maanden 15 jaar of meer.

    • 6

      Bij ontslag op grond van artikel 8:6

    duurt de re-integratiefase bij een dienstverband van:

    • a.

      4 maanden 2 tot 10 jaar

    • b.

      8 maanden 10 tot 15 jaar

    • c.

      12 maanden 15 jaar of meer.

      Einde re-integratiefase

Artikel 10d:6

  • 1

    De re-integratiefase eindigt eerder dan na afloop van de voor de ambtenaar geldende termijn, indien de ambtenaar voor het aflopen van deze fase al dan niet in deeltijd een andere functie binnen of buiten de gemeente aanvaardt.

  • 2

    De re-integratiefase eindigt eerder en het ontslag op grond van artikel 8:3 of 8:6 gaat direct in, indien de ambtenaar zich tijdens de re-integratiefase niet houdt aan de afspraken uit het re-integratieplan. Het college neemt hierbij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht.

  • 3

    Indien de re-integratiefase eerder eindigt om de in het tweede lid genoemde reden, vervallen de rechten op een aanvullende uitkering en een nawettelijke uitkering. Het college neemt hierbij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht.

    Verlenging re-integratiefase bij nalatigheid gemeente

Artikel 10d:7

  • 1

    De re-integratiefase wordt verlengd wanneer het college zich tijdens de re-integratiefase niet houdt aan de afspraken uit het re-integratieplan.

  • 2

    De verlenging duurt minimaal een maand en maximaal de helft van de oorspronkelijke re-integratiefase.

  • 3

    Tijdens de verlengde re-integratiefase herstelt het college de nalatigheid naar de mate waarin dat mogelijk is.

  • 4

    Tijdens de verlengde reïntegratiefase blijven de gemaakte afspraken uit het re-integratieplan van kracht.

Verlenging re-integratiefase door middel van levensloop

Artikel 10d:8

  • 1

    De ambtenaar kan het college verzoeken de re-integratiefase met maximaal 12 maanden te verlengen door gebruik te maken van de mogelijkheid van onbetaald verlof als bedoeld in artikel 6:9.

  • 2

    Het college stemt alleen in met het verzoek indien de ambtenaar tijdens de re-integratiefase redelijkerwijs niet heeft kunnen voldoen aan zijn re-integratieverplichtingen en indien:

    • a

      onbetaald verlof wordt opgenomen voor de volledige arbeidsduur; en

    • b

      de ambtenaar tijdens het onbetaald verlof levenslooptegoed opneemt op grond van de gemeentelijke levensloopregeling; en

    • c

      tijdens de verlengde re-integratiefase activiteiten worden ondernomen of voortgezet die de re-integratie bevorderen.

  • 3

    Het college en de ambtenaar maken nadere afspraken over de voorwaarden waaronder de inspanningen van het college en de ambtenaar, zoals deze zijn neergelegd in het re-integratieplan, tijdens de verlenging van de re-integratiefase worden voortgezet.

  • 4

    Artikel 10d:6 is tijdens de verlenging van de re-integratiefase van overeenkomstige toepassing.

Re-integratieplan

Artikel 10d:9

  • 1

    Het college stelt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen een maand na aanvang van de re-integratiefase een re-integratieplan op.

  • 2

    De ambtenaar wordt over de inhoud van het plan voorafgaand door het college gehoord.

  • 3

    In het re-integratieplan worden afspraken opgenomen over de re-integratie-inspanningen die van het college en de ambtenaar verlangd worden. In het re-integratieplan staan in ieder geval afspraken over:

    • a

      verlof, voor zover dat nodig is, voor activiteiten die neergelegd zijn in het re-integratieplan;

    • b

      scholing, indien die gevolgd gaat worden, welke scholing, begin van die scholing, einde van die scholing, de betaling en de te behalen resultaten;

    • c

      opstellen arbeidsmarktprofiel;

    • d

      sollicitatieactiviteiten.

  • 4

    In het re-integratieplan worden afspraken gemaakt over de kosten voor de verschillende activiteiten uit het re-integratieplan. De kosten voor de activiteiten uit het re-integratieplan komen, mits redelijk en billijk, volledig voor rekening van het college, met een maximum van € 7.500,=.

Paragraaf 5 Aanvullende uitkering

Aanvullende uitkering bij ontslag

Artikel 10d:10

  • 1

    Recht op een aanvullende uitkering heeft de ambtenaar die:

    • a

      op grond van artikel 8:3 of 8:6 is ontslagen;

    • b

      de re-integratiefase heeft doorlopen, zonder toepassing van artikel 10d:6, tweede lid;

    • c

      recht heeft op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet en deze ook daadwerkelijk ontvangt.

  • 2

    Voorwaarde voor het verkrijgen van een aanvullende uitkering is dat de ambtenaar ten aanzien van iedere betaling van de aanvullende uitkering alle gegevens aan de gemeente overlegt die van invloed kunnen zijn op de hoogte van zijn aanvullende uitkering.

Hoogte aanvullende uitkering bij ontslag

Artikel 10d:11

  • 1

    De aanvullende uitkering kent twee fases.

  • 2

    Gedurende de eerste fase bedraagt de aanvullende uitkering:

    • a.

      voor ambtenaren met een bezoldiging tot een bedrag van € 4.375,= 10% van de bezoldiging naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is;

    • b.

      voor ambtenaren met een bezoldiging vanaf € 4.375,= tot een bedrag van € 5.250,= 20% van de bezoldiging naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is;

    • c.

      voor ambtenaren met een bezoldiging vanaf € 5.250,= 30% van de bezoldiging naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is.

  • 3

    Gedurende de tweede fase bedraagt de aanvullende uitkering:

    • a.

      voor ambtenaren met een bezoldiging van € 4.375,= tot een bedrag van € 5.250,= 10% van de bezoldiging naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is;

    • b.

      voor ambtenaren met een bezoldiging van € 5.250,= tot een bedrag van € 6.560,= 20% van de bezoldiging naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is;

    • c.

      voor ambtenaren met een bezoldiging vanaf € 6.560,= 30% van de bezoldiging naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is.

Duur aanvullende uitkering bij ontslag

Artikel 10d:12

  • 1

    De eerste fase van de aanvullende uitkering is één jaar, te rekenen vanaf de dag na de dag van ontslag.

  • 2

    De tweede fase van de aanvullende uitkering begint direct na afloop van de eerste fase en duurt tot het einde van de werkloosheidsuitkering.

    Sancties

Artikel 10d:13

  • 1

    Wanneer op grond van de Werkloosheidswet een sanctie wordt toegepast op de werkloosheidsuitkering, wordt deze sanctie evenredig toegepast op de aanvullende uitkering.

  • 2

    Het college stelt voor de toepassing van sancties naast de sanctie op grond van het eerste lid, een sanctiebeleid op.

  • 3

    Wanneer op grond van de Werkloosheidswet een sanctie wordt toegepast kan het college besluiten om het recht op nawettelijke uitkering geheel of gedeeltelijk te laten vervallen.

  • 4

    Het college stelt ter uitvoering van het derde lid nadere regels op.

    Einde aanvullende uitkering

Artikel 10d:14

De aanvullende uitkering eindigt als de uitkeringsduur is verstreken.

Paragraaf 6 Nawettelijke uitkering

Nawettelijke uitkering

Artikel 10d:15

  • 1

    De ambtenaar die recht had op een aanvullende uitkering heeft recht op een nawettelijke uitkering indien:

    • a

      de werkloosheid direct aansluitend op de werkloosheidsuitkering voortduurt;

    • b

      hij ten aanzien van iedere betaling alle gegevens aan de gemeente overlegt die van invloed kunnen zijn op de hoogte van zijn nawettelijke uitkering.

  • 2

    Bij ontslag op grond van artikel 8:6 geldt als voorwaarde dat het ontslag gelegen is in omstandigheden binnen de werksfeer.

    Hoogte nawettelijke uitkering

Artikel 10d:16

  • 1.

    De nawettelijke uitkering bij werkloosheid voor 36 uur of meer heeft de hoogte van de WW-uitkering, als deze zou zijn voortgezet.

  • 2.

    Wanneer sprake is van minder dan 36 uur werkloosheid, wordt het bedrag van de uitkering berekend naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is.

  • 3.

    De nawettelijke uitkering en het inkomen dat de ambtenaar uit of in verband met arbeid ontvangt, mag een hoogte van 90% van de oude bezoldiging niet overschrijden. Het meerdere wordt gekort op de nawettelijke uitkering.

    Duur nawettelijke uitkering

Artikel 10d:17

De nawettelijke uitkering is één maand per dienstjaar in de gemeentelijke sector maal een correctiefactor. De correctiefactor is

  • a.

    1,4 voor dienstjaren tot de leeftijd van 40 jaar

  • b.

    2 voor dienstjaren vanaf de leeftijd van 40 tot de leeftijd van 50 jaar

  • c.

    3 voor dienstjaren vanaf de leeftijd van 50 jaar.

    Einde nawettelijke uitkering

Artikel 10d:18

  • 1.

    De nawettelijke uitkering eindigt wanneer de uitkeringsduur is verstreken.

  • 2.

    De nawettelijke uitkering eindigt wanneer de werkloosheid eindigt.

  • 3.

    De nawettelijke uitkering eindigt op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de

    ambtenaar de leeftijd van 62 jaar en 9 maanden bereikt heeft.

    Sancties nawettelijke uitkering

    Artikel 10d:19

    Het college stelt een sanctiebeleid op, op grond waarvan sancties worden toegepast op de uitbetaling van de nawettelijke uitkering. Onderdeel van de sanctieregeling is de plicht die de ambtenaar heeft om het college te informeren over alles wat van invloed kan zijn op de duur en hoogte van de nawettelijke uitkering.

Afkoop

Artikel 10d:20

  • 1.

    Het college kan eenmalig, aan het begin van de uitkeringsperiode, op verzoek van de ambtenaar, toestemming geven voor afkoop van de nawettelijke uitkering.

  • 2.

    Het college bepaalt de hoogte van het afkoopbedrag en de voorwaarden waaronder de afkoop verstrekt wordt.

Bijzondere uitkering bij ontslag of definitieve herplaatsing op grond van artikel 7:16ingeval van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid

Artikel 10d:21

  • 1

    De ambtenaar die voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is en die gedurende het derde ziektejaar, bedoeld in artikel 7:16, derde lid, is ontslagen op grond van artikel 8:5 dan wel definitief is herplaatst op grond van artikel 7:16, heeft recht op een bijzondere uitkering indien en voor zolang hij arbeid heeft voor ten minste de restverdiencapaciteit, zoals deze door UWV definitief is vastgesteld.

  • 2

    Voorwaarde voor het recht op de bijzondere uitkering is dat de ambtenaar ten aanzien van iedere betaling alle gegevens aan de gemeente overlegt die van invloed kunnen zijn op de hoogte van zijn bijzondere uitkering.

Hoogte bijzondere uitkering bij ontslag op grond van artikel 8:5 of definitieve herplaatsing op grond van artikel 7::16

Artikel 10d:22

  • 1.

    De bijzondere uitkering bedraagt 75% van het verschil tussen het totaalinkomen uit of in verband met arbeid en de bezoldiging voorafgaand aan aanvaarding van de nieuwe arbeid.

  • 2.

    Op de bijzondere uitkering wordt de werkloosheidsuitkering in mindering gebracht.

Duur bijzondere uitkering bij ontslag op grond van artikel 8:5of definitieve herplaatsing op grond van artikel 7:16

Artikel 10d:23

De maximale duur van de bijzondere uitkering is 5 jaar na aanvaarding van de nieuwe arbeid.

Paragraaf 8 Overgangsrecht

Overgangsrecht

Artikel 10d:24

In afwijking van artikel 10d:17 is de duur van de na-wettelijke uitkering voor de ambtenaar die::

  • a

    op 1 juli 2008 20 dienstjaren of meer had in de gemeentelijke sector en

  • b

    ontslagen wordt binnen 10 jaar na 1 juli 2008

    gelijk aan (0,25 + (0,195 + 0,015 * (X-21)) * (X - Y) - (X-18) / 12 -2) jaar, met dien verstande dat de

    factor (X-18) gemaximeerd wordt op 38. Factor X staat hierbij voor de leeftijd in hele jaren op de

    dag van ontslag; factor Y voor de indiensttreedleeftijd in de gemeentelijke sector.

NOTA BENE: Op www.car-uwo.nl staat een rekenmodule, waarin gemeenten alleen de

factoren X en Y hoeven in te vullen. De duur van de overgangsuitkering verschijnt dan ophet scherm.