Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oss

A-07 Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOss
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingA-07 Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek 2012
CiteertitelA-07 Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-08-2012Onbekend

07-08-2012

Oss Actueel, 29-08-2012

GMPO

Tekst van de regeling

Intitulé

A-07 Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek 2012

 

 

7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK

Definities

Artikel 7:1

1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. passende arbeid: alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de

ambtenaar is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke,

geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd;

b. werkzaamheden in het kader van de reïntegratie: toonvormende arbeid, die

specifiek gericht is op terugkeer in de eigen dan wel passende arbeid waarover

afspraken zijn vastgelegd in het plan van aanpak bedoeld in artikel 7:9, derde lid;

c. scholing in het kader van de reïntegratie: scholing die gericht is op terugkeer in de

eigen dan wel passende arbeid waarover afspraken zijn vastgelegd in het plan

van aanpak bedoeld in artikel 7:9, derde lid;

d. arbeidsongeschiktheid in en door de dienst: arbeidsongeschiktheid wegens ziekte

of gebreken die in overwegende mate haar oorzaak vindt in:

- de aard van de opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere

omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht of;

- in een dienstongeval verband houdende met de aard van de opgedragen

werkzaamheden of de bijzondere omstandigheden waarin deze

werkzaamheden moesten worden verricht;

en die niet aan schuld of nalatigheid van de ambtenaar is te wijten;

e. restverdiencapaciteit: het door UWV vast te stellen inkomen dat de ambtenaar

met zijn vaardigheden en bekwaamheden, gelet op zijn beperkingen, nog kan

verdienen;

f. arbodienst: een dienst als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de

Arbeidsomstandighedenwet;

g. inactieve: de oud-ambtenaar met een WW-uitkering, aanvullende uitkering,

nawettelijke uitkering, WAO-uitkering, WIA-uitkering of wachtgelduitkering, die

direct voorafgaand aan de uitkering in dienst was van een gemeente;

h. postactieve: de oud-ambtenaar met een uitkering functioneel leeftijdsontslag,

FPU-uitkering, ouderdomspensioen van het ABP of ABP keuzepensioen, die

direct voorafgaand aan deze uitkering of dit pensioen in dienst was van een

gemeente of inactieve was;

i. geselecteerde zorgverzekeraar: Als geselecteerde zorgverzekeraar is door het

LOGA voor de periode 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 aangewezen

IZA Zorgverzekeraar NV.

2. Bij de toepassing van dit hoofdstuk wordt artikel 1:2:1 in acht genomen.

Bedrijfsgeneeskundige begeleiding en geneeskundig onderzoek

Artikel 7:2

 

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot bedrijfsgeneeskundige begeleiding en

geneeskundig onderzoek.

Arbo-dienst

Artikel 7:2:1

De gemeente laat zich bijstaan door een arbo-dienst.

Bedrijfsgeneeskundige begeleiding

Artikel 7:2:2
  • 1.

    De ambtenaar heeft het recht op bedrijfsgeneeskundige begeleiding overeenkomstig het

    bepaalde in dit hoofdstuk.

  • 2.

    De bedrijfsgeneeskundige begeleiding van de ambtenaar geschiedt door een arbo-dienst,

    overeenkomstig door het college te stellen regels.

Consulteren arts door ambtenaar

Artikel 7:2:3

De ambtenaar heeft het recht een arts van de arbo-dienst rechtstreeks te consulteren ter zake van

gezondheidsproblemen die naar zijn mening met zijn arbeidssituatie kunnen samenhangen.

Periodiek geneeskundig onderzoek

Artikel 7:2:4

De ambtenaar die in verband met de uitoefening van zijn werkzaamheden aan bijzonder gevaar

voor zijn gezondheid blootstaat, dan wel voor een goede vervulling van zijn betrekking aan

bijzondere gezondheidseisen moet voldoen, is verplicht zich aan een periodiek geneeskundig

onderzoek te onderwerpen, indien zulks naar het oordeel van het college, na overleg met de

arbo-dienst, noodzakelijk is.

Geneeskundig onderzoek

Artikel 7:2:5

1.Het college is bevoegd de arbo-dienst opdracht te geven de ambtenaar aan een

geneeskundig onderzoek te onderwerpen:

a indien naar het oordeel van het college redelijkerwijs aanleiding bestaat tot twijfel aan een goede gezondheidstoestand van de ambtenaar;

b indien de ambtenaar niet of niet langer volledig geschikt is gebleken voor het naar

behoren vervullen van zijn betrekking, zulks ten einde na te gaan of hiervoor medische oorzaken zijn aan te wijzen.

2.De ambtenaar is verplicht zich aan een onderzoek, bedoeld in het eerste lid, te

onderwerpen.

Buitendienststelling

Artikel 7:2:6

1.Indien bij een onderzoek, bedoeld in artikel 7:2:4 of in artikel 7:2:5 blijkt van een

zodanige lichamelijke of geestelijke toestand van de ambtenaar, dat naar het oordeel van

de arbo-dienst de belangen van de ambtenaar, die van de dienst of van bij de

dienstuitoefening betrokken derden zich tegen voortzetting van zijn betrekking verzetten,

wordt de ambtenaar door het college buiten dienst gesteld.

2.Een buitendienststelling, bedoeld in het eerste lid, vindt niet plaats indien, naar het oordeel

van de arbo-dienst, de lichamelijke of geestelijke toestand van de ambtenaar het wenselijk

maakt dat hij tijdelijk met andere werkzaamheden wordt belast, indien en voor zover deze

voorhanden zijn. In dat geval is artikel 7:18:1 van overeenkomstige toepassing.

3.Een buitendienststelling, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de toepassing van de

overige artikelen van dit hoofdstuk gelijkgesteld met een verhindering wegens ziekte.

Maatregelen of voorzieningen in belang herstel ambtenaar

Artikel 7:2:7

1.Indien daartoe naar het oordeel van de arbo-dienst aanleiding bestaat, verzoekt het college

het UWV de ambtenaar in aanmerking te laten komen voor maatregelen of voorzieningen

in het belang van het herstel van zijn gezondheid, dan wel in het belang van het behoud,

het herstel of de bevordering van zijn arbeidsgeschiktheid.

2.De ambtenaar wordt van het verzoek, bedoeld in het eerste lid, schriftelijk in kennis

2. gesteld.

Aanspraken tijdens ziekte

Recht op bezoldiging

Artikel 7:3

1 De ambtenaar heeft bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek vanaf de eerste dag van die ongeschiktheid gedurende de eerste zes maanden recht op doorbetaling van zijn volledige bezoldiging.

2 De ambtenaar heeft bij voortduring van deze ongeschiktheid gedurende de zevende tot en met de twaalfde maand recht op doorbetaling van 90% van zijn bezoldiging.

3 De ambtenaar heeft bij voortduring van deze ongeschiktheid na 12 maanden gedurende de dertiende tot en met de vierentwintigste maand recht op doorbetaling van 75% zijn bezoldiging.

4 De ambtenaar heeft bij voortduring van deze ongeschiktheid na 24 maanden tot het einde van zijn dienstverband recht op doorbetaling van 70% van zijn bezoldiging .

5 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder ziekte ook gebreken verstaan.

6 De ambtenaar heeft recht op de doorbetaling van zijn volledige bezoldiging over de uren waarop hij: a. zijn arbeid verricht;

  • b.

    passende arbeid verricht;

  • c.

    werkzaamheden in het kader van zijn reïntegratie verricht;

d.scholing volgt in het kader van zijn reïntegratie.

7 De ambtenaar behoudt na afloop van de termijn van zes maanden recht op de doorbetaling van zijn volledige bezoldiging bij arbeidsongeschiktheid in en door de dienst.

8 De ambtenaar, bedoeld in het derde en vierde lid, die ten minste 50% van zijn formele arbeidsduur zijn arbeid, passende arbeid, werkzaamheden in het kader van zijn reïntegratie verricht of scholing volgt in het kader van zijn reïntegratie, genoemd in het zesde lid van dit artikel, heeft recht op een extra percentage van 5% berekend over de bezoldiging waar hij recht op heeft ingevolge dit artikel. Hierbij geldt als maximum de bezoldiging bedoeld in het eerste lid.

9 De ambtenaar heeft ten minste recht op het wettelijk minimumloon, berekend naar rato van zijn formele arbeidsduur.

10 De periode waarover de ambtenaar voorafgaand aan de periode van het zwangerschaps- en bevallingsverlof, bedoeld in artikel 6:7, ziek is als gevolg van de zwangerschap, schort de periode, bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid, op.

11 Voor de toepassing van het eerste tot en met het vierde lid worden perioden van ongeschiktheid wegens ziekte samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt genoten, bedoeld in artikel 6:7, tenzij in dat geval de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

12 De doorbetaling van de bezoldiging, bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid, eindigt indien de ambtenaar definitief wordt herplaatst in een andere functie.

13Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot het recht op bezoldiging.

14 Het college zal rekening houden met individuele gevallen van terminale ziekte. In die gevallen zal de afweging worden gemaakt of ook na afloop van de termijn van zes maanden, bedoeld in het eerste lid, de volledige bezoldiging wordt doorbetaald.

Bezoldiging bij ziekte bij seniorenmaatregel en onbetaald/gedeeltelijk betaald verlof

Artikel 7:4

1. De ambtenaar van wie de werktijd is teruggebracht ingevolge een seniorenmaatregel op

grond van hoofdstuk 5, heeft recht op doorbetaling van de bezoldiging als bedoeld in

artikel 7:3, met dien verstande dat de ambtenaar nooit een groter bedrag aan bezoldiging

doorbetaald kan krijgen, dan dat hij doorbetaald zou hebben gekregen, indien hij niet ziek

zou zijn geweest.

2. De ambtenaar die onbetaald dan wel gedeeltelijk betaald verlof geniet heeft recht op

doorbetaling van de bezoldiging als bedoeld in artikel 7:3, met dien verstande dat de

ambtenaar nooit een groter bedrag aan bezoldiging doorbetaald kan krijgen, dan dat hij

doorbetaald zou hebben gekregen, indien hij niet ziek zou zijn geweest.

Uitkering wegens arbeidsongeschiktheid in en door de dienst

Artikel 7:5

1. Aan de gewezen ambtenaar die recht heeft op een WGA- of IVA-uitkering wordt, bij

arbeidsongeschiktheid in en door de dienst, een aanvullende uitkering verleend.

2 De aanvullende uitkering genoemd in het eerste lid is voor de ambtenaar met een WGA- of IVA uitkering, gelijk aan het bedrag dat nodig is om de aan de ambtenaar toegekende WGA- of IVA-uitkering, vermeerderd met een aan de ambtenaar toegekende bovenwettelijke aanvulling ingevolge het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, aan te vullen tot een bepaald percentage van de bezoldiging die de ambtenaar heeft genoten in het jaar voorafgaand aan zijn ontslag. Dit percentage is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en bedraagt bij een arbeidsongeschiktheid van:

80% of meer: 95%

65 tot 80% 68,875%

55 tot 65% 57%

45 tot 55% 47,5%

35 tot 45% 38%

3. De aanvullende uitkering eindigt:

a indien de gewezen ambtenaar niet meer voldoet aan de in het eerste lid genoemde

voorwaarden of;

bmet ingang van de dag waarop de ambtenaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

4.De gewezen ambtenaar die recht heeft op een uitkering op grond van dit artikel, isverplicht om het college op de hoogte te stellen van wijzigingen in zijn arbeidsongeschiktheid-uitkering of bovenwettelijke aanvulling ingevolge het pensioenreglement van deStichting Pensioenfonds ABP.

Artikel 7:6 Vervalt (Overlijdensuitkering bij arbeidsongeschiktheid in en door de dienst komt in hoofdstuk 8 terug)

 

Vergoeding kosten geneeskundige verzorging bij arbeidsongeschiktheid in en door de dienst

Artikel 7:7

1.Bij arbeidsongeschiktheid in en door de dienst worden aan de ambtenaar vergoed de te

zijner laste blijvende, naar het oordeel van het college noodzakelijk gemaakte kosten van

geneeskundige behandeling of verzorging.

2. Het college kan omtrent het bepaalde in het eerste lid nadere voorschriften geven.

Nadere regels

Artikel 7:8

Het college kan nadere regels stellen.

Vaststelling referte-tijdvak toelagen

Artikel 7:8:1

Het referte-tijdvak dat in acht wordt genomen voor de vaststelling van de gemiddelde hoogte

van de toelage onregelmatige dienst, de overgangstoelage onregelmatige dienst, alsmede de

prestatiebeloning, ten behoeve van de vaststelling van het bedrag van de bezoldiging zoals

bedoeld in dit hoofdstuk, dient in een lokale regeling nader te worden uitgewerkt.

Periodieke salarisverhoging

Artikel 7:8:2

Het onderwerp periodieke salarisverhogingen tijdens ziekte dient in een lokale regeling nader te

worden uitgewerkt.

Werktijd bij ziekte bij seniorenmaatregel en toepassing van artikel 2:7a

Artikel 7:8:3

1.De ambtenaar wiens feitelijke arbeidsduur op grond van toepassing van hoofdstuk 5 is

aangepast, kan alleen verplicht worden tot aanvaarding van een functie waarvan de

arbeidsomvang overeenkomt met deze feitelijke arbeidsduur.

2.De ambtenaar wiens arbeidsduur is aangepast op grond van artikel 2:7a, kan voor de duur

van de periode waarvoor toepassing van dit artikel is bepaald, worden verplicht tot

aanvaarding van arbeid waarvan de arbeidsduur overeenkomt met deze tijdelijke

uitgebreide arbeidsduur. Wanneer de periode waarvoor de toepassing van artikel 2:7a is

verstreken, geldt de verplichting voor de ambtenaar ten aanzien van de aanvaarding van

een nieuwe functie voor de formele arbeidsduur.

Verplichtingen en sancties

Verplichtingen college

Artikel 7:9

1 Het college is verplicht zo tijdig mogelijk zodanige maatregelen te treffen en voorschriften te geven als redelijkerwijs nodig is, opdat de ambtenaar, die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte of gebrek verhinderd is zijn arbeid te verrichten, in staat wordt gesteld de eigen arbeid of passende arbeid te verrichten.

2 Indien vaststaat dat de eigen arbeid niet meer kan worden verricht en binnen de openbare dienst van de gemeente geen passende arbeid voorhanden is, bevordert het college de inschakeling van de ambtenaar in passende arbeid buiten de openbare dienst van de gemeente.

3 Uit hoofde van zijn verplichting, genoemd in het eerste en tweede lid, stelt het college in overeenstemming met de ambtenaar een plan van aanpak op als bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de WIA. Het plan van aanpak wordt met medewerking van de ambtenaar regelmatig geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.

4 Het college stelt een protocol vast, waarin de regels zijn opgenomen met betrekking tot de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begeleiding van ziekteverzuim, verplichtingen omtrent ziek- en herstelmeldingen daaronder begrepen, de arbeidsgezondheidskundige begeleiding en de daarbij in acht te nemen procedures.

Verplichting ambtenaar tot informatieverstrekking bij ziekte

Artikel 7:10

De ambtenaar verstrekt op verzoek van het college alle informatie die noodzakelijk is voor de

uitvoering van dit hoofdstuk.

Verplichting tot verlening van medewerking aan reïntegratie

Artikel 7:11

1. De ambtenaar die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is zijn

arbeid te verrichten, is verplicht:

a gevolg te geven aan, door het college of een door hem aangewezen deskundige,

gegeven redelijke voorschriften en mee te werken aan door het college of een door

hem aangewezen deskundige getroffen maatregelen als bedoeld in artikel 7:9;

b zijn medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan

van aanpak als bedoeld in artikel 7:9, derde lid;

c zich te gedragen naar de regels die in het protocol, bedoeld in artikel 7:9, vierde lid,

zijn opgenomen.

2. Indien de ambtenaar die wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking te vervullen, in staat

is passende arbeid als bedoeld in artikel 7:1 te verrichten en hij door het college of een

andere werkgever daartoe in de gelegenheid wordt gesteld, is hij verplicht die arbeid te

verrichten.

Verplichtingen ambtenaar medisch onderzoek

Artikel 7:12

1.De ambtenaar is verplicht zich te onderwerpen aan een door of vanwege de arbo-dienst in

te stellen medisch onderzoek ter beantwoording van de vragen:

a of er sprake is van verhindering tot het vervullen van zijn betrekking wegens ziekte;

b in welke mate er sprake is van verhindering als bedoeld onder a;

c of de ambtenaar de verhindering tot het vervullen van zijn betrekking opzettelijk

heeft veroorzaakt;

d of de ambtenaar ten onrechte nalaat zich onder geneeskundige behandeling te stellen of te blijven stellen, dan wel zich niet houdt aan de voorschriften hem door de

behandelende geneeskundige gegeven, met dien verstande dat te dezen

voorschriften tot het verlenen van medewerking aan een ingreep van heelkundige

aard zijn uitgezonderd;

e of de ambtenaar zich zodanig gedraagt, dat zijn genezing wordt belemmerd of

vertraagd;

f of verdere maatregelen of voorzieningen nodig zijn in het belang van het herstel van

zijn gezondheid, dan wel in het belang van het behoud, het herstel of de bevordering

van zijn arbeidsgeschiktheid;

g wanneer en in welke mate de vervulling van de betrekking kan worden hervat.

2. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de redenen van medisch onderzoek.

Geen aanspraak op doorbetaling bezoldiging

Artikel 7:13:1

Geen aanspraak op doorbetaling bezoldiging als bedoeld in artikel 7:3 bestaat:

a indien blijkens het geneeskundig onderzoek, bedoeld in artikel 7:12, sprake is van een

omstandigheid waarbij de ambtenaar opzettelijk de verhindering tot het vervullen van zijn

betrekking heeft veroorzaakt, tenzij de ambtenaar daarvan op grond van zijn geestelijk

toestand geen verwijt kan worden gemaakt;

b indien de verhindering wegens ziekte zich voordoet binnen een half jaar na de in artikel

2:3, eerste lid, bedoelde geneeskundige keuring en alsdan blijkt dat de ambtenaar hierbij

onjuiste informatie omtrent zijn gezondheidstoestand heeft verstrekt of gegevens heeft

verzwegen, ten gevolge waarvan de verklaring dat tegen de vervulling van zijn betrekking

uit medisch oogpunt geen bezwaren bestaan, ten onrechte is afgegeven, tenzij de

ambtenaar aannemelijk maakt dat hij te goeder trouw heeft gehandeld.

Staken van doorbetaling de bezoldiging

Artikel 7:13:2

1.De doorbetaling van de bezoldiging, bedoeld in artikel 7:3, wordt gestaakt, indien en voor

zolang de ambtenaar:

a weigert de in artikel 7:12 neergelegde verplichting tot het verlenen van

medewerking aan een door of vanwege de arbo-dienst in te stellen medische

onderzoek na te komen;

b blijkens het in artikel 7:12 bedoelde onderzoek ten onrechte heeft nagelaten zich

onder geneeskundige behandeling te stellen of te blijven stellen;

c blijkens het in artikel 7:12 bedoelde onderzoek de voorschriften van de

behandelende arts niet opvolgt, met uitzondering van voorschriften om mee te

werken aan een ingreep van heelkundige aard;

d zich blijkens het in artikel 7:12 bedoelde onderzoek schuldig maakt aan gedragingen

waardoor zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd;

e er de oorzaak van is dat het arbeidsgezondheidskundig onderzoek door een door de

arbo-dienst aangewezen arts niet kan plaatshebben;

f tijdens de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte arbeid

voor zichzelf of voor derden verricht, tenzij dit door de arbo-dienst in het belang

van zijn genezing wenselijk wordt geacht en het college daartoe toestemming heeft

verleend;

g weigert mededeling te doen van inkomsten uit arbeid, die hij heeft in verband met

het verrichten van door de arbo-dienst in het belang van zijn genezing wenselijk

geachte arbeid voor zichzelf of derden;

h zijn arbeid verzuimt te hervatten op het door de arbo-dienst bepaalde tijdstip en in

de door deze dienst bepaalde mate, indien zulks hem is opgedragen, tenzij hij

daarvoor een door de arbo-dienst als geldig erkende reden heeft opgegeven;

i weigert om – op verzoek van het college – informatie te verstrekken die

noodzakelijk is voor de uitvoering van dit hoofdstuk.

2.De doorbetaling van de bezoldiging vindt wel plaats indien de ambtenaar op grond van

zijn geestelijke toestand geen verwijt kan worden gemaakt van het gedrag, genoemd in het

eerste lid.

Sanctie bij nalatigheid algemene verplichtingen ambtenaar

Artikel 7:14

1 De ambtenaar die zich niet houdt aan zijn verplichtingen, bedoeld in artikel 7:11, eerste lid, onder c, wordt disciplinair gestraft wegens plichtsverzuim.

  • 2.

    De doorbetaling van de bezoldiging, bedoeld in artikel 7:3, wordt gestaakt, indien en voor zolang de ambtenaar:

    a weigert mee te werken aan, door het college of een door hem aangewezen deskundige, gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen, als bedoeld in artikel 7:11, eerste lid, onder a, die erop gericht zijn om de betrokkene in staat te stellen de eigen passende arbeid te verrichten;

    b weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 7:11, eerste lid, onder b.

    c weigert aangeboden passende arbeid te verrichten, waartoe hij op grond van artikel 7:11, tweede lid, verplicht is.

  • 3.

    De doorbetaling van de bezoldiging, als genoemd in het tweede lid, vindt wel plaats indien

de ambtenaar op grond van zijn geestelijke toestand geen verwijt kan worden gemaakt van

het gedrag, genoemd in het tweede lid.

Bezoldiging uitbetalen aan anderen en nabetaling aan ambtenaar

Artikel 7:15:1

1.Het college kan, indien daarvoor naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden aanleiding

geven, bepalen, dat de op grond van de artikelen 7:13:1, 7:13:2 en 7:14 niet uitbetaalde

bezoldiging, geheel of ten dele aan anderen dan de ambtenaar zal worden uitbetaald.

2.Voor zover het college van zijn in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geen gebruik heeft

gemaakt, wordt de ingevolge de artikelen 7:13:1, 7:13:2 en 7:14 niet uitbetaalde

bezoldiging alsnog aan de ambtenaar uitbetaald wanneer de ambtenaar op grond van de

second opinion die hij conform artikel 30, eerste lid, onderdeel e, f en g, van de wet

SUWI, heeft aangevraagd inzake het oordeel over de ongeschiktheid tot werken in het

gelijk gesteld wordt.

Herplaatsing in passende arbeid

Artikel 7:16
  • 1

    Passende arbeid, bedoeld in artikel 7:11, tweede lid, wordt de ambtenaar opgedragen:

    • a.

      door plaatsing in een andere betrekking voor tijdelijke duur, zonder dat dit gepaard gaat met een wijziging van de aanstelling;

    • b.

      door plaatsing in een andere betrekking bij wijze van proef, zonder dat dit gepaard gaat met een wijziging van de aanstelling;

    • c.

      bij een andere werkgever, door een tijdelijke detachering, zonder dat dit gepaard gaat met een wijziging van de aanstelling.

  • 2

    Na 24 maanden van ziekte wordt passende arbeid, bedoeld in artikel 7:11, tweede lid, aan de ambtenaar opgedragen door definitieve herplaatsing. Deze definitieve herplaatsing vindt plaats door wijziging van de aanstelling.

  • 3

    Voorwaarde voor definitieve herplaatsing van de ambtenaar die ziek is geworden op of na 1 juli 2007 en die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, is in de periode van 12 maanden na de periode van 24 maanden, bedoeld in het tweede lid, dat de ambtenaar met de passende arbeid zijn volledige restverdiencapaciteit benut.

  • 4

    Voorwaarde voor definitieve herplaatsing van de ambtenaar die ziek is geworden op of na 1 juli 2007 en die 35% of meer, maar minder dan 80% arbeidsongeschikt is, is in de periode van 12 maanden na de periode van 24 maanden, bedoeld in het tweede lid, dat de ambtenaar met de passende arbeid 50% van zijn restverdiencapaciteit of meer benut.

  • 5

    Voor de toepassing van het eerste tot en met vierde lid wordt onder een andere betrekking mede verstaan het verrichten van dezelfde werkzaamheden onder andere voorwaarden.

  • 6

    Voor het bepalen van de periode van 24 respectievelijk 12 maanden worden perioden van ongeschiktheid voor de vervulling van de betrekking ten gevolge van zwangerschap voorafgaand aan het zwangerschaps- en bevallingsverlof en de periode van het zwangerschaps- of bevallingsverlof bedoeld in artikel 6:7, niet in aanmerking genomen.

  • 7

    Voor het bepalen van de periode van 24 respectievelijk 12 maanden worden perioden van ongeschiktheid wegens ziekte samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen, of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid in dit geval redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

  • 8

    De termijn van 24 maanden wordt verlengd:

    • a.

      met de duur van de verlenging van de wachttijd, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de WIA en

    • b.

      met de duur van het tijdvak, dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van artikel 25, negende lid, van de WIA heeft vastgesteld.

  • 9

    De ambtenaar verleent alle medewerking en verstrektalle informatie die nodig is om de restverdiencapaciteit vast te stellen.

Terugkeer in betrekking na ziekte

Artikel 7:17

1. Ten aanzien van de ambtenaar die wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking te

vervullen, kan worden bepaald dat hij zijn betrekking slechts weer zal mogen vervullen,

indien het college daarvoor toestemming heeft verleend, onder bepaling van de mate

waarin de hervatting kan geschieden.

2. Ten behoeve van de bepaling van het eerste lid zal mede worden gelet op het advies van

de arbo-dienst of van het UWV.

3. De in het eerste lid bedoelde toestemming is in ieder geval vereist indien de ambtenaar

gedurende meer dan een jaar volledig verhinderd is geweest zijn betrekking te vervullen.

Inkomsten uit of in verband met arbeid

Artikel 7:18

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot het in mindering brengen van inkomsten uit passende arbeid of werkzaamheden in het kader van de reïntegratie op de bezoldiging.

Inkomsten andere betrekking in mindering brengen op bezoldiging

Artikel 7:18:1
  • 1.

    Indien de ambtenaar tijdens de verhindering tot het vervullen van zijn betrekking, op grond van een aan het college uitgebracht advies door de arbo-dienst of door het UWV, in het belang van zijn genezing of zijn reïntegratie, dan wel in het kader van herplaatsing wenselijk geachte arbeid voor zichzelf of voor derden verricht, worden de inkomsten uit deze arbeid in mindering gebracht op de bezoldiging waar de ambtenaar recht op heeft krachtens artikel 7:3.

  • 2.

    Tot de in het eerste lid bedoelde inkomsten wordt tevens gerekend een

herplaatsingstoelage, toegekend op grond van hoofdstuk 12 van het pensioenreglement,

alsmede elke andere toelage, onder welke benaming ook, die geacht kan worden

betrekking te hebben op arbeid bedoeld in het eerste lid.

Bijzondere situaties

Samenloop van bezoldiging bij ziekte met ZW-uitkering

Artikel 7:19

1. Indien de ambtenaar ter zake van de desbetreffende ongeschiktheid tot het verrichten van

zijn werk recht heeft op een ZW-uitkering, wordt het bedrag van die uitkering in

mindering gebracht op het bedrag waarop hij op grond van artikel 7:3 recht heeft.

2. Indien de ambtenaar geen ZW-uitkering aanvraagt binnen de in de ZW gestelde termijnen

en dit aan zijn schuld of toedoen te wijten is, wordt voor de periode dat hij dientengevolge

geen ZW-uitkering ontvangt, voor de toepassing van dit artikel rekening gehouden met

een volledige ZW-uitkering.

3. Indien als gevolg van handelingen of nalaten van handelingen door de ambtenaar de ZW-uitkering vermindering ondergaat, aan de ambtenaar een boete wordt opgelegd, dan wel

het recht op de ZW-uitkering geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, en dit aan zijn

schuld of toedoen te wijten is, wordt voor de toepassing van dit artikel rekening gehouden

met een volledige ZW-uitkering.

4. De ambtenaar verleent op verzoek van het college alle medewerking aan het via het

college tot uitbetaling laten komen van de ZW-uitkering.

5 Indien de ZW-uitkering meer bedraagt dan het bedrag waarop de ambtenaar op grond van artikel 7:3 recht heeft, wordt het meerdere aan de ambtenaar uitbetaald.

Samenloop van bezoldiging bij ziekte met een WW-uitkering

Artikel 7:20

Indien de ambtenaar ter zake van de dienstbetrekking waarbij de ongeschiktheid tot het

verrichten van zijn werk is ontstaan, recht heeft op een WW-uitkering, wordt het bedrag van die

uitkering in mindering gebracht op het bedrag waarop hij op grond van artikel 7:3 recht heeft.

Samenloop van bezoldiging bij ziekte met uitkering op grond van de WIA

Artikel 7:21

 

1 Indien de ambtenaar ter zake van de desbetreffende verhindering tot het vervullen van zijn betrekking recht heeft op een WGA- of een IVA-uitkering, wordt het bedrag van die uitkering in mindering gebracht op het bedrag waarop hij op grond van artikel 7:3 recht heeft. Wanneer de ambtenaar recht heeft op een IVA-uitkering dan wel een WGA-uitkering in verband met volledige, maar niet duurzame arbeidsongeschiktheid, heeft de ambtenaar ten minste recht op een bedrag ter hoogte van deze IVA- of WGA-uitkering.

2 Indien de ambtenaar recht heeft op een WGA- of een IVA-uitkering uit hoofde van twee of meer dienstbetrekkingen, wordt die uitkering naar rato van de bezoldiging uit de verschillende functies, in mindering gebracht op de dienstbetrekking op grond waarvan de bezoldiging wordt doorbetaald.

3 Indien de ambtenaar geen WGA- of IVA-uitkering aanvraagt binnen de in de WIA gestelde termijnen en hem dit redelijkerwijs kan worden verweten, wordt voor de periode dat hij dientengevolge geen WGA- of IVA-uitkering ontvangt, voor de toepassing van dit artikel rekening gehouden met een IVA-uitkering.

4 Indien als gevolg van handelingen of nalaten van handelingen door de ambtenaar niet kan worden vastgesteld of de ambtenaar in aanmerking komt voor een WGA- of een IVA-uitkering en hem dit redelijkerwijs kan worden verweten, wordt voor de toepassing van dit artikel rekening gehouden met een IVA-uitkering.

5 Indien als gevolg van handelingen of het nalaten van handelingen door betrokkene de WGA- of IVA-uitkering vermindering ondergaat, dan wel het recht daarop geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, en hem dit redelijkerwijs kan worden verweten, wordt voor de toepassing van dit artikel uitgegaan van de WGA- of IVA-uitkering zoals die werd genoten voor vermindering of gehele of gedeeltelijke weigering van het bedrag plaatsvond.

6 De ambtenaar verleent op verzoek van het college alle medewerking aan het via het college tot uitbetaling laten komen van de WGA- of IVA-uitkering.

Bovenwettelijke aanvulling Pensioenreglement

Artikel 7:22

 

Artikel 7:21 is van overeenkomstige toepassing wanneer de ambtenaar in aanvulling op de WGA- of IVA-uitkering, bedoeld in artikel 7:21, recht heeft op een bovenwettelijke aanvulling op grond van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

 

WAJONG/WAZ

Artikel 7:23

Indien de ambtenaar op grond van zijn arbeidsongeschiktheid recht heeft op een WAJONG-of

WAZ-uitkering, worden deze uitkeringen voor de toepassing van dit hoofdstuk gelijkgesteld met een uitkering op grond van de WIA.

Zorgverzekering

Artikel 7:24

De VNG sluit voor de zorgverzekering van gemeenteambtenaren, postactieve en inactieven met IZA Zorgverzekeraar NV een overeenkomst als bedoeld in artikel 18 van de Zorgverzekeringswet.

Tegemoetkoming ziektekosten

Artikel 7:24a

1 De ambtenaar, die zowel de basisverzekering als een aanvullende Classic- of Perfectverzekering bij IZA zorgverzekering NV heeft, heeft recht op een tegemoetkoming in zijn ziektekosten.

2 De tegemoetkoming in ziektekosten wordt eenmaal per kalenderjaar in de maand december uitbetaald.

3 Bij indiensttreding op of na 1 januari heeft de ambtenaar naar evenredigheid recht op een tegemoetkoming in ziektekosten.

Hoogte tegemoetkoming

Artikel 7:25

1De tegemoetkoming in de ziektekosten is € 168,- per jaar.

2De tegemoetkoming in de ziektekosten is € 296,- per jaar als het salaris van de ambtenaar maal de deeltijdfactor lager is dan of gelijk is aan het bedrag dat hoort bij de hoogste periodiek van schaal 6.

3De ambtenaar die gedurende het jaar in dienst treedt of ontslagen wordt ontvangt een tegemoetkoming in de ziektekosten naar rato van de tijd dat hij in dienst is geweest.

4De peildatum voor de vergelijking van het tweede lid is de maand december. Voor de ambtenaar die gedurende het jaar uit dienst treedt is de peildatum voor de vergelijking van het tweede lid de laatste maand dat de ambtenaar in dienst is geweest.

Artikel 7:25:1

(vervallen)

Artikel 7:25:2

(vervallen)

Artikel 7:25:3

(vervallen)

Artikel 7:25:4

(vervallen)

Meerdere dienstverbanden

Artikel 7:25a

Indien de ambtenaar uit hoofde van een ander dienstverband een tegemoetkoming krijgt voor ziektekosten, wordt dit verrekend met de tegemoetkoming op grond van artikel 7:24a en artikel 7:25. De ambtenaar is verplicht de gemeente te informeren, indien hij een dergelijke tegemoetkoming ontvangt uit hoofde van een andere dienstbetrekking.

Inhouding ziektekostenpremies

Artikel 7:25b

Premies die de ambtenaar en/of zijn gezinsleden verschuldigd zijn aan de geselecteerde zorgverzekeraar worden door het college op de bezoldiging van de desbetreffende ambtenaar ingehouden en afgedragen aan de geselecteerde zorgverzekeraar, tenzij de ambtenaar schriftelijk aan de geselecteerde zorgverzekeraar heeft meegedeeld hiertegen bezwaar te hebben, of tenzij de som van de af te dragen premies hoger is dan de netto bezoldiging van de ambtenaar.

Overgangsbepaling

Artikel 7:26

1. Op de ambtenaar of gewezen ambtenaar, die wegens ziekte op 31 december 2000 recht

heeft op bezoldiging of uitkering op grond van dit hoofdstuk en waarvan de ziekte ook na

deze datum voortduurt, blijven de bepalingen van dit hoofdstuk, zoals deze luidden op 31

december 2000 van kracht tot het moment dat de ziekte van de betrokkene eindigt, dan

wel tot de dag met ingang waarvan de betrokkene recht krijgt op een uitkering krachtens

de Ziektewet.

2. De betrokkene is verplicht de onverschuldigde betalingen aan hem, die op grond van dit

artikel zijn verricht, terug te betalen, indien hem met terugwerkende kracht een uitkering

krachtens de Ziektewet wordt toegekend.

Garantie-uitkering

Artikel 7:27

1. De ambtenaar die herplaatst is op grond van artikel 7:6, tweede lid onder c, zoals dat

luidde voor 1 januari 2003, heeft, indien naderhand maar voor 1 januari 2001, de mate van

arbeidsongeschiktheid op een lager niveau is vastgesteld, recht op een garantie-uitkering,

indien hem geen aanvullende gangbare arbeid is aangeboden van een zodanige omvang

dat hij in staat is om zijn toegenomen restverdiencapaciteit te benutten.

Onder gangbare arbeid wordt in dit artikel verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe betrokkene in staat is, gezien zijn krachten en bekwaamheden.

2. De garantie-uitkering bedraagt te rekenen vanaf de datum van aanvang van de ziekte in de

oorspronkelijke betrekking 18 maanden 100%, vervolgens 39 maanden 80% en daarna 33

maanden 70% van de bezoldiging die de ambtenaar genoot in de oorspronkelijke

betrekking.

3. Op de garantie-uitkering wordt in mindering gebracht hetgeen de ambtenaar ontvangt aan

bezoldiging uit de betrekking waarin hij is herplaatst en, in voorkomend geval, met het

recht op WAO-uitkering, invaliditeitspensioen, herplaatsingstoelage en inkomsten uit of in

verband met arbeid of bedrijf verkregen op of na de datum waarop de

arbeidsongeschiktheid op een lager niveau is vastgesteld.

4. Indien de betrokkene nalaat van de gelegenheid gebruik te maken die kan leiden tot het

verkrijgen van gangbare arbeid, indien hij weigert gangbare arbeid te aanvaarden of

indien hij opzettelijk inkomsten uit gangbare arbeid verloren laat gaan, wordt het bedrag

van de garantie-uitkering verminderd met het bedrag van de verzuimde of de verloren

gegane inkomsten.

5. De garantie-uitkering eindigt:

a met ingang van de maand volgend op die waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt;

b bij ontslag.

Overgangsartikel

Artikel 7:28

1. Op de ambtenaar van wie de eerste dag van ongeschiktheid bedoeld in artikel 7:3 is gelegen voor 1 januari 2004 zijn de artikelen 7:1, 7:3, 7:5, 7:9, 7:11,7:14,7:16,7:18, 7:21 en 7:22 niet van toepassing.

2. Op de ambtenaar, bedoeld in het vorige lid, zijn de artikelen 7:1, 7:3, 7:5, 7:9, 7:11,7:14,7:16,7:18,7:21 en 7:22 zoals die golden op 31 december 2005, van toepassing.

3. Op de ambtenaar, van wie de eerste dag van ongeschiktheid bedoeld in artikel 7:3 is gelegen op of na 1 januari 2004 en die op grond van de WAO recht heeft op een WAO-uitkering, zijn de artikelen 7:1, 7;5, 7:9, 7:11,7:14,7:16 en 7:21 niet van toepassing.

4. Op de ambtenaar, bedoeld in het vorige lid, zijn de artikelen 7:1, 7:5, 7:9, 7:11,7:14,7:16 en 7:21, zoals die golden op 31 december 2005, van toepassing, waarbij de verwijzing in artikel 7:21, eerste lid, naar artikel 7:3, eerste lid, gelezen moet worden als een verwijzing naar artikel 7:3, zoals dat luidt met ingang van 1 januari 2006 .

5.Het college stelt per 1 januari 2006 voor de ambtenaren van wie de eerste dag van ongeschiktheid, bedoeld in artikel 7:3, is gelegen op of na 1 januari 2004, de duur van de ongeschiktheid vast. De hoogte van de loondoorbetaling vanaf 1 januari 2006 wordt bij voortduring van de ongeschiktheid berekend op basis van het bepaalde in artikel 7:3, eerste tot en met het vierde lid.

Artikel 7:28:1
  • 1.

    Op de ambtenaar van wie de eerste dag van ongeschiktheid bedoeld in artikel 7:3 is gelegen voor 1 januari 2004 is artikel 7:18:1 niet van toepassing.

  • 2.

    Op de ambtenaar, bedoeld in het vorige lid, is artikel 7:18:1 zoals dat gold op 31 december 2005, van toepassing.

    Artikel 7:28a

    • 1.

      Op de ambtenaar van wie de eerste dag van ongeschiktheid bedoeld in artikel 7:3 gelegen is voor 1 juli 2007 is artikel 7:16 niet van toepassing.

    • 2.

      Op de ambtenaar van wie de eerste dag van ongeschiktheid bedoeld in artikel 7:3 gelegen is voor 1 juli 2007 is artikel 7:16, zoals dat gold op 30 juni 2008, van toepassing.

    Artikel 7:28b

    Op de ambtenaar van wie de eerste dag van ongeschiktheid, bedoeld in artikel 7:3, gelegen is voor 1 augustus 2008, is artikel 7:16 van toepassing, zoals dat gold op 30 november 2008.

Artikel 7:29

Vervallen

Artikel 7:29:1

Vervallen