Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cranendonck

Verordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCranendonck
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 2005
CiteertitelVerordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 1998.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet op de lijkbezorging, art. 35

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere Regels voor de Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 2010

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-03-2005nieuwe regeling

01-02-2005

Weekblad de Grenskoerier, 23-03-2005

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 2005

DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

 

gezien het voorstel van Burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 21 december 2004,

 

gelet op: 35 van de Wet op de lijkbezrging en 149 van de Gemeentewet,

 

Besluit:

vast te stellen de Verordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 2005

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen  

Artikel 1 Begripsomschrijvingen  

Deze verordening verstaat onder:

 

begraafplaatsen:

de begraafplaats genaamd ‘ Algemene Begraafplaats’

eigen graf:

een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht isverleend tot:

1. het doen begraven en begraven houden van lijken;

2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

3. het doen verstrooien van as;

eigen kindergraf:

Een graf waarin lijken c.q. als levenloos aangegeven kinderen beneden 12 jaar worden begraven;

eigen urnennis

een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon hetuitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten enbijgezset worden van asbussen met of zonder urnen.

eigen urnenkeldertje

een kldertje waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden vans asbussen met of zonder urnen.

urn

een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

asbus

een bus ter berging van as van een overledene;

verstrooiingsplaats

een plaats waarop as wordt verstrooid;

grafbedekking

dgedenkteken en/opf grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

gedenkplaats

een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

beheerder

de ambtenaar belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

rechthebbenden:

de rechthebbende op een algemeen graf en/of urnennis

Artikel 2 Uitbereiding begrippen eigen graf  

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder "eigen graf" mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen urnenkeldertje en kindergraf.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats  

Artikel 3 Openstelling begraafplaats  

  • 1.

    De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. De openingstijden worden openbaar bekend gemaakt.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen  

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekking op de begraafplaats te verrichten.

  • 2.

    Het is verboden met motorvoertuigen op de begraafplaats te rijden:

     

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 2.

  • 4.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingenen personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de openbare orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5.

    Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op de eerste aanzegging van de beheerder verwijderen.

Artikel 5  

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum, uur en duur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid als bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de orde rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimingen  

  • 1.

    Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 2.

    Aan het ruimen van een graf zitten kosten verbonden. Deze kosten komen ten laste van de rechthebbende. Bij de belastingverordening lijkbezorgingsrechten wordt de hoogte van de kosten bepaald.

  • 3.

    In geval van tussentijdse ruiming of opgraving vindt geen restitutie ven leges plaats.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging  

Artikel 7 kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf  

  • 1.

    Degene, die wil doen graven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00u van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn, moet zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving/opgraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De burgemeester en wethouders kunnen bij besluit hiervan afwijken.

Artikel 8 Gebouw  

  • 1.

    Het gebruik van het gebouw moet uiterlijk om 12.00 van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2.

    Het gebouw staat voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 9 Over te leggen stukken  

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overlegd aan de beheerder.

  • 2.

    Ingeval van begraving of bezorging van as dient een machtiging daartoe aan de overleden door degene die in de uitvaart voorziet;

  • 3.

    Een bijzetting kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn van e eerste begraving met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgifte gelijk is aan een grafrusttermijn van 20 jaar. De periode van verlenging wordt naar boevn toe afgerond op hele jaren. De verlenging dient te worden aangevraag door de recht hebbende of, in dien deze is overleden door een van de andere personen genoemd in artikel 14;

  • 4.

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overlegde stukken.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging  

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as:

    • -

      op werkdagen van 8.00u tot 16.00u;

    • -

      op zaterdag van 8.00u tot 16.00u.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van graven  

Artikel 11 Indeling van graven en asbezorging  

  • 1.

    Op de begraafplaats kan worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven en eigen urnengraven

    • b.

      eigen kindergraven

    • c.

      eigen urnennissen

    • d.

      algemene verstrooiingsplaatsen

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet. Zij bepalen tevens de afmetingen en uitgifte duur. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte, uitgifte en categorieën  

  • 1.

    De graven worden slechts uitgegeven voor directe begraving aan inwoners van de gemeente cranendonck dan wel aan hen die tenminste 5 jaar in de Gemeente Cranendonck woonachtig zijn geweest of aantoonbare binding met de Gemeente Cranendonck hebben.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast tes tellen regels de inrichting en wijzse van uitgifte van de onderscheiden gedeelten;

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels in lid 1 en 2.

Artikel 13 Termijn van graven  

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven;

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Een recht bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 14. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten  

  • 1.

    Het recht op een graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van één jaar kunnen burgemeester en wethouders het graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 15 afstand doen van graven  

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5 Grafbedekking  

Artikel 16 Vergunning grafbedekking  

  • 1.

    Voor het hebben vangrafbedekking is een schritelijke vergunningn odig van burgemeester en wethouders;

  • 2.

    De rechthebbende vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan;

  • 3.

    Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmeting van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen;

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels;

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de gewenste grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de gebruikte teksten ongepast zijn;

  • 6.

    Het bepaalde in artikel 19 lid 4 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Niet-blijvende grafbeplanting  

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspaak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij zijn verwelkt, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 18 verwijdering grafbedekking  

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een op het te ruimen graf te plaatsen bordjes door burgemeester en wethouders bekend gemaakt tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee waneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij duidelijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot verwijdering bekend.

  • 3.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende 6 weken voor het verstrijken van de uitgiftetermijn ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 16 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4.

    Indien geen verzoek is ingedeind dan wel voor het verstrijke nvan de uitgiftetermijn de grafbedekking niet is afgehaald beschikken burgemeester en wethouders over de grafbedekking.

Artikel 19 onderhoud door de gemeente  

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden en te herstellen.

  • 2.

    Indien de rechthebbende het onder het eerste lid bedoelde nalaat kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de hele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderen blijft gedurende 12 weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze verplicht is tot enige vorm van vergoeding te betalen aan de recht hebbende.

  • 3.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende schriftelijk is ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door publicatie in plaatselijk huis-aan-huis blad en door mededeling op het mededelingbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht;

  • 4.

    burgemeester en wethouders kunnen de rechtehbbend eper aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van brgemeetser en wethouders het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden;

  • 5.

    Kosten verbonden aan het onderhoud door de rechthebbende komen voor rekening van de rechthebbende.

Artikel 20 onderhoud door de gemeente  

  • 1.

    Burgemeester en wethouders voorzien in het onderhoud van de groenvoorziening, welke van gemeentewege op de begraafplaats is aangelegd. In bijzondere gavallen kunnen burgemeester en wethouders na verzakking, voorzien in het opnieuw stellen van de grafbedekking.

Hoofdstuk Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen  

Artikel 21 ruiming, bezorging van overblijfselen en as  

  • 1.

    Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanneeer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden op de begraafplaats herbegraven en de as wordt verstrooid op een daartoe bestemd, gedeelte van de begraafplaats.

  • 3.

    De rechthebbende op een eigen graf kan gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegravin of verstrooiing elders.

Hoofdstuk 7 Inrichting register  

Artikel 22 voorschriften  

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door het cluster publieksbalie.

Hoofdstuk 8 Klachten  

Artikel 23 indiening, behandeling en beslissing  

  • 1.

    Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbend natuurlijke personen en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Klachten worden behandeld conform de kalchtenprocedure zoals vastgelegd in de verordening interne klachtregeling gemeente cranendonck.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen  

Artikel 24 overgangsbepaling  

De rechten en verplichtingen met betrekking tot graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 26 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 25 strafbepaling  

Hij die handelt in strijd met de artikelen 4, 5 en 6 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 26 Slotbeplaing  

  • 1.

    De verordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 1998 wordt ingetrokken;

  • 2.

    Deze verordening treedt 1 dag na bekendmaking van het raadbesluit inwerking.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de verordening Algemene Begraafplaats Gemeente Cranendonck 2005.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Cranendonck d.d. 1 februari 2005.

DE RAAD VOORNOEMD,

De griffier

Mr.S.B.J. Backus

De voorzitter

B.P. Meinema