DE RAAD DER GEMEENTE CRANENDONCK
Gelet op het bepaalde in artikel 82 van de Gemeentewet;
BESLUIT
I in te trekken de verordening regelende de instelling, samenstelling
en bevoegdheden van de vaste commissies van de gemeenteraad van 21
december 2004;
en
II vast te stellen de verordening regelende de instelling,
samenstelling en bevoegdheden van de vaste commissies van de
gemeenteraad van 18 april 2006.
Artikel 1
- 1.
Er zijn twee vaste commissies van advies als bedoeld in artikel 82 van
de Gemeentewet, die de raad adviseren betreffende de huishouding van de
gemeente.
- 2.
De commissies zijn:
- a.
De beleidscommissie, welke een kaderstellend karakter
heeft;
- b.
De controlecommissie, welke een controlerend karakter heeft.
Artikel 2
- 1.
De commissies bestaan uit maximaal twaalf leden, benevens een door de
raad uit hun midden aangewezen voorzitter
- 2.
Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze door een door de raad uit
hun midden aangewezen plaatsvervangend voorzitter vervangen
- 3.
Alle fracties hebben per commissie twee leden, een vast en een variabel
lid.
- 4.
De voorzitter, of de bij zijn afwezigheid optredend plaatsvervangende
voorzitter, hebben in de commissie geen stemrecht.
Artikel 3
- 3.
Daarnaast aan de commissievergaderingen worden deelgenomen door een
variabel lid, zijnde een raadslid of een fractievertegenwoordiger.
Dit variabele lid kan per onderwerp van de commissieagenda worden
gewisseld. Fractievertegenwoordigers zijn personen die:
- -
voorkomen op de kieslijst voor de gemeenteraad van dezelfde
fractie en/of
- -
lid zijn van de politieke partij die hem of haar voordraagt
als fractievertegenwoordiger.
- 3.
Elke fractie kan maximaal twee fractievertegenwoordigers
voordragen.
- 4.
De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van
overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.
De benoeming geldt tot het einde van de zittingsperiode van de gemeenteraad.
Tussentijds ontslag kan plaatsvinden op eigen verzoek of op voorstel van de
fractie uit de gemeenteraad, die de betreffende fractievertegenwoordiger
heeft voorgedragen, alsmede kan ontslag worden verleend wanneer de als lid
benoemde fractievertegenwoordiger heeft opgehouden het vertrouwen van de
raad te bezitten.
Artikel 4
- 1.
De vaste leden en plaatsvervangend vaste leden van de commissie worden
zo spoedig mogelijk nadat een nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad
is aangevangen, door de raad benoemd en hebben zitting gedurende de
gewone zittingsperiode van de raad.
- 2.
In een tussentijdse vacature voorziet de raad zo spoedig mogelijk.
- 3.
De ter vervulling ener tussentijdse vacature benoemde treedt af op het
tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, moest
aftreden.
Artikel 5
- 1.
Aan elke commissie wordt de griffier toegevoegd.
- 2.
De griffier kan zich doen laten bijstaan door een of meer door hem,
na overleg met devoorzitter, aan te wijzen ambtenaren.
Artikel 6
- 1.
De agenda’s van de beide commissies worden door de voorzitters, de
plaatsvervangend voorzitters van de commissies, de plaatsvervangend
voorzitter van de raad en de griffier (agendacommissie) voorbereid.
- 3.
Afhankelijk van de agenda van de raadscommissies kunnen per te
behandelen agendapunt een of meer leden van het college van burgemeester
en wethouders worden uitgenodigd. De uitgenodigde leden van het college
van burgemeester en wethouders kunnen zich door een of meerdere
ambtenaren laten bijstaan.
Artikel 7
- 1.
Van het behandelde in de vergadering wordt onder verantwoordelijkheid
van de griffier een kort zakelijk verslag opgemaakt bevattende de
besluiten en de overwegingen, welke hiertoe hebben geleid. Desgewenst
zullen in het verslag ook de standpunten van een eventuele minderheid
worden vermeld. Het verslag wordt in een volgende vergadering
vastgesteld.
- 2.
Indien bij de behandeling van een onderwerp in een raadscommissie
vaststaat dat over een onderwerp unanimiteit in de commissie bestaat en
het onderwerp als afgeconcludeerd kan worden beschouwd, wordt dit
onderwerp op de agenda voor de raad onder de rubriek hamerstukken
opgenomen.
- 3.
Het verslag wordt zo spoedig mogelijk aan alle raadsleden en het college
van burgemeester en wethouders toegezonden.
Artikel 8
Alle stukken welke van een commissie uitgaan, worden getekend door haar
voorzitter en/ of de griffier.
Artikel 9
Elke commissie maakt zo nodig voor zich zodanige bepalingen van orde voor
haar vergaderingen en verrichtingen, als het meest dienstig zijn voor de
haar opgedragen taak.
Artikel 10
- 1.
Een commissie vergadert zo dikwijls als het door de voorzitter wordt
nodig geoordeeld of door tenminste drie leden schriftelijk en met opgaaf
van reden aan de voorzitter wordt gevraagd.
- 2.
De voorzitter roept de leden schriftelijk op tot de vergadering,
tenminste 7 x 24 uur voor de vergadering.
- 3.
Van het beleggen van elke vergadering wordt aan burgemeester en
wethouders op dezelfde wijze als aan de leden kennis gegeven. De overige
leden van de gemeenteraad en fractievertegenwoordigers ontvangen
eveneens de kennisgeving.
- 4.
De stukken op de uitgeschreven vergadering betrekking hebbende liggen
tenminste 7 x 24 uur voor het tijdstip in een door het presidium voor de
raad aan te wijzen lokaal voor de leden ter inzage.
Artikel 11
- 1.
Na de opening wordt, voordat met de behandeling van de onderwerpen van
de agenda een aanvang wordt gemaakt, gedurende niet langer dan 30
minuten aan niet-leden het recht verleend te spreken over onderwerpen
die op de agenda zijn vermeld.
- 2.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken moet dit, spoedeisende
gevallen uitgezonderd, ten minste 12 uur voor aanvang van de vergadering
melden aan de griffieronder opgave van zijn/haar naam en adres en het
onderwerp waarover hij of zij het woord wenst te voeren. Hij of zij kan
spreken zowel voor zichzelf als namens belanghebbende, een groepering of
organisatie. Voor belanghebbende of per groepering of organisatie mag
over een bepaald onderwerp slechts door een persoon, met machtiging van
de betreffende belanghebbende, groepering of organisatie, het woord
worden gevoerd.
- 3.
Voor een vergadering worden maximaal 6 sprekers toegelaten. Indien zich
voor een vergadering meer dan 6 sprekers hebben aangemeld bepaalt de
voorzitter –primair in volgorde van aanmelding- welke 6 sprekers van het
spreekrecht gebruik mogen maken.
- 4.
Geen der zich aangemeld hebbende sprekers voert het woord dan na dit
verkregen te hebben van de voorzitter. Elke spreker voert ten hoogste 5
minuten het woord en eindigt daarmee direct, zodra de voorzitter hem of
haar op het verstrijken van zijn spreektijd heeft gewezen. De voorzitter
ziet tevens toe, dat de totale spreektijd van 6 x 5 minuten niet wordt
overschreden.
- 5.
In bijzondere gevallen is de voorzitter bevoegd om meer dan 6 sprekers
het woord te verlenen en/of de in het eerste lid vermelde tijdsduur te
verlengen.
- 6.
Indien een spreker door woord of gedrag de orde in de vergadering dreigt
te verstoren, is de voorzitter bevoegd hem of haar het woord te
ontnemen.
- 7.
De spreker richt het woord tot de voorzitter. Over het naar voren
gebrachte vindt geen discussie plaats met de leden.
- 8.
Zodra de voor het spreekrecht vastgestelde tijdsduur is verstreken, dan
wel zodra degenen die zich overeenkomstig het in het 2e lid
bepaalde hebben aangemeld, van hun spreekrecht gebruik hebben gemaakt of
kunnen maken, sluit de voorzitter de spreekrechttijd af.
- 9.
In het verslag worden opgenomen de namen van degenen die met toepassing
van dit artikel het woord hebben gevoerd, met vermelding van het
betreffende onderwerp.
Artikel 12
- 1.
Een commissie mag niet beraadslagen of besluiten, zo niet de voorzitter
en vijf leden aanwezig zijn.
- 2.
Kan daardoor een vergadering niet doorgaan, dan wordt met een tussentijd
van ten minste vierentwintig uur een nieuwe vergadering belegd, welke
wordt gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.
- 3.
De besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen.
- 4.
Het gevoelen van de minderheid wordt, indien deze zulks wenst, in het
advies vermeld.
- 5.
Bij staken van stemmen vinden de artikelen 31 en 32 van de Gemeentewet
overeenkomstige toepassing.
Artikel 13
De commissies zijn bevoegd aan de raad ongevraagd advies uit te brengen met
betrekking tot onderwerpen, die zij in het belang van het betreffende
terrein van de huishouding nuttig of nodig achten.
Artikel 14
De voorzitter van een commissie kan eigener beweging of op verlangen van de
commissie in- of externe adviseurs uitnodigen de vergadering bij te
wonen.
Artikel 15
Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, wordt de werkwijze van de
commissie en de orde van de vergaderingen ingericht naar de regelen voor
overeenstemmende gevallen gesteld in de Gemeentewet en in het reglement van
orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Cranendonck.
Artikel 16
De verordening treedt in werking na vaststelling en treedt in de plaats van
alle op dat moment ter zake geldende verordeningen.