Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cranendonck

Verordening instelling, samenstelling en bevoegdheden commissie van de gemeenteraad 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCranendonck
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening instelling, samenstelling en bevoegdheden commissie van de gemeenteraad 2006
CiteertitelVerordening instelling, samenstelling en bevoegdheden commissie van de gemeenteraad 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 82

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-04-200627-01-2009Nieuwe regeling

18-04-2006

WeekbladdeGrenskoerier

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening regelende de instelling, samenstelling en bevoegdheden van de vaste commissies van de gemeenteraad 2006.

DE RAAD DER GEMEENTE CRANENDONCK

 

Gelet op het bepaalde in artikel 82 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

 

I in te trekken de verordening regelende de instelling, samenstelling en bevoegdheden van de vaste commissies van de gemeenteraad van 21 december 2004;

 

en

 

II vast te stellen de verordening regelende de instelling, samenstelling en bevoegdheden van de vaste commissies van de gemeenteraad van 18 april 2006.

Artikel 1
  • 1.

    Er zijn twee vaste commissies van advies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet, die de raad adviseren betreffende de huishouding van de gemeente.

  • 2.

    De commissies zijn:

    • a.

      De beleidscommissie, welke een kaderstellend karakter heeft;

    • b.

      De controlecommissie, welke een controlerend karakter heeft.

Artikel 2
  • 1.

    De commissies bestaan uit maximaal twaalf leden, benevens een door de raad uit hun midden aangewezen voorzitter

  • 2.

    Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze door een door de raad uit hun midden aangewezen plaatsvervangend voorzitter vervangen

  • 3.

    Alle fracties hebben per commissie twee leden, een vast en een variabel lid.

  • 4.

    De voorzitter, of de bij zijn afwezigheid optredend plaatsvervangende voorzitter, hebben in de commissie geen stemrecht.

Artikel 3
  • 3.

    Daarnaast aan de commissievergaderingen worden deelgenomen door een variabel lid, zijnde een raadslid of een fractievertegenwoordiger. Dit variabele lid kan per onderwerp van de commissieagenda worden gewisseld. Fractievertegenwoordigers zijn personen die:

    • -

      voorkomen op de kieslijst voor de gemeenteraad van dezelfde fractie en/of

    • -

      lid zijn van de politieke partij die hem of haar voordraagt als fractievertegenwoordiger.

  • 3.

    Elke fractie kan maximaal twee fractievertegenwoordigers voordragen.

  • 4.

    De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

De benoeming geldt tot het einde van de zittingsperiode van de gemeenteraad. Tussentijds ontslag kan plaatsvinden op eigen verzoek of op voorstel van de fractie uit de gemeenteraad, die de betreffende fractievertegenwoordiger heeft voorgedragen, alsmede kan ontslag worden verleend wanneer de als lid benoemde fractievertegenwoordiger heeft opgehouden het vertrouwen van de raad te bezitten.

Artikel 4
  • 1.

    De vaste leden en plaatsvervangend vaste leden van de commissie worden zo spoedig mogelijk nadat een nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad is aangevangen, door de raad benoemd en hebben zitting gedurende de gewone zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    In een tussentijdse vacature voorziet de raad zo spoedig mogelijk.

  • 3.

    De ter vervulling ener tussentijdse vacature benoemde treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

Artikel 5
  • 1.

    Aan elke commissie wordt de griffier toegevoegd.

  • 2.

    De griffier kan zich doen laten bijstaan door een of meer door hem, na overleg met devoorzitter, aan te wijzen ambtenaren.

Artikel 6
  • 1.

    De agenda’s van de beide commissies worden door de voorzitters, de plaatsvervangend voorzitters van de commissies, de plaatsvervangend voorzitter van de raad en de griffier (agendacommissie) voorbereid.

  • 3.

    Afhankelijk van de agenda van de raadscommissies kunnen per te behandelen agendapunt een of meer leden van het college van burgemeester en wethouders worden uitgenodigd. De uitgenodigde leden van het college van burgemeester en wethouders kunnen zich door een of meerdere ambtenaren laten bijstaan.

Artikel 7
  • 1.

    Van het behandelde in de vergadering wordt onder verantwoordelijkheid van de griffier een kort zakelijk verslag opgemaakt bevattende de besluiten en de overwegingen, welke hiertoe hebben geleid. Desgewenst zullen in het verslag ook de standpunten van een eventuele minderheid worden vermeld. Het verslag wordt in een volgende vergadering vastgesteld.

  • 2.

    Indien bij de behandeling van een onderwerp in een raadscommissie vaststaat dat over een onderwerp unanimiteit in de commissie bestaat en het onderwerp als afgeconcludeerd kan worden beschouwd, wordt dit onderwerp op de agenda voor de raad onder de rubriek hamerstukken opgenomen.

  • 3.

    Het verslag wordt zo spoedig mogelijk aan alle raadsleden en het college van burgemeester en wethouders toegezonden.

Artikel 8

Alle stukken welke van een commissie uitgaan, worden getekend door haar voorzitter en/ of de griffier.

Artikel 9

Elke commissie maakt zo nodig voor zich zodanige bepalingen van orde voor haar vergaderingen en verrichtingen, als het meest dienstig zijn voor de haar opgedragen taak.

Artikel 10
  • 1.

    Een commissie vergadert zo dikwijls als het door de voorzitter wordt nodig geoordeeld of door tenminste drie leden schriftelijk en met opgaaf van reden aan de voorzitter wordt gevraagd.

  • 2.

    De voorzitter roept de leden schriftelijk op tot de vergadering, tenminste 7 x 24 uur voor de vergadering.

  • 3.

    Van het beleggen van elke vergadering wordt aan burgemeester en wethouders op dezelfde wijze als aan de leden kennis gegeven. De overige leden van de gemeenteraad en fractievertegenwoordigers ontvangen eveneens de kennisgeving.

  • 4.

    De stukken op de uitgeschreven vergadering betrekking hebbende liggen tenminste 7 x 24 uur voor het tijdstip in een door het presidium voor de raad aan te wijzen lokaal voor de leden ter inzage.

Artikel 11
  • 1.

    Na de opening wordt, voordat met de behandeling van de onderwerpen van de agenda een aanvang wordt gemaakt, gedurende niet langer dan 30 minuten aan niet-leden het recht verleend te spreken over onderwerpen die op de agenda zijn vermeld.

  • 2.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken moet dit, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 12 uur voor aanvang van de vergadering melden aan de griffieronder opgave van zijn/haar naam en adres en het onderwerp waarover hij of zij het woord wenst te voeren. Hij of zij kan spreken zowel voor zichzelf als namens belanghebbende, een groepering of organisatie. Voor belanghebbende of per groepering of organisatie mag over een bepaald onderwerp slechts door een persoon, met machtiging van de betreffende belanghebbende, groepering of organisatie, het woord worden gevoerd.

  • 3.

    Voor een vergadering worden maximaal 6 sprekers toegelaten. Indien zich voor een vergadering meer dan 6 sprekers hebben aangemeld bepaalt de voorzitter –primair in volgorde van aanmelding- welke 6 sprekers van het spreekrecht gebruik mogen maken.

  • 4.

    Geen der zich aangemeld hebbende sprekers voert het woord dan na dit verkregen te hebben van de voorzitter. Elke spreker voert ten hoogste 5 minuten het woord en eindigt daarmee direct, zodra de voorzitter hem of haar op het verstrijken van zijn spreektijd heeft gewezen. De voorzitter ziet tevens toe, dat de totale spreektijd van 6 x 5 minuten niet wordt overschreden.

  • 5.

    In bijzondere gevallen is de voorzitter bevoegd om meer dan 6 sprekers het woord te verlenen en/of de in het eerste lid vermelde tijdsduur te verlengen.

  • 6.

    Indien een spreker door woord of gedrag de orde in de vergadering dreigt te verstoren, is de voorzitter bevoegd hem of haar het woord te ontnemen.

  • 7.

    De spreker richt het woord tot de voorzitter. Over het naar voren gebrachte vindt geen discussie plaats met de leden.

  • 8.

    Zodra de voor het spreekrecht vastgestelde tijdsduur is verstreken, dan wel zodra degenen die zich overeenkomstig het in het 2e lid bepaalde hebben aangemeld, van hun spreekrecht gebruik hebben gemaakt of kunnen maken, sluit de voorzitter de spreekrechttijd af.

  • 9.

    In het verslag worden opgenomen de namen van degenen die met toepassing van dit artikel het woord hebben gevoerd, met vermelding van het betreffende onderwerp.

Artikel 12
  • 1.

    Een commissie mag niet beraadslagen of besluiten, zo niet de voorzitter en vijf leden aanwezig zijn.

  • 2.

    Kan daardoor een vergadering niet doorgaan, dan wordt met een tussentijd van ten minste vierentwintig uur een nieuwe vergadering belegd, welke wordt gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.

  • 3.

    De besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen.

  • 4.

    Het gevoelen van de minderheid wordt, indien deze zulks wenst, in het advies vermeld.

  • 5.

    Bij staken van stemmen vinden de artikelen 31 en 32 van de Gemeentewet overeenkomstige toepassing.

Artikel 13

De commissies zijn bevoegd aan de raad ongevraagd advies uit te brengen met betrekking tot onderwerpen, die zij in het belang van het betreffende terrein van de huishouding nuttig of nodig achten.

Artikel 14

De voorzitter van een commissie kan eigener beweging of op verlangen van de commissie in- of externe adviseurs uitnodigen de vergadering bij te wonen.

Artikel 15

Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, wordt de werkwijze van de commissie en de orde van de vergaderingen ingericht naar de regelen voor overeenstemmende gevallen gesteld in de Gemeentewet en in het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Cranendonck.

Artikel 16

De verordening treedt in werking na vaststelling en treedt in de plaats van alle op dat moment ter zake geldende verordeningen.

 

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck

in de openbare vergadering d.d. 18 april 2006.

DE RAAD VOORNOEMD,

De griffier,

Mr. S.B.J. Backus

De voorzitter,

B.P. Meinema